‘Ik ben straalverliefd’

Editorial

‘Ik ben straalverliefd’

doorLinda de Mol

NORMAAL GESPROKEN BRENG IK HET liefste in de zomermaanden zo veel mogelijk tijd door met mijn hele familie in ons vakantiehuis in Portugal, maar deze zomer wordt dat hooguit een véél kortere aangelegenheid, want ik ben straalverliefd. Echt tot over allebei mijn oren. En die verliefdheid zorgt ervoor dat dit een hele andere vakantie wordt dan gebruikelijk.

Het wordt een zomer waarin de dagen zich niet lekker loom en luierend aan elkaar rijgen met cappuccino en een dikke roman op een bedje en roseetjes aan het strand, maar waarin ik elke dag om zes uur opsta, in mijn Crocs schiet (jazeker, die heb ik gekocht, terwijl ik gezworen heb die lompe dingen nooooit aan te trekken, maar de liefde doet malle dingen met een mens) en de hele dag sta te roepen: “Ga maar een plasje doen. Nee, geen kiezels eten, hoho, niet aan die plant hangen, shit, niet happen naar die wesp, fuck, daar gaat mijn designlamp.” En vervolgens met van die zakjes een stuk of tien warme drollen per dag van mijn gazon sta te rapen. Je begrijpt: de verliefdheid betreft twee meisjes, Molly en Loulou, labradorpups van nu tien weken. En ze zijn zo niet normaal cute dat ze allebei in die toiletpapiercommercial kunnen. Twee pups! What was I thinking?!

Ter verdediging van mezelf: er waren nog twee blonde teefjes over in het nest in Friesland en die ene was eigenlijk al verkocht, maar de koper kreeg te maken met een ziektegeval en gaf haar terug. En toen staarden allebei die koppies me aan, kon ik niet kiezen en wilde ik de zusjes ook niet scheiden. Dus reed ik uiteindelijk met twéé piepende hondjes in de kofferbak terug naar het Gooi. Nog in de naïeve veronderstelling dat het weinig uitmaakt: één of twee honden.

IK HEB ZELFS CROCS GEKOCHT; DE LIEFDE DOET MALLE DINGEN MET EEN MENS

Nou, het is serieus alsof ik een tweeling gebaard heb op mijn 58ste. Ik zie er ook uit alsof ik uit zo’n huis getrokken ben waar een ­hoarder woont. Ouwe ­joggingbroek, in mijn mooie kasjmieren ­exemplaar zitten namelijk inmiddels twee ­gaten van die scherpe tandjes, T-shirt, die Crocs, ­ongewassen haar en nul make-up. Als ik ze even allebei in de bench heb gestopt en ze een slaapje doen, kan ik snel wat werken, douchen of koken en voor de achtste keer de vloerdweilen, want nog lang niet alles belandt buitenshuis. Twee pups betekent constant opletten of er niet eentje een snoer doorbijt of in een hoekje plast want als je dat niet ziet gebeuren, krijg je ze nooit zindelijk. Twee pups betekent dat als de ene eindelijk slaapt, de andere er vol bovenop duikt. Twee pups betekent ook dat als je ze aan een riempje probeert uit te laten, de een naar links wil en de ander naar rechts en jij er als een gekruisigde tussen staat. Maar twee pups betekent ook een bak vrolijkheid, daar kan geen Netflix tegenop ’s avonds, en een enorme hoop liefde en aanhankelijkheid. Als ze moe worden en ik ze half slapend met die zachte buikjes op schoot heb, schiet ik gewoon vol. Misschien omdat ik de wereld zo hard vind tegenwoordig. Gisteren ging Molly in mijn tuin, die zo groot is als een gemiddeld park, met d’r blonde hondenkontje exact op het plekje onder de beuk zitten waar ik onlangs de urn van mijn superlieve labrador Beer heb begraven en ik wist: geef mijn lange luiervakantie dit jaar maar aan Fikkie.