Als er iets te erven valt, zien we de mens op z’n miezerigst, ontdaan van elk decorum. ‘De gieren strijken vaak al neer als de prooi nog leeft.’
Op een feestje drop ik het woord erfenis en iedereen tuimelt onmiddellijk over elkaar heen met verhalen. Zo spuwen vijf jaar na de dood van haar moeder de ogen van mijn zachtaardige vriendin Anique nog steeds vuur: “Een week na haar dood stapten mijn schoonouders onaangekondigd haar flat binnen, waar ik stond op te ruimen met mijn zus. Ik dacht dat ze kwamen helpen, maar mijn schoonvader zei: ‘Die ijskast wil ik wel hebben.’ Maar wij waren juist aan het kijken welke spullen nog iets zouden opleveren, want mijn zus kan elk honderdje heel goed gebruiken. ‘Oké,’ zei m’n schoonvader, ‘zestig euro dan.’ Dat ding was best nieuw, op Marktplaats zouden we er meer voor krijgen. Daar sta je dan met al je verdriet te bakkeleien over een paar tientjes. En wat viel mijn schoonvader door de mand. Hij was gewoon gekomen om te kijken of er nog wat te halen viel.”
“Mijn man praat niet meer met zijn zussen,” zegt vriendin Laura. “Na de dood van hun moeder heeft hij geen cent gezien van het huis in Frankrijk. Dat had mijn schoonmoeder voor een prikje verkocht aan het bedrijf van een van mijn zwagers, toen ze al behoorlijk in de war was. Ze heeft toen ook een hypotheek genomen op haar huis in Nederland, en dat geld is in het bedrijf van een andere schoonzus verdwenen. Volgens zijn advocaat zou het dermate ingewikkeld worden fraude te bewijzen, dat hij het er uiteindelijk maar bij heeft gelaten. Maar het blijft steken, vooral met de feestdagen. Hij heeft geen familie meer.” “Mijn nichtje deed altijd de boodschappen voor haar zieke moeder,” zegt Moniek. “Daar werd ze zeer om geprezen. Maar na mijn tantes dood bleek uit de bankafschriften dat mijn nichtje voor ruim duizend euro per maand in de supermarkt had uitgegeven. Aan wat? Kaviaar? Mijn tante at nauwelijks meer in die tijd. Haar dochter deed van dat geld boodschappen voor haar hele gezin, en heeft er zo ruim twintigduizend euro doorheen gejaagd. Er was na haar dood nog maar een paar duizend over. Woedend was ze toen ze daar geen deel van kreeg van haar broers. Ze had zoveel voor mama gedaan, vond ze.” Maria: “Op de avond na haar dood – ze lag thuis opgebaard en er was alleen directe familie aanwezig – zijn mijn moeders sieraden gestolen. Uit haar kistje én van haar lichaam. Door wie? Daar wordt nu druk over gespeculeerd in de familie. Het komt in elk geval niet meer goed tussen mijn ooms en tantes.”
Zie hier de mens op z’n miezerigst, ontdaan van elk decorum. Want dat zijn we bij het verdelen van een erfenis. De meest stuitende verhalen van die avond – iets met aandringen op euthanasie en een notaris die op het sterfbed van de desbetreffende man nog een huishoudster voor tonnen bevoordeelt – laat ik maar achterwege. Trouwens, dat van die gestolen sieraden had ik nooit geloofd als er acht jaar geleden niet een diamanten ring van mijn oma’s lijk was verdwenen, al is die dan gepikt door een medewerker van het bejaardentehuis.
Het verdelen van de erfenis zorgt bij bijna een derde van de doden voor hevige familieruzies, aldus een onderzoek van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. In driekwart van deze gevallen zijn de familiebanden daarna onherstelbaar beschadigd. Precies hetzelfde beeld kwam uit een onderzoek van maandblad Plus waar- aan 2800 mensen meewerkten. Na bijna een kwart van alle erfenissen, meestal als de langstlevende ouder is overleden, is het dus voorgoed gedaan met de familievrede. Wat daarbij niet helpt is dat veel mensen een onduidelijk of verouderd testament hebben, of dingen onvolledig hebben geregeld. Of helemaal geen testament, zoals de helft van de Nederlanders. Daarmee vragen ze om moeilijkheden bij hun nabestaanden, maar dat kan ze blijkbaar niets schelen. Na hen de zondvloed aan onderlinge haat en nijd.
In zestig procent van de gevallen gaat een conflict over de hoogte van de erfenis, zoals de verdeling van het geld, of de verkoop van het ouderlijk huis. Er wordt in Nederland jaarlijks zo’n elf miljard aan nagelaten geld verdeeld. In ongeveer tweederde van de erfenissen is er een bedrag van minder dan een halve ton, een kwart van de mensen laat tussen de 50.000 en 200.000 euro na en bij tien procent gaat het om meer dan twee ton. Eén procent van de doden heeft louter schulden te verdelen. In veertig procent van de ‘ruzieboedels’ gaat het niet zozeer om het geld, maar om bijzondere stukken met vooral emotionele waarde, zoals antiek en sieraden. Wie krijgt mama’s trouwring? Onlangs stonden in Amerika twee miljonairs voor de rechter om een broodtrommel van pa, die voor beiden stond voor ‘de geur van hun jeugd’.
Het zijn vooral broers en zussen die elkaar bevechten en bestelen. Vijfenveertig jaar na dato is mijn moeder nog steeds verontwaardigd als ze vertelt over de erfenis van haar schoonmoeder. Mijn vader en zijn broer hadden afgesproken in het huis van hun overleden moeder de spullen te verdelen, maar daar aangekomen bleken de mooiste dingen – inclusief veel schilderijen van mijn opa, die een redelijk bekend kunstschilder was – op magische wijze in rook op te zijn gegaan. Mijn oom en zijn vrouw hadden alvast stiekem wat dingen voorverdeeld. Schuimbekkend van woede over zoveel onrechtvaardigheid siste mijn moeder pa in het oor dat hij moest protesteren, maar hij zweeg. Gelaten onderging hij de schijnvertoning die de verdeling van de erfstukken nu was geworden. Maar erna belde hij zijn broer nooit meer: “Wat mij betreft kan hij doodvallen.” Toen broerlief dat daadwerkelijk deed, togen mijn ouders en ik naar zijn huis om afscheid te nemen. Daar hingen alle gestolen schilderijen aan de muren. Even overwogen mijn moeder en ik allebei een schilderij van de muur te pakken en weg te rennen, maar fatsoen en angst floten ons terug. Daar hebben we al twintig jaar half en half spijt van.
Hoe komt het toch dat hysterie en vuile streken bij een overlijden schering en inslag zijn, ook bij anders redelijk weldenkende mensen? “Soms gaat het domweg om botte hebzucht, maar meestal gaat het helemaal niet om geld maar om oud zeer: jaloezie, bitterheid, het gevoel altijd achtergesteld te zijn”, zegt erfcoach Nico. Hij begeleidt onder andere mensen bij het plannen en afhandelen van erfenissen. Hij helpt mensen over hun eigen schaduw heen te stappen bij het verdelen, zodat ze morgen weer door kunnen en met een goed gevoel aan vroeger kunnen denken. “Neem een gezin waarin één kind wel heeft kunnen studeren en de ander niet. Die wil dan bijvoorbeeld meer uit de erfenis, want hij sukkelt aan de onderkant, terwijl zijn broer er prima bij zit.”
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar