Sinds haar man, zanger Rob de Nijs (81) in 2019 de diagnose Parkinson kreeg, is zijn vrouw Jet de Nijs-Koetschruiter (55) fulltime verpleegkundige. Nu, na vijf jaar, nemen de zorgen toe: “Zijn situatie gaat nu rap naar beneden.”
‘HOE GAAT HET MET ROB?’ HET IS DE VRAAG DIE IEDEREEN HAAR STELT. Gevolgd door: ‘en met jou? Kun je het allemaal nog aan?’ Het is liefdevol dat mensen ernaar informeren, vindt Jet de Nijs, maar mán, wat is het lastig om die vragen te beantwoorden. Ze zijn zo groot dat ze zich telkens afvraagt welk stuk, welk plukje van het geheel, ze moet beantwoorden. Hoe het fysiek met Rob gaat, of hoe het cognitief met hem gesteld is. Hoe ze in interactie zijn, of wat er alleen al die week is gebeurd. Sinds Rob te horen kreeg dat hij aan Parkinson lijdt, staat hun wereld op z’n kop.
Gisteravond en deze ochtend vertelde ik Rob dat ik dit interview ging doen. ‘Hoe laat is dat, hoe laat moet ik klaar zijn?’ vroeg hij. Ik antwoordde: ‘Nee joh, jij hoeft dat niet meer te doen, weet je nog?’ Ik doe dit voor Rob en uiteindelijk ook voor de mensen die van hem houden. Zijn zestig jaar durende carrière moet ik proberen op een nette manier in stand te houden. Om te eren wat hij heeft gecreëerd, om het levend te houden ook nu hij er nog gewoon is. Interviews geven was nooit zijn hobby. Hij kon het prachtig, hoor. Hij kon echt oeverloos lullen. Als ik stukken teruglees, waren het heel mooie woorden. Maar hij vond het afschuwelijk om te doen. Ook fotoshoots. Och alsjeblieft, hij moest er niet aan denken.
Hoe kan ik in een paar woorden beschrijven hoe het gaat met Rob? Ik sta naast hem, maar zonder Rob hadden we dit interview niet gehad. Ik ben daarin dienend. Ook letterlijk, ik ben zijn verpleegkundige. Parkinson is de dief van ons leven. De ziekte slaat hard om zich heen en pakt veel van ons af. Fysiek kan Rob niet veel meer, behalve de gewone dingen die hem in leven houden. Hij is afhankelijk van zorg en hoe graag ik ook zou willen dat het anders is, het is heel zwaar en veelomvattend. Het grijpt me naar de strot als ik erover vertel.
Vanaf het moment dat Rob in 2023 meerdere longembolieën achter elkaar had en hij honderd dagen in het ziekenhuis en het revalidatiecentrum verbleef, houden we met z’n allen, zijn familie en ik, rekening met zijn naderende einde. Sindsdien gaat het fysiek namelijk een heel stuk minder. Zijn afscheidsconcert in 2022 deed hij in een rolstoel, maar toen kon hij nog lopen. We wilden een waardig concert, zonder decorumverlies. Daarom werden er allerlei ideeën geopperd hoe Rob het beste het podium op kon komen. De meest krankzinnige ideeën passeerden de revue. Eén idee was om Rob na het zingen in een soort harnas de nok van Ziggo Dome in te laten stijgen – als een engel op weg naar de hemel. Rob moest erom lachen, maar het plan haalde het gelukkig niet. Daarom kwam die rolstoel er. Daarin deed Rob het fantastisch, hij was die avond helemaal in controle. Hij voelde zich gedragen door de zaal, ik zag dat grote geluk in zijn ogen. Hij legde zijn hand op zijn hart en keerde het publiek de rug toe. Het zat erop. Ik heb hem ongelooflijk gekust en verteld hoe trots ik op hem ben.
Thuis hebben we op de begane grond een slaapkamer met ziekenhuisbed, waaraan een koppelbed is vastgemaakt. Dat heeft een matras met extra rand, waardoor je er een tweepersoonsbed van kunt maken. Je kunt wel een bed naast zo’n ziekenhuisbed zetten, maar dat is niet intiem. Nu slapen we weer met z’n tweeën naast elkaar. Daar ligt ons geluk. Ook in handen vasthouden. Of een film kijken met onze zoon Julius van twaalf. Samen ontbijten in dat bed, heerlijk tussen de kruimels – het zijn ónze momenten. Elkaar een goede nacht wensen, slapen en ’s ochtends wakker worden, wetende dat Rob naast me ligt.
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar