Twee jaar geleden bundelden psychiater Sandra Kooij, cardioloog Janneke Wittekoek en gynaecoloog Dorenda van Dijken hun krachten tot het H3-netwerk, dat staat voor hoofd, hart en hormonen. Ze maken zich hard voor meer geïntegreerde vrouwenzorg.
Sandra Kooij vertelt LINDA. over een belangrijke mijlpaal die ze hebben bereikt en over de werkzaamheden van het H3-netwerk.
“We richten ons op een betere en snellere toegang tot specialistische zorg voor vrouwen met psychische, hormonale en hartklachten”, vertelt Kooij. En die betere en snellere toegang kan binnenkort werkelijkheid worden. De subsidieaanvraag voor het project ‘Implementatie van kennis over Hoofd, Hart en Hormonen voor interdisciplinaire vrouwspecifieke zorg’ om de vrouwengezondheidszorg in Nederland te verbeteren, is goedgekeurd door ZonMw (een financieringsorganisatie van innovatie en onderzoek in de gezondheidszorg, red.).
“De toekenning van de subsidie betekent dat het H3-netwerk in elke provincie multidisciplinaire bijeenkomsten kan organiseren om kennis te delen en lokale H3-netwerken op te zetten. Deze geïntegreerde zorg voor vrouwen is essentieel voor een overbelast zorgsysteem”, vertelt de psychiater.
Tijd voor verandering: LINDA. lanceert Dossier Vrouwengezondheid
Het is al langer bekend dat een groot aantal vrouwen onnodig lang rondloopt met gezondheidsklachten. Zo blijkt dat vrouwen met bijvoorbeeld ADHD bovengemiddeld vaak last hebben van hormonale stemmingswisselingen of depressie en hartklachten, vooral in de periode rond de overgang. “Vrouwen worden behandeld door drie verschillende specialisten en ieder ziet maar een stukje van het probleem, waardoor vrouwen drie keer te lang op een wachtlijst staan en niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. In plaats van verwijzing kan intercollegiale raadpleging al voldoende zijn om de behandeling te starten of gerichter voortzetten.”
Met het toekennen van de subsidie kunnen de artsen hun plannen in de praktijk brengen. “Eerst willen we in iedere provincie een bijeenkomst organiseren waar we artsen uitnodigen om samen te komen. Ervaringsdeskundigen vertellen hun verhaal en wij spreken over het H3-netwerk. Zo kunnen wij de samenwerking faciliteren en kunnen ze zich aan elkaar koppelen om lokale H3-netwerken te vormen. Er zijn al honderden artsen die ons volgen, maar we hopen natuurlijk nog veel meer artsen te betrekken. Wel zijn we nog op zoek naar een projectleider, die deze bijeenkomsten gaat organiseren.”
Verband tussen hoofd, hart en hormonen bij vrouwen steeds vaker gezien: 'We maken impact'
Uiteindelijk hopen de artsen dat vrouwen al bij hun huisarts geholpen kunnen worden. “Huisartsen vangen vaak de eerste vragen op. Dan kunnen ze of zelf de vrouwen adviseren of ze kunnen doorverwijzen. De lokale netwerken bevorderen de samenwerking tussen de huisarts en diverse medische specialisten. Door deze interdisciplinaire aanpak krijgen vrouwen sneller de juiste hulp van zorgverleners met de benodigde expertise.”
Kooij benadrukt dat de artsen nog iedere dag van elkaar leren. “Het is voor ons ook geen gesneden koek. Niemand hoeft zich onzeker te voelen als-ie iets niet weet, daar kunnen we juist elkaars expertise voor gebruiken. Ik app vaak Janneke of Dorenda als ik iets niet weet. Als we samenwerken, kan de zorg efficiënter. We moeten niet bang zijn om een stapje in elkaars domein te doen. Het is vaak een gebrek aan kennis. Daarom willen we onder (huis)artsen meer kennis verspreiden.”
De drie vrouwen schrijven daarom een handboek over de drie domeinen. “We hebben daarnaast drie online masterclasses opgenomen die binnenkort worden gelanceerd. We doen verschillende onderzoeken om nog meer kennis te vergaren. Alleen ADHD of de overgang behandelen gaat nog wel, maar de combinatie is desastreus. Die aandacht willen we genereren en daar willen we dieper op ingaan door onderzoek te doen. Zo werken we samen met de VU, daar ben ik hoogleraar, en met het OLVG, waar Dorenda werkt.”
Dat de subsidie is toegekend, is voor Kooij, Wittekoek en Van Dijken ontzettend belangrijk. “We kunnen wel onderzoek doen, maar dan bereikt het de vrouwen nog niet. We willen dat het direct effect heeft op vrouwen; we hebben de urgentie daarvoor ingezien. We richten ons immers op vrouwspecifieke zorg, in tegenstelling tot bijna alle wetenschappelijke medische onderzoeken die uitsluitend bij mannen zijn uitgevoerd. Het wordt tijd dat we de kloof overbruggen.”
Oprichters Sandra Kooij, Janneke Wittekoek en Dorenda van Dijken.
Artsen bundelen krachten voor geïntegreerde vrouwenzorg: 'Het is zó hard nodig'
