Een groezelige envelop uit Istanboel, met erin een usb-stick. Het zat zomaar
tussen de LINDA.-post. Er bleek een heimelijke opname van een gesprek tussen Ferry Bouman en Layla Bulut op te staan. Hoe die bij ons terechtkwam is een raadsel, maar het bleek de moeite van het delen meer dan waard.
Ferry: “Eej, jongen, kom nog ’ns effekes iets drinken, anders zit ik hier maar alleen.”
Leyla: Ja nou? Hier ben ik.
“Drinkte gullie helemaal nooit niks?”
Jawel, raki.
“Mag da wel? Wordt Allah dan niet boos?”
Zullen we Allah hier buiten laten?
“Oké.”
Goed, maar hee, Ferry, wat is dat hele ding van jou? Stoer doen, net alsof het je allemaal niks kan schelen, maar ondertussen (onverstaanbaar). Wat vind jij eigenlijk echt belangrijk in het leven? Wat wil je?
“Wat ik belangrijk vind? Familie. Daar verschillen wij nie in, denk ik.”
Familie is voor mij zeker heel belangrijk ja, maar waarom geloof ik dat nou niet, dat jij er ook zo over denkt?
“Da’s dan jouw probleem.”
Nee, dat is te makkelijk. Ten eerste: ik zie niet dat je familie hebt.
“Wa witte gij d’r nou van?”
Ik heb overal mijn mannetjes.
“Dan zou ik maar eens andere mannekes gaan zoeken. Het is een beetje gek wat je zegt, wat een kwats dit allemaal … Ge het oew mening over mij al klaar, terwijl ge mij helemaal nie kent. Wat is da nou voor een instelling? Da’s toch nie oké? Of wel? Als het zo moet, stap ik maar weer eens op.”
Wat ik bedoelde te zeggen is dat Turken en Nederlanders heel anders over familie denken. Wij geven ons hart, ons leven voor familieleden, we springen voor de kogel en –
“En gij denkt da ik zoiets nie zou doen? Kijk effe goed naar me.”
Vertel eens iets over je familie, je vader, je moeder, broers, zussen.
“Ons’ vader was een soort tomaat met een aardbei erop, zuipschuit, lul van een gozer … Blij dat-ie dood is. Ik kan me niet herinneren dat-ie ooit iets aardigs tegen me heeft gezegd. En hij had losse handjes. Hij sloeg mij. En m’n moeder.”
Heb je weleens teruggeslagen?
“Toen ik een jaar of tien was heb ik een keer z’n eigen pistool gepakt en op z’n bakkes gericht. ‘En nou wegwezen’, zei ik. Nie dat-ie naar me luisterde trouwens. Maar ik ben dus altijd heel beschermend geweest naar m’n familie, naar ons mam en naar m’n zus. Jullie springen voor de kogel, zei je toch? Nou, ik zorg ervoor dat er niet eens een schot gelost kan worden. Snap je? Van mijn familie blijf je af. Punt.”
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar