Schrijfster Stella Bergsma heeft heus een hoop talenten, maar voor het moederschap is ze niet in de wieg gelegd.
“IK BEN GEEN MOEDER, GEEN MAMMIE, GEEN MAMA. Kroostloos, maar zeker niet troosteloos. integendeel. Ik voel me vrij, blij en tevreden met mijn leven. Al lijkt het me ook mooi, hoor, zo’n bundeltje vreugde, de vrucht van je lendenen. Met zijn/haar/hen oogjes en armpjes en beentjes, teentjes en liefde, natuurlijk. Maar het zijn voordelen die ik niet aan den lijve voel, terwijl ik de nadelen wel met eigen ogen zie. “Je weet niet wat je mist”, zeggen mensen vaak tegen me. En dat klopt precies. Ik weet dat niet, dus mis ik het ook niet.
Mijn leven is altijd vakantie. Ik reis ook veel. Blijf maandenlang weg om te schrijven. Ik doe wat ik wil – sta laat op, typ wat, sport ’s middags of ga wandelen. Ik ga uit eten, drink daar een flesje wijn bij en heb – behalve af en toe een schrijfdeadline of een tv- of podiumoptreden – verder aan niemand verantwoording af te leggen. Ik ben ook voor niemand verantwoordelijk, behalve misschien voor het geluk van mijn man, Steven. Je bent als partner toch een beetje ‘de liefhebbende hoeder van elkaars eenzaamheid’, zoals George Steiner dat zo mooi formuleerde, of zoals ik bijna nog mooier zeg: ‘elkaars vrijwillige stervensbegeleider’. Ik voel op zich wel verantwoordelijkheid voor mijn 83-jarige moeder, maar die is nog zo vief dat ze me niet echt nodig heeft. Behalve misschien voor de gezelligheid en de regie van haar toneelclub. En ik ben, als ik heel eerlijk ben, ook beter in gezelligheid en toneelregie dan in zorgen.
Daarmee komen we meteen bij de voornaamste reden van mijn miskroostigheid. Ik vermoed dat ik niet het meest moederlijke type ben. Niet de meest volwassen mens ook. Van het bouwpakket van mijn eigen leven ben ik de helft van de tijd een deel van de schroefjes kwijt, dus laat staan dat ik de boel ook nog voor een ander in elkaar zou moeten zetten. Dat idee benauwt me. Soms zie ik mezelf als ouder voor me in een parallel universum. Mijn leven zou compleet anders zijn. Ik zou bijvoorbeeld geen schrijfster zijn geweest. Onmogelijk. Als ik nu in mijn kamertje aan mijn boeken werk, kan ik niet eens het geluid van iemands adem op de gang verdragen, laat staan zo’n mammie-mitrailleur aan de deur. Ik had denk ik wel beter kunnen koken, daar neem ik nu vaak geen tijd voor. Ik had mijn kind leuk voorgelezen en waarschijnlijk zelf verhaaltjes gemaakt en grappige liedjes verzonnen. Als ‘mama Stella’ had ik denk ik veel van mijn creativiteit in de opvoeding gestopt. Maar toen ik in dít universum voor de keuzestond, wilde ik eigenlijk geen kinderliedjes zingen, maar een serieuze muziekcarrière, geen verhaaltjes bedenken, maar grotemensenromans schrijven.
Is het dan per se het een of het ander? Als je in de praktijk alles een beetje goed organiseert, kan dat makkelijk samengaan, zullen veel moeders zeggen. Dan heb je nog niet door met wie je te maken hebt. Aangenaam, professor Chaos is de naam. Ik kan best een aantal dingen, maar als ik ergens geen talent voor heb, is het wel ‘in de praktijk alles een beetje goed organiseren’. Ik heb altijd vol bewondering gekeken naar mijn vriendinnen met kinderen. Hun gezinnen waren goed geoliede bedrijfjes.
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar