Dankzij sociale media, trackingapps en Magister kunnen we nauwgezet zien wat ons kroost uitspookt. We zouden bijna vergeten dat ook kinderen recht hebben op privacy.
BIJ HET INRUIMEN VAN DE KLEDINGKAST VAN MIJN TIENERZOON vind ik, verstopt in de hoek, een knuffelbeer met een rood hart in zijn pootjes. Erbij een kaart: ‘voor mijn Valentijn Callum, kus.’ Ik lees het met een mix van vertedering, verbazing en verwarring. Blijkbaar heeft mijn achtste groeper, wiens maxicosi ik ongeveer gisteren heb opgeborgen, al weken dikke verkering. Hoezo weet ik dit niet? We delen toch alles?
Sinds Callums geboorte, waarbij ik als single moeder startte, zijn we superclose. Ooit sprak ik met hem af dat hij leuke geheimen voor zich mocht houden en alleen de nare verplicht moest delen. Maar dit is de eerste keer dat hij daadwerkelijk ook iets leuks voor me achterhoudt. Mama moet er even aan wennen.
Kinderpsycholoog en opvoedkundige Tischa Neve legt meteen de vinger op de zere plek. “Dit is een gevalletje moeite met loslaten. Immers, dingen geheimhouden, zoals een eerste verliefdheid, hoort erbij. Kijk naar jezelf op die leeftijd: vertelde jij alles aan je ouders? Waarschijnlijk niet. Natuurlijk voelt het gek als je anders wel alles krijgt te horen. Maar wen er maar aan, want hoe ouder het kind, hoe beter het lukt daadwerkelijk dingen geheim te houden.”
Hoe kinderen omgaan met geheimen en op welke manier zij ergens bewust over jokken of liegen, varieert per leeftijd, zegt Neve. “Tot een jaar of vier kennen kinderen het begrip waar of onwaar niet. Ze verdraaien de waarheid en gaan fantaseren. Ze snappen dat ze het moederdagcadeau moeten verstoppen, maar verklappen vaak wél dat het in het nachtkastje ligt.
Bij dreumesen en peuters ben jij als ouder, of hun opa of oma, het geweten. Op het moment dat je de kamer uitloopt, loopt hun geweten weg. Dan grijpen ze wel naar dat koekje uit de trommel of pakken snel het gewenste poppetje van het vriendinnetje uit de handen.
Ooit trof ik mijn peuterzoon aan met zijn mond volgeplakt met chocoladehagelslag en om hem heen een zee van bruine korrels. Hij ontkende dat hij stiekem van de hagels had gesnoept. Toen ik zei: ‘Jij jokt hè?’, knikte hij. Hij had geen idee of dat erg was.”
Echt liegen, bewust onwaarheid spreken om er zelf voordeel aan te hebben, kan een kind pas vanaf een jaar of zes, zeven. “Dan ontwikkelt zich de theory of mind en kunnen ze zich écht verplaatsen in de ander. Dat is de tijd dat jij als ouder het belang van de waarheid spreken moet aanleren, al begin je daar natuurlijk al veel eerder mee.”
Ook dat is best een uitdaging. Mijn afspraak met zoon Callum dat hij leuke geheimen voor zich mag houden en de nare moet delen, levert dilemma’s op. Want wat nu als een kind wordt gepest en dat niet durft te vertellen omdat hij zijn ouders er niet mee wil kwetsen? Of bang is dat zij naar de leerkracht gaan en het pesten daarna alleen maar erger wordt?
In zo’n geval raadt Neve aan om regelmatig subtiele hints te geven dat het kind altijd zijn hart bij je kan luchten. “Soms heeft een kind tijd nodig om te bedenken of hij iets wíl vertellen, en wanneer. Leg het even in de week. Blijf een paar keer herhalen: ‘Het lijkt alsof je niet blij bent, weet dat je alles bij mij kwijt kunt, hoe erg of moeilijk het ook is. Ik kan je dan helpen een oplossing te verzinnen en beloof je dat ik nooit iets doe zonder dat jij het weet.’ In het geval van pestgedrag bijvoorbeeld, moet je niet zonder zijn of haar medeweten naar school stappen.”
Een andere aanrader volgens Neve is om (samen) te kijken naar de series Oogappels, GTST en Brugklas, om de onderwerpen die daarin voorkomen en die ook in het leven het kind spelen, samen nog eens te bespreken. “Wees geïnteresseerd, stel vragen, maar oordeel niet.”
Wat vaak niet werkt als je merkt dat je kind iets dwarszit, is tegenover elkaar gaan zitten, je kind aankijken en het gesprek openen met: ‘We moeten praten.’ “Dan kruipt een kind vaak terug in zijn schulp.” Bij een jong kind kun je beter even kletsen als je het naar bed brengt. De overgang van waak naar slaap is het moment waarop de meeste geheimen worden prijsgegeven. Of tijdens het eten, als je wandelt of in de auto zit. “Als je dan praat, is het minder direct. Je hoeft elkaar niet voortdurend aan te kijken, want je bent ergens anders mee bezig.”
Ouders zeggen vaak dat eerlijkheid het belangrijkst is om iemand te kunnen te vertrouwen. Maar ook daarin schuilt een valkuil, weet Neve: “Vervolgens biecht de puber op dat hij slechte cijfers heeft op school en krijgt-ie alsnog de volle laag. Dan leert een kind dat eerlijk zijn blijkbaar toch niet het belangrijkst is. Een volgende keer zal het zijn mond houden om straf te voorkomen.”
Wat dat betreft helpt deze tijd vol volgsystemen, apps, sociale media en Magisters ook niet mee. In mijn jeugd hadden we geen mobiele telefoons, laat staan een find my iPhone-app. We speelden buiten tot de lantaarnpalen aanfloepten en als ik tegen mijn moeder zei dat ik bij mijn vriendin Anka logeerde, in plaats van bij die leuke jongen uit de tweede, dan geloofde ze dat gewoon. Er bestond geen live-verbinding en ze kende Anka’s moeder ook niet van Facebook. Kortom, ik kon een geheim hebben en er ook nog makkelijk mee wegkomen. Voor mijn ouders was een onvoldoende ook pas zichtbaar als ik mijn kerst- of paasrapport moest laten ondertekenen. Nagekeken proefwerken met beschamende cijfers gooide ik gewoon weg.
Kom daar tegenwoordig maar eens om. Kinderen van nu worden kapot gecheckt door hun ouders. Voordat ze uit school zijn, weten hun ouders al via Magister dat ze vandaag een 3 voor Frans haalden, en bij biologie uit de klas zijn gestuurd. Het kind is nog niet over de drempel of krijgt al een preek.
En dat terwijl geheimen hebben cruciaal is voor de ontwikkeling van een kind, zo leert pedagoog Bas Levering. Samen met zijn Canadese collega Max van Manen publiceerde hij in 1996 Childhood’s Secrets, in het Nederlands uitgebracht als Klein geheim, intimiteit, privacy en ontwikkeling van identiteit. Een boek dat ook nu nog een inspiratiebron is voor pedagogen en psychologen.
Levering: “Geheimen kunnen een zware belasting voor kinderen zijn en een negatieve uitwerking op hun ontwikkeling hebben. Denk aan familiegeheimen als incest, geweld of verslavingsproblematiek.”Over zulke negatieve geheimen gaat dit boek niet. “Ons gaat het om de positieve, kleine geheimen die een kind de kans geeft zich emotioneel losser te maken van zijn ouders.”
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar