Persoonlijk Verhaal

Vier de tiet

Onze borsten zijn van ons en van niemand anders. Lijkt simpel, maar toch zijn er nog altijd mensen die daar anders over denken, merkt Stella Bergsma (52).

Ik zweer het op mijn tepels. Hierna typ ik nooit meer een woord over tieten. Want daar gaat het hier natuurlijk over. Borsten, Bossche bollen, vrouwenfranje, vleesjuwelen, genotsheuvels, jetsers, airbags, bolletjes van plezier en meesterwerken van de evolutie. Ik heb een documentaire over ze gemaakt, artikelen en columns over ze geschreven, interviews over ze gegeven. Ik heb de mijne gefotografeerd en de beelden op internet geplaatst, en daar haat-comments over ontvangen. Kortom, ze houden me bezig. Omdat ik ze heb natuurlijk. En dát is het hem juist: ze zijn van mij. Ik bepaal wie aan ze zit en wie niet. Of ik ze optuig of laat hangen. Of ze vrij mogen dansen in de zon of juist op een door beugels ondersteund presenteerblaadje moeten pronken. Het zijn mijn beslissingen. Onze borsten zijn van ons en van niemand anders. Het lijkt simpel. Maar voor sommige mensen is het hogere tietkunde. Daarom leg ik het nog één keer uit.

De wereld waarin wij leven, is geobsedeerd door het vrouwenlichaam. Overal om ons heen wordt het gebruikt en getoond. We verkopen er onze spullen mee. Leuken er videoclips en films mee op. Met perfecte lichamen, dat dan weer wel. Maar als een vrouw zelfbeschikking over haar lijf wil, vinden we dat nog altijd lastig. Als ze het wil bedekken, is ze preuts en als ze het wil tonen een slet. Foei, foei, bloesje dicht en borstvoeden doe je niet in het zicht. Anders dan voor mannen, zijn er bizar veel geschreven én ongeschreven regels over wat een vrouw met haar eigen lichaam mag en moet doen. Van het bedekte hoofd tot de ingebonden voetjes, alles van het vrouwenlijf wordt onder een microscoop gelegd, bekeken, bekritiseerd en gepolitiseerd. Voor radicale groepen is het vaak zelfs een strijdtoneel.

Zo mogen vrouwen in Frankrijk bijvoorbeeld niet in openbare zwembaden zwemmen in een boerkini, terwijl ze in andere landen zónder totale bedekking niet de straat op kunnen. Allebei volslagen absurd. Alsof er twee baasjes vechten over hoe je een hond het beste behandelt. Zie je voor je hoe de zwembadpolitie woest op een fluitje staat te blazen, terwijl je je verplicht uit moet kleden? Of hoe je er door willekeurige onbekende heren op straat op wordt gewezen dat je nikab niet goed zit? Stel je voor dat mannen aan dit soort praktijken worden onderworpen. Dat vrouwen in mantelpak op kantoren bepalen hoe kort een boxershort moet zijn in het ene land en hoe lang in het andere. Het feit dat ze hier helaas weinig zeggenschap over hebben, betekent in feite alles. Op internet bemoeien we ons met vrouwelijk naakt middels de digiboerka. Zo mogen tepels op Facebook en Instagram alleen worden getoond als ze digitaal zijn gemutileerd. Vrouwentepels hè, mannentepels zijn uiteraard geen probleem. Ook in het echte leven zien we bijna geen borsten meer. Ik ben opgegroeid in de jaren zeventig, een tijd waarin we allemaal op het strand onze memmen in het zonnetje zetten. Tegenwoordig komt dit nauwelijks nog voor. Voor je het weet staat je foto online, of word je uitgescholden en zelfs met steentjes bekogeld. Dit soort verhalen hoor ik steeds vaker om me heen. Vrouwen worden aangesproken of uitgejouwd op het strand wanneer ze geen textiele censuurbalk dragen. Er wordt ze zelfs gevraagd om zichzelf of hun kinderen te bedekken. Een peuter met een bikini is net zoiets als een komkommer met een zonnebril. Totaal onlogisch. Twee driehoekjes stof aan touwtjes, die iets moeten verbergen dat er nog helemaal niet is.

Toen ik terugkeek naar alles wat ik al over dit thema geschreven heb, schrok ik. Mijn eerste tietenartikel verscheen in 2014 in Volkskrant Magazine. Ik schreef toen al dat ik bezorgd was over de verstoffende stranden. Ook de gefotoshopte perfectie van lichamen baarde me zorgen. Ik wilde vrouwen stimuleren om blij te zijn met hun bombonella’s en zich niet onzeker te laten maken door al die perfecte internetprammen. Want juist doordat meer dames zich gingen bedekken, zag je natuurlijk ook minder gewone en diverse lichamen. Ik riep ze op al die impliciete regels met tieten te treden en hun borsten fier te vieren.

Het maakt me mismoedig. We zijn acht jaar verder en helemaal niets opgeschoten. Sterker nog, de verkramptheid over ons lichaam is alleen maar groter geworden. We raken hysterisch bij iedere millimeter blote huid. De tepelregels zijn steeds meer aangescherpt. Veel vrouwen en jonge meisjes dragen voorgevormde bh’s of zelfs speciale plakkers om die schuldige knopjes te verbergen. Acht jaar geleden shopte ik voor de grap nog mannentepels op mijn borstfoto’s zodat ze konden blijven staan, nu worden ook die kunstwerken onmiddellijk van sociale media verbannen en word ik voor straf vaak maandenlang geblockt. Alleen op Twitter mag je nog bloot posten, maar de haat en agressie die ik daar krijg bij alleen al een onschuldig decolletéplaatje, zijn vrij exemplarisch voor de tijd waarin we leven.

Een veel preutsere tijd dan die waarin ik ben opgegroeid. Is dat nou allemaal zo erg, kun je je afvragen. Niet per se. Tijden veranderen, tenslotte. Als het je eigen beslissing is om je te bedekken, is dat natuurlijk prima. Maar als je je stiekem toch gedwongen voelt om je lichaam te verbergen, uit onzekerheid, druk van de omgeving of angst, wordt het zorgelijker.

We lijken überhaupt steeds angstiger te worden. Vooral om ons te uiten. Niet alleen lichamelijk, maar ook met woorden en meningen. We zijn voorzichtiger met het blootgeven van ons lichaam en onze geest. Je kunt daar verschillende verklaringen voor aandragen: globalisering, de smartphone of de invloed van verschillende culturen. Maar de grootste oorzaak is eigenlijk datgene dat al die dingen bij elkaar en vervolgens in beeld brengt: het internet. Hierdoor is het licht in de wereld als het ware aangegaan. Alles en iedereen is nu zichtbaar geworden, tot in de kleinste hoekjes van onze planeet. Ook mensen die compleet anders zijn dan jij. Extreem religieuzen of politiek radicalen. Zelfs perverselingen en misdadigers. En omdat jij ze kunt zien, kun je er zeker van zijn dat ze jou ook in de smiezen hebben. Met zo veel zicht op je gericht is het moeilijker je te verstoppen. Cultuurhistorica Inger Leemans legde me uit dat onze nieuwe preutsheid eigenlijk een natuurlijke reactie is op al die exposure. We proberen onszelf en onze kinderen te beschermen. Tegen commentaren, misbruik, wraakporno en alle andere narigheid die komt kijken bij dat gezien worden.

TRENDING

Gerelateerd

NET BINNEN