De waargebeurde belevenissen van een high-class escortdame.
MIJN TROLLEY STAAT KLAAR, MIJN TICKETS ZIJN GECONTROLEERD EN IK BEN INGECHECKT. Ik hoef morgen alleen nog naar Schiphol om te boarden voor mijn werktrip naar Denpasar, Vali. Vier dagen in een luxehotel met zeezicht; het kan erger.
Maar die avond begint het. Hoesten. Een loopneus. Een voorhoofd dat op slot zit. Ik verander per uur mijn tactiek van snuiten naar neus ophalen. Het werkt allebei niet. Ik voel me beroerd. In de verbandtrommel zoek ik naar neusspray. Ik vind jodium, pleisters en ontwormingspillen voor mijn kat. Een warme douche dan maar. Het helpt niets. Ik plof op de bank, trek een deken over me heen. Wat nu? Informeer ik mijn klant? Zeg ik af? Of prop ik mezelf vol met pijnstillers? Naar de dokter voor een flinke verkoudheid is onzin. Trouwens, wanneer moet ik dat doen? Mijn hoofd maalt. Misschien is het geen verkoudheid. Het kan ook griep zijn. Of tante C. Ik kruip in bed. Midden in de nacht word ik wakker en grijp tijdens mijn loopje naar de wc naar muren en deurposten. Spierpijn als ik op de bril ga zitten, centimeter voor centimeter zak ik omlaag. Voor de spiegel slik ik Ibuprofen. Ik heb er nog maar één.
Te laat word ik wakker. Ik heb me verslapen, maar er is nog wat tijd. De schone was wordt niet gevouwen en de vaatwasser niet uitgeruimd. Ik knipper met mijn ogen. De pijn lijkt gezakt. Nog steeds een dichte neus waarvan de kraan open lijkt gezet, maar met nieuwe pakjes zakdoeken in mijn tas, vestzak en in mijn koffertje krijg ik mijn kin weer omhoog. Op de luchthaven koop ik nieuwe pijnstillers en een rol Stophoest, je weet maar nooit na al dat gekef van gisteren.
Onder een dun blauw dekentje slaap ik uren. Ik mis mijn ontbijt, maar het geeft niet. De hoofdpijn is er nog, maar ik kan weer door mijn neus ademen. Voor de schuifdeuren wacht hij op me. “Mijn chauffeur staat daar.” Hij wijst naar een kleine man in roze overhemd met korte mouw en neemt mijn trolley over. De gebruikte zakdoek prop ik snel in een afvalbak. In de limousine ligt zijn hand over mijn knie. Om zijn vinger een witte band waar even daarvoor zijn trouwring nog zat. “Zin in je.” Hij gromt als een tijger. De chauffeur kijkt in de achteruitspiegel. Hij begrijpt wat ik ben. Discreet geeft hij gas en laveert tussen pick-uptrucks vol schoolkinderen en bouwvakkers. De vingers van mijn Amerikaanse klant knijpen in mijn dijen. Kruipen omhoog. Ik draag een broek met elastische band, maar het kan hem niet deren. Mijn koninkrijk voor een douche. Als wormen krioelen zijn vingers tot hij mijn katoenen slip raakt. Gelukkig friste ik me net op in een klein toilet. “Voorproefje.” Hij knipoogt viezig en steekt een vinger tussen mijn schaamlippen. Vingert me onhandig. Het doet pijn. Mijn broek knelt. Via de spiegel met bungelende plastic bloemenkrans kijk ik de chauffeur strak aan. The show must go on. •
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar