Het gras bij de buren is altijd groener. In het geval van journalist Maike Jeuken zijn die buren haar insta-feed, en dat gras het opknappen van oude meubels.
Ik wil ook een oude loods, vrije tijd en een vriend die me filmt met mooi licht.
Het gras bij de buren is altijd groener. In het geval van journalist Maike Jeuken zijn die buren haar insta-feed, en dat gras het opknappen van oude meubels.
Ik wil ook een oude loods, vrije tijd en een vriend die me filmt met mooi licht.
Hangend op de bank swipe ik graag langs metamorfoses. Van stroachtig rampenkapsel naar weelderige haardos, van rimpelkop naar glimprinses of afgeragde binnenplaatsen die worden omgetoverd tot een lommerrijke tuin of strakke patio. Ik ga heel goed op korte voor- en navideo’s met een happy end en bovendien kijkt het lekker weg.
Mijn nieuwste fascinatie is iets wat furniture flipping wordt genoemd. Oude kasten, dressoirs, stoelen en tafels opknappen tot Instagram-waardige stukken. In de miljoenen beschikbare filmpjes lijkt dat een fluitje van een cent. Met lekkere muziek op de achtergrond staan frisse types blij te schrapen, schuren, schroeven en schilderen. Aan het einde van het liedje is – tadaaa – het meubel klaar.
Voor hen vast veel werk, maar ik zie in nog geen twee minuten het eindresultaat op mijn scherm. Word ik gelukkig van. En bloedchagrijnig – maar daarover later meer. Laten we positief beginnen: van zulke filmpjes slaat mijn fantasie op hol. Ik zie mezelf al meubels scoren in oude loodsen die niemand anders dan ik weet te vinden, idem voor geniale verstopte websites. Meubels die ik dan eigenhandig ombouw tot prachtige parels die óf precies op de perfecte plek in eigen huis passen, óf heel veel geld opbrengen omdat iedereen mijn kunsten wil kopen.
Tweelingzussen op schattenjacht naar vintage Ikea parels: 'Kan bizar veel geld opleveren'Lees ookSinds een jaar of vier is furniture flipping een rage. Dat kwam zo: verveelde mensen sloegen tijdens de pandemie massaal aan het klussen. Oude zooi van zolder, ongebruikte stoelen of een vloekende kast bij het nieuwe interieur: met tijd, beits en goede zin kon iedereen zijn afgedankte troep veranderen in prachtstukken. Mensen deelden online hun oude vondsten en de nieuwe creaties.
De trend verspreidde zich als een virus. Het bleek niet alleen een prima hobby tijdens de lockdown, want toen het gewone leven weer begon, explodeerde de rage pas echt. Ineens lag de wereld weer aan onze voeten en konden we meubels kopen op plekken die lange tijd dicht waren geweest. Terwijl we terugkeerden naar onze banen, bleek dat flippen een aardige side hustle.
Inkopen voor een habbekrats en verkopen voor een godsvermogen: niet alleen leuk voor de spaarrekening, maar ook nog eens goed voor de wereld. Aangezien hergebruik steeds harder nodig is, komt het meer dan ooit uit dat wij, als moderne scheppers, alles een tweede leven geven. Kasten, kleding, boeken, speelgoed: ben je het zat? Verbouw het, vermaak het, verkoop het of ruil het lekker in (zelfs een man die niet bevalt kun je gewoon inwisselen. Ook die gun je een tweede leven, alleen niet met jou).
Enfin, daarom word ik zo blij van deze trend. Niets is persoonlijker, creatiever en duurzamer dan spullen opleuken.
Dat vind niet alleen ik, een vijftiger; vooral millennials en gen Z’ers – een groen volkje en altijd op de trend – weten dondersgoed waar Abraham de mosterd haalt. Maar daar waar wij vroeger creatief losgingen op oma’s oude inboedel en hoge ogen gooiden wanneer we het donkere eiken gedrocht waar iedereen z’n neus voor ophaalde opleukten tot een frisse witte kast, pakt de nieuwe generatie het heel anders aan. Sterker: die pakt onze witgekalkte kast om er vervolgens met chemicaliën, schrapers en zulks meer een prachtig eiken exemplaar van te maken. Mooi papier in de lades, scharnieren en handgreepjes gepoetst, fotootje op insta en scoren maar.
Klussen voor beginners: hoe je budgetproof je (huur)huis oppimptLees ookOp hun flitsende Instagramaccounts (neem vooral een kijkje bij flippedbyabby, something.renewed, breeyashade en shellychicboutique) DIY’en ze er vrolijk op los in hun riante achtertuinen, garages en loodsen. En daar zit bij mij meteen de wrevel: waarom sta ik in de woonkamer op oude kranten te hannesen met kwasten en hebben zij een overschot aan ruimte om hun kast te vernevelen? Blits bewapend met verfpistool en een keur aan schuurmachines, boormachines, spijkerschieters, verfbranders, spuitbussen en vooral: tijd.
Daar kan ik toch niet tegenop? Dat maakt me jaloers. En in plaats van zelf aan de slag te gaan, plof ik dus maar weer neer op de bank, open mijn telefoon en bekijk het ene na het andere filmpje van mensen die duidelijk meer doorzettingsvermogen hebben dan ik. Ergens haat ik ze, deze klussers met gouden handjes en zeeën van tijd. Maar goed, op school leerde ik al: haat is een gevoel dat de nieuwsgierigheid prikkelt en dus scroll ik zo een uur door.
Het schijnt overigens dat de hersenen van heel veel mensen goed gaan op dit soort filmpjes, omdat je de uitkomst (mooi meubel) van tevoren al kunt voorspellen, en dat vindt ons brein fijn. Ik troost mezelf dus maar met de gedachte dat ik niet de enige ben met deze haat-liefdeverhouding. Ho, ik dwaal af.
Mijn punt is: ik wil óók onbekommerd garage sales aflopen en in de weekenden het (buiten-)land in trekken om onontdekte juweeltjes te scoren, die ik vervolgens inlaad in mijn hippe busje en dan eigenhandig transformeer in veilingwaardige meubels. Ik wil ook een vriend of partner die dit alles filmt met mooi licht, terwijl ik in een hippe overall en kunstige knot op mijn hoofd sta te schuren.
Nergens zweet, nooit iets wat fout gaat. Goed, als ik realistisch ben, zou ik hier omgerekend per uur nog geen minimumloon uitslepen. En daarbij: ik heb een leven. Ik heb een man, kinderen, honden en opdrachtgevers. Ik heb geen tijd en ook geen loods, niet eens een schuur. Wat ik wel heb, is een fietsenhok. Groot genoeg om straks een Ikea-bouwpakket in af te latenleveren. Vanavond, uit mijn werk, schroef ik ’m uiterst ambachtelijk in elkaar om daarna best tevreden op de bank te ploffen. Die frustrerende flipfilmpjes blijf ik gewoon bekijken. Een schurende guilty pleasure, maar toch lekker.
Sophie (27) startte met haar broer een meubelmerk: 'Na de 'Design Week' stonden we in alle bladen'Lees ook