Het was tijdens een brainstorm, dat een collega riep: “Niemand van mijn vriendinnen is meer monogaam.”
Hè? dacht ik verbaasd. Is dat een trend? Heb ik iets gemist?
Kennelijk, want de verhalen vlogen al snel over tafel en het idee voor een nummer was geboren. Sex, swingen en andere dingen.
Wat sex betreft ga ik volgens de maatstaven van seksuologe en psychologe Eveline Stallaart trouwens hartstikke prima. “Al doe je het één keer per jaar”, zegt zij, “waarbij je geniet als een malle én dat allebei genoeg vindt, dan heb je ook een goed seksleven. Getallen zeggen helemaal niks.”
Daar sluit ik mij volmondig bij aan. Of, zoals een andere collega zei tijdens dezelfde brainstorm: “Op dit moment heb ik meer behoefte aan slaap dan sex. Bovendien heb ik al genoeg piemels in mijn mond gehad voor mijn hele leven.”
Er komt vast wel weer een hot & steamy-tijd, ook voor mij.
En met de stelling dat kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit, kan ik het alleen maar eens zijn.
Als het gaat om swingen of andere spannende dingen, ben ik een groentje. Ik vrees ook dat dat zo zal blijven. Reden één: ik ben afgrijselijk jaloers, zelfs op de ex-partners van mijn lief – ja, ook die van ver voor mijn tijd.
En reden twee: ik zou niet weten hoe en wanneer ik überhaupt zou moeten swingen, laat staan die andere dingen. Ik zie mijn vriendinnen al te weinig en wekelijks naar de sportschool gaan, lukt ook amper.

Een ‘bijna trio’ is denk ik het spannendste wat ik ooit meegemaakt heb (naast de waanzinnige sex met mijn lief, natuurlijk). Het was op een persreisje en ik zat net tussen twee relaties in. We waren met z’n allen uit, gingen enorm dansen, de drankjes vloeiden rijkelijk en dat we op een niet nader te noemen strand ergens op de wereld waren, droeg bij aan de goede sfeer. Het toeval wilde dat bij het verdelen van de kamers mij de kamer met een XXXXXL-kingsize bed was toebedeeld. Daar waren gedurende de avond al veelvuldig toespelingen op gemaakt.
“Met z’n hoevelen zou je het daarin kunnen doen?”, vroeg een reisgenoot zich semi grappend af. Haha, no way, was het enige wat ik dacht. Want ik kon mijn ogen al dagen niet ­afhouden van een andere mannelijke reisgenoot, dáár had ik mijn zinnen op gezet. Bad, bed, of balkon – alledrie mocht ook, als hij maar meeging. Gelukkig had hij aan het einde van de avond, na langdurig te dicht op elkaar dansen (get a room), dezelfde gedachte. Maar dan plus één, inclusief die collega. Even speelde ik met de gedachte, maar uiteindelijk belandde ik toch alleen met hem, de love of my life voor die avond (ik word helaas altijd gelijk enorm verliefd), in dat waanzinnige bed. We beleefden een geweldige onenightstand. Bad, bed, balkon, het hele riedeltje … Je zou er bijna zin van krijgen. Misschien vanavond toch maar eerder mijn telefoon weg en gezellig tegen mijn lief aankruipen.•