Actrice Renée Soutendijk (66) speelde al in film nummer zoveel toen Richard
Groenendijk (50) nog een prille tiener was (en verliefd op Renée). Dus er valt voor hem genoeg te vragen. Plus een pijnlijke confessie.
Richard: Renée, jij zei tijdens de fotoshoot dat wij elkaar nooit eerder hadden ontmoet, maar dat klopt niet helemaal: ik kom van de Zuid-Hollandse eilanden, het stadje Goedereede om precies te zijn, en daar werd in 1986 de film ‘op hoop van zegen’ opgenomen.
Renée: “Ja! Was jij daarbij?”
Nou … ik wilde dus gaan vertellen dat jij onderdeel bent van mijn allereerste jeugdtrauma. Want ons hele dorp deed als figurant mee in die film: mijn oma, de buren, vriendjes. En ik zat de hele dag met ogen op steeltjes in De Gouden Leeuw – het restaurant waar mijn moeder destijds werkte en dat tijdelijk het kloppend hart van de filmset was – te wachten tot ik óók werd gevraagd. Op een gegeven moment zei mijn oma tegen Pauline Durlacher, die over de figuratie ging: ‘Zeg, mijn kleinzoon wordt maar niet gebeld.’ Waarop Pauline antwoordde: ‘Tsja, de film speelt zich af in 1901, hè. Toen waren veel kinderen ondervoed.’ En ik was dus een vrij fors ventje. ‘Maar,’ vroeg mijn oma, ‘er waren destijds toch ook wel rijke gezinnen?’ ‘Nou,’ zei Pauline, ‘zo welgesteld als uw kleinzoon eruitziet zijn ze in 1901 nooit geweest, hoor.’
“Wat erg!”
Ja. Bodyshaming avant la lettre. Dus ik denk weleens dat mijn hele carrière wraak is op die afwijzing voor ‘Op hoop van zegen’.
“Ik was niet zo’n fan van de uiteindelijke film, maar ik weet nog wel hoe leuk ik het vond om met veel van die grote namen te werken. Rijk de Gooyer, Ramses Shaffy, Albert Mol, Kitty Courbois.”
Kun je je nog herinneren dat het kunstgebit van Albert Mol in tweeën was gevroren op het strand, toen hij vanwege de kou zo stond te klappertanden?
“Zeker. En dat Ramses vaak beschonken op de set stond.”
Ik herinner me ook nog heel goed dat mijn moeder na die afwijzing tegen me zei: ‘Maar ja, jongen, kijk nou naar Renée Soutendijk – zó’n fijn smoeltje. Dat is toch niet voor ons soort mensen? Wij moeten gewoon werken, snap je?’
“Hoe oud was jij toen?”
Dertien. En ik was zowel verliefd op Danny de Munk als op jou. Jij had al gespeeld in de televisieserie ‘Dagboek van een herdershond’ en was de femme fatale in filmhits van Paul Verhoeven, zoals ‘Spetters’ en ‘De vierde man’.
“Het grappige is: in De vierde man speelde ik een koppel met Jeroen Krabbé en komend najaar zijn we weer een stel, nu in een film van Will Koopman over een groep ouderen die een seniorenreis naar Frankrijk maakt. De eerste was een erotische thriller, nu is het personage dat Jeroen speelt terminaal en duw ik zijn rolstoel.”
Je speelde ook in een Amerikaanse film, ‘Eve of Destruction’. Ben jij er toen echt voor gegaan om daar een carrière op te bouwen?
“We hadden een beetje pech dat die film in première ging op de dag dat de Golfoorlog uitbrak, dus hij werd niet zo’n succes als vooraf gehoopt. Daarna kon ik wel aan het werk blijven, maar ik was niet van plan om weer helemaal van voren af aan te beginnen, omdat ik in Nederland al echt iets had opgebouwd. Ik woonde daar destijds met onze dochter Caro en mijn man Thed en reisde zo veel mogelijk op en neer. Omdat hij ook een drukke carrière had als fotograaf en regisseur, was dat niet bepaald ideaal. Dus uiteindelijk dacht ik: ik heb in Amerika gewerkt, het was leuk, maar is het me een scheiding waard? Nee.”
Hoelang zijn jullie inmiddels samen?
“Veertig jaar getrouwd en 44 jaar samen. Natuurlijk gaat dat met allerlei horten en stoten, maar dat hoort er gewoon bij.”
Hoe overleef je die dan?
“Door elkaar niet te claimen. En daarbij: als je kinderen hebt, doe je sowieso al meer je best om er iets van te maken.”
Nou, niet iedereen, hoor. Ik erger me er juist aan dat mensen zo makkelijk scheiden, terwijl er in de basis nagenoeg geen kind is dat wil dat z’n ouders uit elkaar gaan. Mijn vader en moeder zeggen het nu ook: we zijn zo blij dat we hebben volgehouden. En mijn moeder heeft echt weleens met haar koffertje bij de deur gestaan.
“Mijn eigen ouders zijn 45 jaar getrouwd geweest en ik denk dat mijn moeder niet altijd even gelukkig was in dat huwelijk. Kinderen krijgen was haar liefste wens, en dat is gelukt. Maar al had ze gewild, ze kon niet weg bij mijn vader, omdat ze niets had om op terug te vallen. Geen opleiding, geen werk, geen inkomen – zoals veel vrouwen van haar generatie. Ik weet zeker dat ik dat onbewust heb opgepikt. Zo van: ik wil nooit afhankelijk zijn van een ander. De eerste woorden die ik als kind zei, waren ‘zelf doen’. En dat is nog steeds mijn motto. Ik heb altijd mijn eigen geld verdiend en ben trouw aan mezelf gebleven; ik weet zeker dat ik het in dit vak daarom zo lang heb volgehouden.”
PROBEER DE
EERSTE MAAND GRATIS
- Exclusief voor LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar