Een gelijkwaardige toekomst voor onze dochters en zonen begint bij onszelf. journalist en schrijver Roxane van Iperen stroopt haar mouwen op. Het snoezepoezentijdperk is definitief voorbij.
Toen mijn dochter vertelde dat ze iedere dag op de fiets wordt lastiggevallen door groepjes vreemde puberjongens, reageerde ik op de automatische piloot. “Trek het je niet aan, het is vast alleen grappig bedoeld. Je moet gewoon brutaal terugdoen.” We zaten naast elkaar in de intimiteit van de auto, regendruppels roffelden geruststellend op het dak en mijn woorden hingen even tussen ons in. Toen antwoordde ze beduusd: “Maar ik weet toch niet wanneer het grappig bedoeld is, en wanneer niet? Misschien menen ze het wel.” Ik realiseerde me direct hoe verkeerd mijn reactie was geweest. Niet alleen was ik puur van mezelf uitgegaan – een volwassen vrouw, gepokt en gemazeld door het hele kleurenpalet aan mannenfratsen: van de gebruikelijke onderschatting tot (seksuele) agressie, ik had met mijn antwoord de verantwoordelijkheid voor het probleem ook nog eens bij háár gelegd.
Ik, de grote feminist, die schuimbekkend de discussie aanga met mannen die menen ‘dat vrouwen nou eenmaal minder ambities hebben’ en ze daarbij nog net niet uitdaag tot een matpartij. Ik, die dacht dat ik mijn dochter én zoons in de opvoeding bewustmaak van alle onderhuidse stereotypes en vooroordelen in de samenleving waardoor kinderen al vanaf heel jong in een mal worden gedwongen. De jongens richting een leven vol avontuur en onbegrensde zelfontwikkeling, de meisjes naar een bestaan waarin ze altijd en onder alle omstandigheden rekening moeten houden met hun omgeving en vooral over veel incasseringsvermogen dienen te beschikken. En met mijn opmerking had ik nu precies hetzelfde gedaan.
“Laat die jongens lekker roepen, jij moet flink zijn.” Viel me dat even tegen van mezelf.
Nou is het ook geen gemakkelijk onderwerp. Als er íéts duidelijk is geworden na alle verhalen rondom #MeToo – het sleutelwoord waarmee op sociale media en daarbuiten de beerput over seksuele intimidatie openging –, is het hoe groot en schadelijk het probleem werkelijk is. En hoe complex de discussie eromheen. Die liep dan ook al snel uit op een bloedbad. Vanuit de ene hoek werd geroepen dat vrouwen niet altijd zo moeten zeuren, uit de andere hoek dat die cultuur van bagatelliseren nou juist jarenlang alle narigheid in stand heeft gehouden; verwijzend naar de vele affaires die in doofpotten verdwenen.
Lang niet iedereen lijkt de aandacht voor #MeToo en grensoverschrijdend gedrag noodzakelijk te vinden, terwijl anderen op hun beurt wel erg hysterisch reageerden. Mannen spelen te vaak de vermoorde onschuld door te vragen “of ze nog wel mogen flirten”, de genderneutraalbrigade vindt dat alle prinsessenjurken op de brandstapel moeten gegooid. Verwarrend, verwarrend. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de vraag of we, om de boel écht te veranderen, onze kinderen wellicht anders moeten gaan opvoeden – toch al geen onderwerp waarmee je vrienden maakt. Maar dat betekent niet dat we het gesprek uit de weg moeten gaan. Intimidatie, seksuele intimidatie, vrouwenonderdrukking of hoe je het ook wilt noemen: het komt allemaal voort uit de grote machtsverschillen tussen mannen en vrouwen. Een grauwe erfenis van hoe de wereld eeuwenlang functioneerde: vader richt de samenleving in, moeder het huis. Deze rolverdeling diende ooit een doel, zo was veel werk vroeger lichamelijk zwaar en zijn mannen daar over het algemeen nou eenmaal fysiek beter toe in staat, maar is in de wereld van nu totaal achterhaald. En het ontwricht relaties, smoort carrières in de kiem en draait dromen de nek om. Dat is geen mening, maar een keihard feit, onderbouwd door tranentrekkende statistieken. Jonge vrouwen zijn inmiddels hoger opgeleid dan de mannen, maar zodra er kinderen komen, zijn het nog steeds de moeders die minder gaan werken. Papa heeft een baan, mama een baantje. Zo wordt de maatschappij nog steeds vooral door mannen vormgegeven, en hebben vrouwen zich daar maar naar te voegen.
Vaak als ik deze discussie aanzwengel, verzuchten andere moeders: “Laat mij toch. Ik wil parttime werken en er vooral zijn voor de kinderen.” Maar feitelijk komt dat erop neer dat je ze achttien jaar lang een traditioneel rolpatroon voorspiegelt. Júíst sinds ik moeder ben, voel ik de verplichting bij te dragen aan een rechtvaardiger samenleving en het doorbreken van die ijzeren, Hollandse moedercultuur. In een tijd waarin niet langer fysieke kracht, maar universele kwaliteiten als kennis, creativiteit en visie bepalend zijn, is er niets meer dat ons in de weg staat.
Laten we gewoon beginnen met de volgende zes belangrijke punten. Ik heb de wijsheid ook niet in pacht, maar ben wel op zoek naar medestrijders. Dus: schop ertegen, spuug erop, pluk eraan of knik instemmend, maar laat het een begin zijn van een discussie die leidt naar een gelijkwaardiger toekomst voor onze dochters en zonen, en dus: minder (machts) misbruik.
PROBEER DE
EERSTE MAAND GRATIS
- Exclusief voor LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar