Linda de Mol: 'De luie bourgondiër in mij wil niet makkelijk wijken voor de fitgirl'
doorLinda de Mol
doorLinda de Mol
AFTELLEN HELPT. MEESTAL. NU EFFE NIET. Nog acht … zucht. Zeven, zes … Shit. Vijf. Kom op, De Mol. Nog vier, drie … jaaa, die ging nog. Twee … pffff, godsamme, nog ééntje, kut … Ik kan niet meer, die laatste push-up gaat echt niet. Zo lig ik, in sportlegging en een onflatteus T-shirt – want wie ziet me – chagrijnig op een matje in de gym die ik op zolder heb laten maken. Want als ik ‘lekker thuis’ zou kunnen sporten en echt goeie equipment zou hebben, zou ik minimaal drie keer per week fluitend die zoldertrap bestijgen, zo dacht ik. Nou, echt niet. Ik heb nog steeds een haat-liefdeverhouding met sporten. Ik háát het als ik van die bank af moet, maar ben trots op mezelf als ik het gedaan heb.
Dat ik een intense hekel heb aan de maand januari heeft niet alleen te maken met het sombere weer, maar vooral met het besef dat al dat gesnaai en gewijn en genetflix voorbij moet zijn en ik weer ‘een gezonde levensstijl’ moet zien te krijgen. Alles in mij krijst ‘bèh’ bij ‘een gezonde levensstijl’. Kleinere porties, geen alcohol, veel water, wandelen, yoga, broccoli, gestoomde vis, blauwe bessen met kwark, koud douchen, vroeg naar bed … Verantwoord is zooo saai. Natuurlijk zit je lekkerder in je vel als je regelmatig beweegt. Natuurlijk lig je minder voor pampus op de bank na een maaltijdsalade dan na een lasagne met vier soorten kaas. Maar de luie bourgondiër in mij wil niet makkelijk wijken voor de fitgirl, die ook heus nog ergens in dit zestigjarige lichaam ligt te snurken.