Deze maand: Adelheid Roosen (64), artistiek leider theatergezelschap Female Economy.
“IN 1996 DEED IK RESEARCH IN VIJF Afrikaanse landen voor een documentaire over vrouwelijk leiderschap. Ik had voor vertrek de nodige inentingen gehaald en een klamboe gekocht tegen de dodelijkste vorm van malaria, waarvan nog geen genezing mogelijk was. In het tweede land, Mali, ging het al mis. In mijn slaap was ik naar de rand van het matras gerold, waardoor ik tegen die klamboe kwam te liggen en de muggen vrij spel hadden. Ik werd wakker met een lijf vol beten. Ik stond doodsangsten uit, maar kalmeerde ook vrij snel. Dat had alles te maken met hoe die vrouwen daar met mij omgingen. We spraken elkaars taal niet, maar ze verzorgden me, aaiden me over mijn hoofd, brachten me rijst en water. Na een paar dagen drong het tot me door dat ze niet probeerden te voorkomen dat ik dood zou gaan, maar juist bezig waren om me naar het einde toe te begeleiden. Dit is het, dacht ik: zo afscheid te kunnen nemen, tussen zulke lieverds. Het klinkt gek, maar daardoor was ik er klaar voor. Gelukkig bleek ik geen malaria te hebben en knapte ik binnen een paar dagen op. Maar toch: deze ervaring was levensveranderend. Ik ervaarde hoe universeel liefde is en hoe belangrijk het is om gezien te worden, zelfs door wildvreemden, tijdens de laatste momenten van je leven.
En wat er daarna gebeurt? Ah joh, stop me in een plastic zak en doe ermee wat je wil. Dat wil zeggen: als ik plotseling zou komen te overlijden. Want nu ik toch de tijd krijg om erover na te denken, is een uitvaart met veel muziek en dans misschien wel een goed idee. Voor iedereen een Afrikaanse trommel. Nee wacht, nog beter, zoals Moniek Toebosch het ooit bedacht: laat alle gasten met hun drumstokjes op mijn kist roffelen, dan lig ik daarbinnen heerlijk mee te trillen.
Na het feest wil ik in zo’n champignonachtig, biologisch afbreekbaar geval ter aarde worden besteld. Dat hoeft niet per se op een mooie begraafplaats te gebeuren; een desolaat industrieterrein is ook wel geestig. Of langs de snelweg en dan het liefst bij hectometerpaaltje vijf omdat ik volgens het Tarot-spel nummer vijf ben: de Hogepriester, verbinder tussen hemel en aarde. Plant er voor de zekerheid wel een vlaggetje naast, zodat de mensen als ze voorbij jakkeren in een flits zien dat daar iemand begraven ligt. Memento mori: gedenk te sterven.
Ik heb een tombola aan ideeën in mijn hoofd, het is één buitelende, doorlopende beweging van mogelijkheden. Dat is precies waarom ik voor dit vak heb gekozen: om te kunnen spelen met alles wat voorhanden is. Maar vraag me niet wat er ná dit leven gebeurt. Als ik daarover nadenk, stolt het in mijn hoofd. Dood is dood? Terug naar de Schepper? Reïncarnatie? We kunnen het gewoon niet weten. En dat wil ik graag zo houden.”•
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar