‘Op een middag in februari moest ze de waarheid onder ogen te zien: ik, Marnie, achtendertig jaar, ben eenzaam’
tekst David Nicholls
tekst David Nicholls
Ook zo genoten van One Day de Netflix-serie over Dexter en Emma die elkaar voor het eerst ontmoeten bij hun eindexamen in 1988 en elkaar vervolgens twintig jaar lang iedere 15de juli treffen. In de nieuwe roman van schrijver David Nicholls wordt Marnie – 38, single en alleenwonend – gekoppeld aan de zonderlinge Michael.
DENKBEELDIGE FOTO’S
In al haar jeugdige toekomstvisies, over de baan die ze zou hebben, de stad en het huis waarin ze zou wonen, de vrienden en familie om haar heen, was het geen moment bij Marnie opgekomen dat ze eenzaam zou zijn.
Tijdens haar adolescentie had ze de toekomst voor zich gezien als een reeks denkbeeldige foto’s, volgepropt met mensen, vriendinnen met de armen om elkaar heen geslagen en rode ogen van de cameraflits in het eetcafé, of verlicht door de vlammen van een kampvuur op het strand. En dan daar, precies in het midden, haar eigen lachende gezicht. De latere foto’s waren lastiger vast te pinnen, de gezichten minder uitgesproken, maar misschien was er een partner, waren er zelfs kinderen onder de vrienden van wie ze ongetwijfeld heel haar leven zou houden.
Maar ze had al zes jaar geen foto meer gemaakt van een ander mens. De laatste keer dat ze een foto had laten maken was voor een nieuw paspoort, waarbij ze de instructie had gekregen niet te lachen. Waar was iedereen gebleven? Ze was nu achtendertig, opgegroeid in het gouden tijdperk van de vriendschap, toen het hebben van een ondersteunende, liefhebbende gemeenschap om je heen een veel grotere prioriteit was dan het hachelijke familiegedoe, de gespannen vertoning van een romance of de saaie verplichtingen van het werk. De telefoontjes laat op de avond, de appjes, de uitjes en de bordspellen, het was allemaal veel opwindender en bevredigender geweest dan haar onberekenbare liefdesleven, en was ze daar ooit niet goed in geweest? Een leuke aanvulling op de groep, zij het niet het middelpunt, geliefd maar nooit aanbeden of verafgood. Ze was niet zo’n meisje dat een nachtclub afhuurde voor haar verjaardag, maar ze had met gemak de ruimte boven een pub vol gekregen voor haar eenentwintigste en een lange tafel in een Italiaans restaurant voor haar dertigste. Voor haar veertigste overwoog ze met een of twee vrienden te gaan wandelen in het park; een ooit populaire band die nu gedwongen was in steeds kleinere zaaltjes op te treden.
Jaar na jaar gingen vriendinnen verloren aan huwelijk en ouderschap met partners met wie Marnie niets had of die niets met haar hadden. Ze trokken zich terug in een nieuw, ruim, geordend bestaan in Hastings of Stevenage, Cardiff of York, terwijl zij voortploeterde in Londen. Anderen gingen verloren aan apathie of nonchalance, vriendschap als een bedankbriefje dat ze zich had voorgenomen te schrijven tot er te veel tijd verstreken was en het gênant werd. En misschien was het wel vanzelfsprekend, dat wegvallen. Het echte leven was zelden een kampvuur of een dronken spelletje Twister, en het hoorde bij het volwassen worden om die fantasieën over doorlopend naaktzwemmen en diepzinnige gesprekken los te laten.
Maar omdat niemand de plaats had ingenomen van de weggevallen vrienden en vriendinnen, had ze haar visie herzien. Haar toekomst was er nu een van zelfbeheersing en onafhankelijkheid, thee uit een mooi kopje, kruiswoordpuzzels op haar mobiel, zeggenschap over de tv, haar boeken, haar bed. Ze kon eten, drinken, lezen en de klok negeren, leven zonder de bemoeienis of het oordeel van een ander; de fantasie de laatste vrouw op aarde te zijn. Ze had geen idee of een vallende boom in een bos geluid maakte als er niemand was om het te horen, maar wist wel zeker dat geen enkele trilling die zij produceerde een ander trommelvlies zou raken en dus was ze op een gegeven moment gaan praten tegen voorwerpen. ‘Ben je daar nou alwéér’, grapte ze tegen de beslagen plek op de badkamerspiegel. ‘Lekker vers’, complimenteerde ze de eieren. ‘O, dáár ben je’, zei ze tegen de kurkentrekker, terwijl ze hem bij zijn armen pakte. In een film op tv zag Marnie een eenzaam personage een lange peptalk geven tegen haar spiegelbeeld. ‘Dat doet niemand’, zei ze tegen de tv.
Maar gesprekken van één kant waren als het spelen van een potje scrabble tegen jezelf: het was moeilijk om verrast of uitgedaagd te worden. Soms deed ze niet eens moeite om woorden te vormen en nam genoegen met een vocabulaire van geluidjes, fwa en petaa, floe-aa en sja-ha, waarvan de betekenis telkens wisselde. De radio hielp, die gaf haar dagen een stramien door de programmering, hoewel het nieuws in toenemende mate een uurlijkse schok van pure angst of woede was die haar deed grijpen naar de aan-uitknop. Ze draaide muziek, luisterde naar playlists met titels als Koffiebarbehang of Druilerigedagpiano, maar niemand had nog een playlist samengesteld voor die slome zondagmiddagen in haar tweekamerappartement, wanneer ze zich lusteloos voedde met sociale media, onbeheerst dingen likete, aanwezig was, maar even anoniem als iemand die applaudisseerde in een vol stadion. Tijd is een sensatie die verschilt, afhankelijk van waar je bent. Zo duurden de vervloekte uren tussen drie en vijf op een middag in februari eeuwig, net als diezelfde uren ’s morgens waarin ze niets anders had om over na te denken dan de steeds terugkerende angst en spijt, momenten waarop ze gedwongen werd de waarheid onder ogen te zien.
Ik, Marnie Walsh, achtendertig jaar, uit Herne Hill, Londen, ben eenzaam.
Dit was geen afzondering of alleen zijn, dit was het echte werk, en dat besef ging gepaard met schaamte, want als populariteit de beloning was van slim, cool, aantrekkelijk en succesvol zijn, waar duidde eenzaamheid dan op? Ze was nooit cool geweest, maar onwetend was ze nu ook weer niet. Mensen hadden tegen haar gezegd dat ze grappig was, en hoewel ze besefte dat dat een valkuil kon zijn, was ze nooit met opzet sarcastisch of hatelijk en veel eerder geneigd zichzelf te bespotten dan anderen. Misschien was dat het probleem – haar ex-man had het in ieder geval hoog op zijn lijstje gezet – maar ze was ook vriendelijk, attent en altijd gul binnen de haar beschikbare middelen. Ze was niet verlegen. En als ze dan toch iets moest noemen, dan was het dat ze te veel haar best deed, dat ze mensen altijd een plezier wilde doen, hoewel niemand daar ooit helemaal tevreden mee leek.
Aan de ene kant heb je wie je wilt zijn, dacht ze, en aan de andere kant wie je bent. Naarmate we ouder worden, maakt het eerste plaats voor het laatste en misschien is dit wie ik nu ben: iemand die beter af is in haar eentje. Niet gelukkiger, maar beter af. Niet introvert, maar gewoon een extravert persoon die het kunstje verleerd is.
Het was echter geen romantische eenzaamheid, althans, dat was het niet altijd geweest. Toen ze eind twintig was, was ze getrouwd en gescheiden, op zich al een wonder, en deze grootste calamiteit van haar leven had die emoties aardig weten dicht te branden, hoewel het litteken nog steeds af en toe opspeelde. Sinds de scheiding was er niemand meer geweest, niet echt, hoewel ze er soms wel aan dacht dat het fijn zou zijn om de warmte van een ander lichaam in bed te voelen of een bericht te krijgen dat geen toegangscode of spam was. Het zou fijn zijn om begeerd te worden, maar hé, je kon ook te ver gaan. De risico’s die romantische liefde met zich meebracht, de kans om gekwetst, belazerd en vernederd te worden, wogen stukken zwaarder dan de vertroosting. Voor het merendeel miste ze gewoon andere mensen, specifiek en in het algemeen, en als het vooruitzicht op sociaal contact soms beangstigend, vermoeiend en intimiderend voelde, dan was dat nog steeds te verkiezen boven dit bekrompen en krimpende bestaan op haar vierenvijftig vierkante meter op de bovenste verdieping.
Soms, zo dacht ze, is het gemakkelijker om eenzaam te blijven dan om de eenzame persoon aan de wereld voor te stellen, maar ze wist dat ook dit een valkuil was, dat, tenzij ze iets deed, deze toestand permanent zou kunnen worden, als een vlek die in hout trekt.
Het was waardeloos. Ze zou naar buiten moeten.
Exclusief voor
LINDA.abonnees