De waargebeurde belevenissen van een high-class escortdame.
‘Je bent niet meer actief op twitter?’ zijn bericht is ondertekend met le coq opprimé – de onderdrukte haan. Een contradictio in terminis. Voor mij is twitter fossielig geworden: te weinig verse aanvoer en te veel spitsvondigheid. ‘Ik mis je een beetje’, schrijft hij als ik hem dat uitleg. Over een afspraak rept hij niet. Ik zoek geen penvriend, dus laat het zo. ‘Maak ik je anders blij met een leuk hebbedingetje?’ vraagt hij. “Een kop koffie in de stad?’ Hij heet D., schrijft hij, en hij geeft me zijn telefoonnummer. Ineens begrijp ik mijn onderdrukte haan. D. is een zogenaamde moneypig, de opvolger van de ‘geldslaaf’. Kriebels in mijn buik. Dit is nieuw. Ik voeg zijn nummer toe op mijn werktelefoon en app hem. ‘Ik verwacht dat je dit weekend thuisblijft’, app ik. ‘Het geld dat je uitspaart, stort je op mijn rekening.’ Die maandag ontvang ik een bedrag van 45 euro van ene D. de haan; zijn echte achternaam. ‘Ik heb er fonduevorken van gekocht’, app ik. ‘Het was krapjes.’ ‘Jij begrijpt me’, appt D. terug. D. kickt erop als een vrouw financieel gebruik van hem maakt. Niet omdat ze krap zit, maar omdat ze een bijdehante tante is. Het gaat erom dat ik hem steeds meer verneder. Dat zijn banksaldo slinkt terwijl zijn meesteres alles uitgeeft aan overbodige luxe, windt D. op. Hij wil dat ik bepaal waar zijn geld naartoe gaat. Niet hij. Ik app hem opnieuw. Ik wil niet koken vanavond. Bij de traiteur hebben ze ook champagne. D. stuurt me zestig euro, maar aan bedanken doe ik niet. Ik begrijp zijn opwinding en zeg dat hij die avond één keer mag klaarkomen.
De week erna laat ik D. naar mijn woonplaats rijden, twee uur bij hem vandaan. Onder een gemarkeerde steen moet hij een envelop leggen met driehonderd euro. Ik wil ook twee foto’s. Eén van de envelop onder de steen met in schoonschrift ‘meesteres Amber’ erop. De tweede foto moet van een boormachine zijn uit de bouwmarkt om de hoek. Achter de rij dozen verstop ik een briefje voor D. hij mag zichzelf op een afgelegen parkeerplaats in de auto bevredigen. D. doet het allemaal braaf. Ik klaag dat de inkt heeft gevlekt. Hij stuurt een smiley terug. ‘Dank je wel, meesteres.’ In een kleine maand ontvang ik zo’n zeshonderd euro van D. Hij geniet van de vernedering, van ons spel. Hij kijkt uit naar mijn berichtjes. Ik twijfel. Schuldgevoel speelt op. Het is werk, dat weten we allebei. Moet ik deze man in bescherming nemen? Of is hij bemiddeld en zoekt hij uiteindelijk wel weer een ander? Mijn geweten laat me verkrampen en zonder lieve woorden of excuses schrijf ik hem af. Daarna blokkeer ik hem. Op deze manier mijn geld verdienen, maakt me onrustig. In tegenstelling tot mijn kip met gouden eieren, ben ik simpelweg niet geboren als haantje. •
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar