Achtergrond

zacht vanbinnen, keihard vanbuiten

tekst Eva Schuurmans

Van een forse, goedlachse baby tot grote, moordlustige drugsbaron: hoe Ferry Bouman eerst Brabant en toen de wereld veroverde.

Keesje Bouman-Peeters had het voor alle zekerheid nog eens nagevraagd. Had zich misschien een tweeling in haar baarmoeder genesteld? Haar buik was zó fors dat ze vanaf de vijfde maand van de zwangerschap haar jas al niet meer dicht kreeg, vanaf maand zes begon te waggelen en vanaf maand zeven alleen nog rollend haar bed uitkwam. “Nee hoor,” had de verloskundige haar gerustgesteld, “je houdt gewoon veel vocht vast.” De bevalling dient zich aan op een maandagavond in het voorjaar, vlak na het eten. “Rij jij de auto voor?”, zou ze tegen haar man gezegd hebben. Maar helaas heeft Jack Bouman het die middag na zijn werk – zoals wel vaker – op een zuipen gezet in het café. En dus wordt dochter Claudia, amper vier, erop uitgestuurd om te vragen of de buurman misschien mee kan naar het ziekenhuis. Ferdinand Jozephus Theodoor Maria Bouman ziet het levenslicht in de vroege ochtend van 11 april 1972: een fors uitgevallen jongetje met een flinke bos donker haar. De bevalling is voor Keesje niet mals – en dat ligt niet alleen aan de afmeting van haar baby. Halverwege de persweeën komt Jack de verloskamer binnenzeilen, straalbezopen maar vooral woest, omdat niet de buurman maar híj zijn barende vrouw zou moeten bijstaan. Het ziekenhuis­personeel weet Keesje en baby Ferry in veiligheid te brengen, maar het zal niet de laatste keer zijn dat Jack zijn duistere kant laat zien. Ferry groeit op met zijn zus Claudia op een woonwagenkamp in Eindhoven-Oost, omringd door de familie van Keesje. Die is net als bij andere reizigers bijzonder hecht. Elke dag wipt er wel een broer, zus, oom, tante, neef of nicht aan. Mee-eten kan altijd en als Keesje oppas nodig heeft, is er steevast wel iemand te vinden die voor Claudia en Ferry kan zorgen. Dat komt goed van pas als Keesje op pad moet om haar poetswerk te doen: niet alleen op het kamp maar ook daarbuiten maakt ze elke dag een paar uur huizen schoon. Jacks loopbaan is minder steady: de ene keer werkt hij als betonvlechter, dan weer helpt hij zijn neef op de autosloperij of gaat hij bij een nabijgelegen varkensfokkerij aan de slag. Maar lang duren die klussen nooit. Soms is hij nachten weg en komt hij thuis met een partij autoradio’s of een zwik flessen parfum, die hij op het kamp probeert te verkopen.

TRENDING

Gerelateerd

NET BINNEN