Achtergrond

‘Op haar lichaam treffen ze sporen van geweld aan. Striemen op haar buik, wondjes binnen in haar’

doorAnna van den Breemer

Hij herkent haar niet meer, ze is iemand anders geworden. Dunner, stijlvoller, wereldser. Heel anders dan dat onzekere meisje dat hij naar zijn slaapkamer smokkelde. Maar wat hij daar deed, vergeet ze nooit meer.

‘ALS EEN KOMEET KWAM HIJ HET medialandschap binnen en sloeg grote kraters.’ Het is nota bene haar eigen krant die hem zo bejubelt. Naast het artikel staat een zwart-witfoto en Nikki buigt zich voorover, haar neus in die heerlijke inktgeur, om zijn gezicht te bestuderen. Nog steeds die ondeugende lach, alsof de wereld hem niets kan maken. Reinier Verweij.
Iedereen wordt ouder, krijgt een ander leven, maar in haar hoofd was hij nog altijd die jongen uit de goede buurt van haar geboortedorp. Als hij naar hockeytraining ging, droeg hij een zwart elastieken bandje in zijn bruine haar.
Nu is hij uit het niets een bestsellerauteur en veelgevraagd spreker geworden. Op TikTok doken filmpjes op van zijn vlammende betoog in een Amerikaanse talkshow, over hoe de man onterecht de schuld krijgt van alles wat vrouwen niet bevalt en hoe hij zijn positie in de maatschappij moet heroveren. Zoals altijd raakten Nederlandse media in de war van buitenlandse aandacht voor een landgenoot, waardoor ze hem vliegensvlug op het schild hesen. Mannen van nu kwam binnen op nummer één in de bestsellerlijst.
Het artikel vermeldt dat hij op tournee gaat. Met trillende handen zoekt ze op wanneer hij bij haar in de buurt optreedt.
Herinneringen zijn een keuze. Dat heeft ze zichzelf altijd voorgehouden. Je kan kiezen wat je opslaat en wat je vergeet. Of iets je beschadigt. Opeens is ze niet meer zo zeker van haar zaak.
Reinier woonde in een vrijstaand huis, op de hoek van de twee chicste lanen van het dorp. De eerste keer dat ze naar hem toeging – op een middag na school, de afspraak ging via MSN Messenger – trof ze een deftige man met grijze haren bij de garage, aan het einde van de oprijlaan. Onzeker bleef ze staan. Reinier gooide de voordeur open. “We gaan naar mijn kamer.”
Hij vertelde haar over zijn tics. Voordat hij zijn slaapkamer binnen kon, moest hij eerst drie keer de klink naar beneden drukken. Zijn ouders verlangden topprestaties van hem – in de schoolbanken en op het hockeyveld. Bij haar kon hij zichzelf zijn en dat vatte ze op als een compliment. Het voelde alsof ze hem tot in zijn kern leerde kennen, dat hij haar stukjes van zichzelf toonde die verder niemand te zien kreeg.
Het is donderdagavond als Nikki het theater binnenloopt. Het regent en ze schudt haar paraplu uit naast een levensgroot kartonnen bord met zijn hoofd. Ze had er rekening mee gehouden dat het een treurige bedoening zou zijn, zoals wel vaker het geval is bij ­schrijvers die ergens optreden. Een babbeltje voor vijftien bezoekers in ruil voor een boekenbon. Maar in het bruine theatercafé staan de mensen dicht op elkaar. Aan de bar maakt ze een fout door te vragen welke witte wijnen ze ­allemaal hebben.
“Per glas? Alleen een huiswijn”, zegt de barvrouw ongeduldig. “Een sauvignon.”
“Doe die maar.” Ze moet niet wanhopig proberen indruk te maken, hij is nog niet eens in de buurt. De alcohol trekt als een warme gloed door haar lichaam. Hoe zal hij op haar reageren, vraagt ze zich af. Ze draagt een zwart wollen truitje en een strakke spijkerbroek. Een simpel gouden kettinkje glinstert om haar hals. Nikki weet dat ze op haar dertigste knapper is dan toen. Dunner, stijlvoller, wereldser. Niet meer dat meisje dat hij naar zijn slaapkamer smokkelde.

Sinds ze zijn foto in de krant zag, sijpelen de herinneringen haar brein binnen. De stapel Donald Ducks naast zijn bed. Ze had erom ­gegiecheld; welke vijftienjarige las die nog? Maar ze vond het ook schattig. Met terugwerkende kracht realiseert ze zich hoe volwassen en rijp ze zichzelf toen vond. Maar in wezen was ze nog een kind.
Zijn kamer was in de nok van het huis. Ze voelde zich een jonkvrouw als ze uit het raam keek naar de dennenbomen. Veel tijd om te staren kreeg ze niet. Naast zijn bureau stond een grijze bank, waar hij haar op trok. Op zijn zwarte stereotoren draaide hij altijd Jamie Cullum.
What a difference a day made.
Onder zijn aandacht bloeide ze op. Van alle meisjes koos hij haar uit. “Jij bent anders dan de anderen”, zei hij.
Van haar kleedgeld kocht ze een roze overhemd met streepjes. “Wat doe je toch schrikachtig”, zei hij, wanneer hij aan de knoopjes zat.

Na het zaalprogramma signeert hij zijn boeken in de hal van het theater. Er vormt zich een sliert mannen. Hun bewondering voor hem proberen ze niet eens te verbergen, wat Nikki zowel fascineert als angst inboezemt. Vanaf haar plek registreert ze de sterke armen die onder zijn opgestroopte overhemd uitsteken en zijn kobaltblauwe vulpen. Hij zorgt nog steeds goed voor zichzelf.
Zodra hij klaar is, loopt hij naar de bar en bestelt een glas bier. In het zachtgele licht oogt hij zowel vermoeid als opgelucht. Twintig steden in drie weken. Zijn entourage bestaat uit twee vrouwen en een man die subtiel om hem heen cirkelen. Ze stellen hem af en toe een vraag, trekken zich dan weer terug. Als hij alleen is, ziet ze haar kans schoon. Ze loopt naar hem toe en steekt haar hand uit. “Nicole.”
Hij herkent haar niet. Ze is incognito. Niets aan haar verraadt dat ze ooit een onzeker meisje was. Opgegroeid in een gehorig huurhuis aan een plein, met identieke schuttingen en voortuinen, alsof ze daarmee was voorbestemd om een weinig onderscheidend leven te leiden. Ze vocht tegen dat lot, met als resultaat dat ze als economieredacteur werkt bij een gerespecteerde krant. Op de redactie ziet ze mensen hun eenvoudige komaf gebruiken als troef om de carrièreladder te beklimmen. Arbeiderskinderen zijn interessant voor het establishment, omdat ze op blinde vlekken wijzen. Het scheelt blunders in de krant. Zelf houdt ze haar afkomst verborgen. Niemand hoeft te weten dat haar vader een uitkering kreeg, dat haar moeder werd opgenomen vanwege drankgebruik. De schaamte zit te diep.
“Leuk om te zien dat er ook een mooie vrouw aanwezig is ­vanavond. Of kom je me vertellen dat ik het helemaal verkeerd heb?” Een ­compliment, gevolgd door een plagerijtje. Hij wenkt naar de barvrouw en bestelt een nieuw glas wijn voor haar.
“Ik begrijp best dat mannen in opstand komen nu ze op veel vlakken door vrouwen worden ingehaald”, zegt ze. “Niemand wil de macht kwijtraken.”
Tot haar ergernis merkt ze dat hij haar nog steeds iets doet. Het is iets in zijn blik, een onbeschaamdheid waar ze stiekem jaloers op is. “Je vertelt een aantrekkelijk verhaal voor jonge mannen die zich verloren voelen. Twintig euro per ticket en dan nog de boekverkoop. Het is ook gewoon een lekker verdienmodel. Of geloof je dit zelf ook allemaal echt?
Even denkt ze dat ze te ver is gegaan, maar dan lacht hij.
“De schoorsteen moet roken.”

Voor zijn zestiende verjaardag gaf hij een diner. Ze wist niet goed wat haar rol daar zou zijn. De uitnodiging leek in elk geval een teken dat ze was toegetreden tot zijn publieke leven.
Het gezelschap zat aan een mooi gedekte tafel in de huiskamer. Zijn vrienden kende hij vanaf de wieg omdat hun moeders samen tennisten. Meisjes met namen als Marie-Louise en Fleur die er met hun platte loafers en flodderige blouses toch sexy uitzagen, als toekomstige en ondeugende echtgenotes. Een van hen boog zich zusterlijk naar haar toe: “Waar hockey jij?”

TRENDING