Jij bent topsporter. Dat betekent vast heel veel eiwitshakes, stronken broccoli en gekookte kip? “Ja, dat zou wel het beste zijn, maar ik ben nogal een lekkerbek en een snoepkont dus het kost me vaak moeite om me aan een dieet te houden.”
Wat zijn je valkuilen? “Chocolade, gevulde koeken van de bakker, salamiworstjes, de Thaise gerechten van mijn tante, pasta en pizza, truffelmayonaise.”
Oei. Maar als je braaf bent en op weg naar een toernooi, wat eet je dan? “Dan begin ik ’s morgens met een bak volvette Griekse yoghurt, die 0 procent vind ik zo karig. Daar gooi ik lijnzaad bij, muesli met noten, bosbessen en frambozen en een schepje goede honing. Groot glas groene thee erbij met wat collageenpoeder en supplementen. Heel soms neem ik nog een cracker met pindakaas voor de lekker. Daarna ga ik twee uur keihard trainen. Dan is het tijd voor een eiwitshake.”

En dan is het lunchtijd. “Ik ben dol op gebakken eieren, liefst met parmaham, kaas en een likje mayo, op twee volkoren boterhammen. Maar die parmaham mag niet meer van mijn voedingsdeskundige, dus wordt het ook vaak kipfilet. Mét pittige sambal, want ik houd enorm van alles wat spicy is. Erbij drink ik thee of suikervrije limonade. Soms een eierkoek toe, maar dat is eigenlijk ook niet zo best. En ’s avonds, na weer twee uur trainen en lesgeven, sla ik aan het wokken met zilvervliesrijst, pittige kip, groente, knoflook, uien en verse kruiden.”