Deze maand: singer-songwriter Tim Knol (33).
“ALS JE HET ME TIEN JAAR GELEDEN HAD GEVRAAGD, zou ik misschien gezegd hebben: doe mij maar een afscheidsconcert in Paradiso, schiet het grootste gedeelte van mijn as met een paar vuurpijlen vanuit de Johan Cruijff ArenA de lucht in en verwerk de rest in een tatoeage op de bil van mijn vriendin.
Oké, ik chargeer een beetje, maar ik zag het toen wel grootser voor me dan vandaag. Nu zou ik het liefst in stilte vertrekken. Dat komt vooral omdat ik tegen die tijd waarschijnlijk wel genoeg aandacht heb gehad. Ik vind het leuk om mensen met mijn optredens te vermaken, maar ik vind het lastig om applaus in ontvangst te nemen en weet me op het podium steeds moeilijker een houding te geven. Ik wil tijdens mijn begrafenis niet wéér in de spotlights staan, snap je?
Begraven of cremeren, daar ben ik nog niet uit. Ik wil in ieder geval niet ergens op een begraafplaats in de Zaanstreek eindigen. Dan liever naar zo’n mooie natuurbegraafplaats. Ik was laatst nog ergens in Drenthe en dacht: ja, gooi me hier maar gewoon onder de grond, pleur er een steentje met een mooie knol bovenop en that’s it. Misschien kunnen we er een mooie wandeling aan vastknopen. Echt een flink stuk, door de natuur. Zelf een appeltje meenemen, voor een paar kannen thee en koffie wordt gezorgd. Als een van mijn muzikale vrienden zin heeft om een liedje te spelen bij de kist, mag dat. Ik heb geen playlist klaarliggen. Ten eerste is het ondoenlijk om uit alle muziek die er is gemaakt een paar nummers te kiezen. Maar vooral wil ik mijn nabestaanden niet opzadelen met een verdrietig gevoel als ze later steeds opnieuw die ene hit op de radio horen. Ik moet bij God Only Knows van The Beach Boys elke keer weer aan de begrafenis van mijn oma denken. A Whiter Shade of Pale van Procol Harum heb ik inmiddels al twee keer gehoord op een uitvaart. Het is voor sommige mensen misschien juist heel troostend, maar voor mij werkt het averechts.
Ik ben de laatste jaren een paar keer gevraagd om op een begrafenis te spelen. Dat vind ik wel fijn. Als ik mensen die verdriet hebben daarmee een dienst bewijs, doe ik dat met liefde. Het is mijn vak: als ik goed zou kunnen bloemschikken, maakte ik een krans. Was ik een meubelmaker, dan timmerde ik een doodskist voor je in elkaar.
Vorig jaar november heb ik in het kader van Allerzielen een lied gemaakt over herinneringen aan overleden dierbaren: In Our Hearts. Ik had daarvoor op social media een oproep gedaan: hoe hou jij je dierbaren bij je? Ik kreeg de meest uiteenlopende reacties. Er was een vrouw die schreef dat ze altijd aan haar moeder moest denken als ze een roodborstje zag. Dat vond ik zó schattig. Ik heb zelf geen planten, dieren of objecten in mijn hoofd. Ik schrijf liedjes. Zo sluit ik mensen in mijn hart.”
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar