Voorpublicatie

‘Je moet van hem af, Aisha. Dit is echt helemaal foute boel, hij is een crimineel, dat zie je toch?’

Als officier van justitie Rixt van Leeuwen een drugsbende probeert op te rollen, komt de onderwereld wel heel erg dichtbij. Een fragment uit de bloedstollende thriller van Bregje Rebergen.

RIXT

Het is druk in de centrale hal van het politiebureau. Niet ongebruikelijk voor een zaterdagavond, al is het nog te vroeg voor arrestanten na dronken vechtpartijen. Rixt loopt naast Chris naar de afgeschermde verhoorunit. De gangen die de twee zijden van het vier verdiepingen hoge gebouw met elkaar verbinden, zijn volledig van glas. Hier is het rustiger.
‘Aardige kerel, die Mateo,’ zegt Chris. Hij kijkt haar met een grijns op zijn gezicht schuin aan, terwijl ze flink doorlopen.
‘Hm.’ Ze gaat echt niet happen. Chris is, als teamleider van de recherche, al meer dan tien jaar haar directe collega en kent haar door en door, al zijn ze nog nooit bij elkaar thuis geweest.
De beveiliger knikt naar haar wanneer ze haar toegangspas laat zien. Wanneer hij aangeeft in welke verhoorkamer ze moeten zijn, kijkt hij verwonderd naar haar paardrijkleding. Even komt ze in de verleiding om uit te leggen dat ze van huis is weggeroepen, maar dan loopt ze door. Wat kan het haar ook schelen.
Terwijl Chris koffie haalt, gaat zij vast zitten in de ruimte naast de verhoorkamers. De televisieschermen staan al aan, maar de verhoorkamers zijn nog leeg. Rixt pakt haar laptop uit haar tas. Weer een appje.
‘Papa was even thuis en is nu weer weg. Ik ben alweer alleen!’
Ze belt Victor, maar hij neemt niet op. Hij snapt toch wel dat dit belangrijk is.
‘Waar zit je? Juul is nu alleen. Ik ben uiterlijk elf uur thuis. X.’ Dan maakt ze er toch half twaalf van, haalt de ‘X’ weg en verstuurt het bericht. Ze belt hem nog een keer, maar wordt direct doorgezet naar zijn voicemail. Nijdig legt ze haar telefoon voor zich op tafel.
Ze opent het verhoorplan op haar laptop en scrolt erdoorheen. Ze haalt de gegevens van de chauffeur uit het systeem. Albertus Daalhuisen, achtenvijftig jaar. De naam zegt haar niets. Hij heeft een strafblad met wat kleine zaken, mishandeling, diefstal.
Chris komt binnen en zet haar cappuccino voor haar neer.
‘Dank je. Weet jij of we al in zijn telefoon kunnen?’
‘Dat denk ik wel. Roel is ermee bezig.’

‘Ik lees hier dat ze direct gaan inzetten op het inhoudelijke verhoor. Is dat handig? Ik wil hem wel in een goede bui hebben. Misschien toch even kort vragen naar zijn thuissituatie? Je weet nooit wat we kunnen gebruiken. Beetje smalltalk is wel prima.’
Chris knikt en loopt naar buiten om te overleggen met de rechercheurs die het verhoor gaan doen. Hij is kort van stof, maar ze kan lezen en schrijven met hem. De verhoorkamer is nog leeg op een witte tafel met vier blauwe stoelen in het midden van de ruimte na. De computer staat al aan, dus ze zullen zo wel komen. Ze stelt de intercom zo in dat ze kan horen wat er binnen wordt gezegd. De chauffeur wordt binnen­gebracht. Hij lijkt niet erg onder de indruk en gaat onderuitgezakt op zijn stoel zitten. Brutaal kijkt hij in alle camera’s. Dit is overduidelijk niet de eerste keer dat hij wordt verhoord.
Mateo en Loek komen binnen, samen met een jonge piketadvocate. Ze neemt plaats naast de chauffeur en steekt meteen van wal. ‘Mijn cliënt gebruikt bloedverdunners en heeft die nu nodig. Ik ga pas beginnen met dit verhoor wanneer ik weet dat die voor hem geregeld worden.’
Chris kijkt haar kant op en trekt een gezicht. Rixt schudt haar hoofd en leest ondertussen de gegevens van de telefoon van de chauffeur die net binnen zijn gekomen. Gek dat hij een gewoon mobieltje heeft. Ze begint met het verslag van zijn laatste app-gesprekken.
Nadat Mateo de advocate heeft verzekerd dat hij zijn medicijnen krijgt en nadat ze hem koffie hebben aangeboden, gaan ze verder met het verhoor.
‘Zo, Albertus, Bert.’ Loek pakt een stoel en gaat tegenover de ­chauffeur zitten. ‘Ik zag de achtergrond van je telefoon. Schattig meisje. Kleindochter?’
‘Mijn cliënt zegt dat er geweld en dwang is gebruikt bij zijn arrestatie. Ook is hij heel erg geschrokken van het gewapende team dat zijn vrachtwagen overmeesterde. Ik wil graag een verslag lezen van hoe dit is gegaan.’
Rixt zucht. Dit kon nog weleens lang gaan duren. Bert heeft ­inderdaad een grote kras op zijn wang, maar dat kan ook al eerder zijn gebeurd. Haar blik wordt getrokken naar de sterke onderarmen van Mateo die onder de opgerolde mouwen van zijn overhemd uitsteken. De ­donkere kringen om zijn ogen tekenen nog meer door het felle licht in de kamer.
Mateo neemt het woord. ‘Goed, we laten je kleindochter voor wat het is. Jij rijdt op een vrachtwagen en je hebt geen idee wat je lading is. Is dat niet een beetje vreemd?’
‘Geen commentaar.’
‘Zou je dan in elk geval kunnen verifiëren dat een chauffeur normaal gesproken weet welke lading hij vervoert?’
‘Geen commentaar.’
‘De vrachtwagen die je gebruikt,’ vraagt Loek, ‘is die van jou?’
Bert buigt zich naar zijn advocaat toe, fluistert met haar en zegt dan: ‘Nee, van mijn baas.’
‘Weet je baas dat je die hebt gebruikt voor dit transport? Ben je daar in loondienst?’
‘Ja, al twintig jaar.’
‘Die zal blij zijn als hij hoort dat je er extra werkzaamheden op na houdt met zijn auto.’ Mateo staat op.
Bert haalt zijn schouders op.
‘En je vrachtbrief?’ vraagt Mateo, over de tafel hangend.
‘Geen idee.’ Bert schuift op zijn stoel. ‘Misschien in het dashboardkastje.’Mateo ijsbeert door de ruimte en blijft naast Bert staan. ‘We hebben overal gezocht, maar geen spoor van een vrachtbrief. Wat we wel hebben gevonden, in de laadbak? Heel veel geld. We zijn het nog aan het natellen, maar misschien weet jij het totale bedrag wel?’
Bert kijkt verbaasd. ‘Geld?’ vraagt hij aan Mateo. ‘Cash?’
Rixt glimlacht naar Chris. Ze hebben geen geld gevonden, maar hij hapt wel.
‘Klus je bij voor de ABN AMRO?’ vraagt Loek.
Rixt kijkt naar Chris. Niet gek, voor hun eerste verhoor samen.
‘Ik weet niets van geld,’ zegt Bert, die zich nu duidelijk opwindt.

TRENDING

Gerelateerd

NET BINNEN