“HET WORDT DE ALLER-, ALLERLAATSTE voorstelling, dus in die zin vind ik het wel jammer dat ik de organisatie van mijn uitvaartdienst moet overlaten aan een stel goedbedoelende amateurs. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik veel te veel aan het leven hang om lang na te denken over doodgaan. Ik heb wel alles goed geregeld, met een begrafenisverzekering en zo, dus over de onkosten hoeven de mensen die ik liefheb zich geen zorgen te maken. Ze kunnen zuipen en vreten wat ze willen en moeten verder zelf maar een beetje bedenken hoe ze het gaan aanpakken. Ik weet wel welke muziek ik graag zou willen laten horen: Josephine Baker, Marlene Dietrich, Tina Turner, Donna Summer, Devine, Charles Aznavour … Ik denk sowieso dat het een lange zit wordt, dus van tevoren plassen s.v.p.
Wat mij betreft mag het een gezellig feestje worden, net zoals het afscheid van mijn moeder. Daar was wijn en bier in overvloed, er werd gehuild en gelachen, het leek wel een kroeg. Niemand had zin om weer naar huis te gaan. Mijn moeder was ook echt een character hoor. Als iemand aan de stevige kant was zei ze, nét iets te hard: ‘Wat een dikke reet zeg.’ Ze is tachtig geworden. De laatste tien jaar van haar leven had ze alzheimer, misschien was daardoor de sfeer op de dag van haar crematie niet alleen maar verdrietig; het was voor haar ook fijn dat ze kon gaan.
Mijn vaders begrafenis was veel dramatischer. Hij kreeg een hersenbloeding, werd terwijl hij in coma lag 62 en stierf kort daarna. Hij was de stuwende kracht achter mijn bedrijf, we konden hem nog lang niet missen. Zijn rouwdienst werd goed bezocht: Lee Towers, Gerard Joling, iedereen was erbij. Mijn familie sprak er schande van dat er paparazzi in de bosjes lagen, maar ik vond het eerlijk gezegd wel mooi. Al die aandacht had mijn vader gewoon verdiend.
Als ik nu al dood zou gaan, hoop ik dat de televisiewagens van de NOS, de BBC én CNN in een lange rij bij de begraafplaats in Driehuis komen te staan. Het mag toch best allemaal een beetje meeslepend zijn? Vind ik wel hoor. En weet je wat ik dan ook héél graag zou willen? Bijgezet worden in zo’n mausoleum, net zoals Oscar Carré. Dan lig je niet onder de grond, word je niet verbrand en blijf je er toch nog een beetje bij horen. Ik zie het helemaal voor me: een mooi, marmeren theatertje met als opschrift ‘De Klok Is Tijdloos’. Dat is wat ik ook in mijn shows wil uitstralen. Ik ren, met mooie vrouwen en wapperende haren, in een open blouse, het podium op. Alsof ik geen 55 ben, alsof ik het eeuwige leven heb. Daar is het mensen die de spotlights opzoeken uiteindelijk toch om te doen: maximale aandacht. Zodat het publiek na de voorstelling naar huis gaat en denkt: dit zullen we nóóit meer vergeten.”•
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar