Achtergrond

In studentenhuizen is het één grote, condoomloze orgie

Werden we in de jaren negentig nog uit en te na gewaarschuwd voor baby’s, hiv en herpes, met de voorlichting van nu is het een stuk kariger gesteld. Het resultaat: jongeren die er lustig op los wippen en soa aan soa rijgen.

ALS IK OP MIJN BIJNA VIJFTIGSTE TERUGDENK AAN MIJN KLEURRIJKE SEKSUELE VERLEDEN, DOEMT AUTOMATISCH EEN minder geslaagde herinnering op. Het zal 1996 geweest zijn, een jaar dat ik af en toe experimenteerde met drugs. Onder invloed van het een en ander had ik in één maand tijd twee onenightstands gehad waarbij we geen condoom hadden gebruikt. Behoorlijk out of character, want niet alleen was ik nooit zo van de onenightstands, zonder condoom is voor mij echt not done. Ik was aan de pil, dus niet bang om bezwangerd te geraken, maar ik was als de dood voor een soa. Letterlijk. Toen de mist van de high was weggetrokken, voelde ik een soort doodsangst. Het was de tijd van hiv en aids. Het Mr. Blue-optreden van René Klijn in het tv-programma van Paul de Leeuw stond nog op ons netvlies gebrand, net als de film Philadelphia met Tom Hanks. Er waren nog geen medicijnen om hiv onder controle te krijgen, aids was een schrikbarend en wreed, onoverkomelijk eindstation.

De meesten van mijn vrienden en ik werden ergens in de eerste helft van de jaren negentig seksueel actief. We hadden toen al jaren achter de rug waarin Postbus 51 ons voortdurend de stuipen op het lijf had gejaagd: Dit is Jaap. Jaap hoeft geen safe sex, want hij komt nooit in Amsterdam. Welterusten Jaap. Dit is Erna. Erna hoeft niet veilig te vrijen, want dit keer is ze echt verliefd. Welterusten Erna.
Ook ik hanteerde het principe ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’. Nou ja, meestal dan. Toen ik die uitglijders had gemaakt, liet ik me testen. Die test was negatief, maar heel rustig maakte dat me niet, aangezien ik toen voor het eerst van mijn leven hoorde dat er zoiets als een incubatietijd bestond – pas na zes maanden was een negatieve hiv-test echt negatief. Ik heb in dat halfjaar meerdere nachtmerries gehad over een langzame, pijnlijke dood en volgens mij van schrik een jaar lang überhaupt geen sex gehad. Dat de angst voor hiv een kleine dertig jaar later een miljoen malen minder is, begrijp ik best. Met medicijnen kun je kerngezond honderd worden en wordt het virus in de meeste gevallen niet-detecteerbaar. De bezorgdheid van toen is er dus niet meer, maar wat ik niet wist is dat twintigers anno nu – studenten voorop – totaal zijn doorgeslagen naar de andere kant. Daar kom ik bij toeval achter als ik een artikel schrijf over schurft onder studenten en mijn vriendin Esther (50) interview, die vertelt hoe ook in het studentenhuis van haar zoon Tycho (22) schurft aan een opmars bezig is. Ze vertelt terloops dat die de aandoening zo lastig uit te roeien is, omdat al die studenten met elkaar liggen te wippen. Zonder bescherming trouwens ook nog. Wait, what? Zonder bescherming? Ik bedoel, de dreiging van hiv kan dan minder groot en donker voelen, en tegen zwangerschappen zullen veel meiden zich wel beschermen, maar er zijn toch nog tig andere soa’s zoals chlamydia, herpes, genitale wratten, gonorroe en schaamluis? “Klopt,” zegt Esther, “maar dat houdt ze niet tegen. Deze generatie is heel erg van de friends with benefits. Ze duiken continu met elkaar de koffer in. Als ze geen schurft hebben, hebben ze wel een soa; Tycho heeft al bijna zijn soa-bingokaart vol. Ik weet van hem dat hij het irritanter vindt als hij schurft heeft dan een seksueel overdraagbare aandoening. Schurft is moeilijker te bestrijden. Als je een soa hebt, kun je makkelijk bellen voor een pilletje. Hij laat zich testen bij de GGD, dat is gratis.”
Mijn oren klapperen. Want waar is het taboe? Ikzelf liep tijdens een ander condoomloos avontuurtje – het waren er niet veel – genitale herpes op, waar je nooit meer van afkomt. Bij de partners die ik daarna kreeg, kwam er altijd het moment dat ik met de soa-billen bloot moest en een en ander diende te onthullen, en mán wat schaamde ik me dan. Daar lijken de jongeren van nu geen last van te hebben. “Ik heb niet het idee dat het onder hen een taboe is”, zegt Esther. “Maar ik merk dat er veel minder wordt voorgelicht. Veilig vrijen is nu gewoon geen ding meer. ‘Het is lekkerder zonder condoom’, zegt Tycho als ik vraag waarom hij er geen gebruikt. Hij zegt trouwens dat de meisjes wel aan de pil zijn, maar ik druk hem op het hart dat dat geslachtsziektes natuurlijk niet voorkomt. Daarnaast moet hij die meisjes maar op hun blauwe ogen geloven als ze dat zeggen.”
Het verhaal van Esther verbaast me zo, dat ik besluit om het te onderzoeken. Is dit een zeldzaamheid die toevallig in die ene studentenstad van Tycho plaatsvindt, of is er een seksuele revolutie 2.0 aan de gang?
Na wat research durf ik heel voorzichtig te beweren dat dit ­laatste ­inderdaad het geval is. Recent onderzoek van de ­Rijksuniversiteit ­Groningen laat zien dat 29,9 procent van de ondervraagde ­studenten ‘nooit’ een condoom gebruikt en 20,2 ­procent ‘soms’. Van de ­respondenten die in het afgelopen jaar meer dan twintig ­bedpartners hadden, zeggen maar drie van de elf altijd een ­condoom te ­gebruiken. Ruim dertien procent van de studenten noemt een ­condoom ‘sfeerverpestend’, en eentje omschrijft het fijnzinnig als: ‘Alsof je neukt met een plastic zak.’ Een net afgestudeerde jonge vrouw vertelt dat ze in het verleden een aantal keren ­onbeschermde sex heeft gehad. In die gevallen namen haar partners gewoon aan dat ze geen ­condoom ­zouden gebruiken en ging zij daarin mee. ‘Ik had ooit een partner die niet goed stijf kon blijven als hij een condoom droeg’, aldus het meisje. Een andere ­mannelijke ­student gebruikte voordat hij zijn ­huidige vaste relatie kreeg bijna nooit condooms. Daar was hij ‘meestal te dronken’ voor. Drank en drugs ­lijken bij te dragen aan in ieder geval het skippen van het ­condoom, zoals ik zelf in het stenen tijdperk dus al aan den lijve ondervond. 19,1 Procent van de ­studenten die de enquête invulden gaf aan dat ze niet veilig vrijen als ze dronken of high zijn. Dat kan er inderdaad voor zorgen dat je grenzen vervagen, stelt een woord­voerder van de GGD in het ­rapport.

TRENDING