Ja, hij is jong. Te jong. Maar o zo lekker. Als ze alleen al van een afstandje naar hem kijkt, raakt ze opgewonden. Wordt het niet tijd dat ze hem van dichtbij kan zien, kan voelen, proeven? Een erotisch verhaal van Eveline Karman.
DAMP KRINGELT OMHOOG. IK DRUK DE MOKtegen mijn borstbeen en sluit mijn ogen. Als ik ze weer open, is hij er nog. De afstand over het water is te ver om zijn lachrimpels te kunnen zien, maar de rest bevalt me na al die weken nog uitstekend. Hij staat over een compressor gebogen. Lekkere kont. Een bos bruine krullen. Of is het zwart? Daaronder een fantastisch lijf, ook al verbergt hij dat nu onder een dikke blauwe overall. Zijn adem blaast wolkjes.
Een druppel warme thee rolt tussen mijn borsten. Ik wrijf hem omhoog met mijn vinger. Zigzagstreepjes tot aan het kuiltje onder mijn hals. Achter het raam sjezen kinderen dik ingepakt op hun step voorbij. Op de autodaken smelt de rijp in het waterige zonnetje. Ik streel mezelf. Eventjes maar. Zo veel tijd heb ik niet meer. Dan drink ik de laatste slok thee. Een warme gloed glijdt door mijn keel en ik voel tintelingen in mijn hele lijf. Nog een paar uur. Dan is hij hier.
Het was een paar weken geleden. Ik fietste richting centrum, over het kanaal, mijn haren wapperend in de gure herfstwind, toen de punt van de linnen boodschappentas die aan mijn stuur hing vast kwam te zitten tussen mijn spaken. Net voordat het fietswiel blokkeerde, kon ik stoppen voor de rij garageboxen tegenover mijn appartement. In de zomer keek ik er weleens naar vanaf mijn balkon. Boten ploegden dan door het water, fietsers stopten bij het bankje naast het brugwachtershuisje en daarachter verpestte het blok spuuglelijke garageboxen in hoefijzervorm mijn gedachten. Soms stond er een verhuisbusje. Andere keren was het er een puinhoop door rondslingerende brommeronderdelen en werd het gelach van groepjes jongeren over het water gedragen.
“Gaat het?” vroeg hij.
Ik keek in de meest helderblauwe ogen die ik ooit had gezien. We scheelden minstens tien jaar. In een flits zag ik de huizen van een vakantie een paar jaar geleden in Mykonos terug. De zee. Ik dacht zelfs heel even de oleander te ruiken.
Nu trekt hij een moersleutel uit een opgenaaide steekzak op zijn rechterbroekspijp. Veegt in dezelfde beweging over zijn voorhoofd. Hij heeft het warm, ondanks de kou. Langzaam ritst hij zijn overall open en knoopt de bovenkant om zijn taille. Stevige armen in een legergroen sweatshirt. Opnieuw glijdt mijn wijsvinger over mijn borstbeen. Ik voel het satijn van mijn beha, duw mijn vinger eronder, steeds dieper, tot het puntje van mijn tepel zich schuw terugtrekt.
Ineens heft hij zijn kin. Een zoekende blik, tot hij me ziet staan en zijn priemende ogen verkleven met de mijne. Hij glimlacht. Ik ook. We weten allebei wat er straks gaat gebeuren.
De week nadat ik ternauwernood die valpartij had kunnen voorkomen, was ik opnieuw op de terugweg van de markt. Ik nam het fietspad aan de overkant van het kanaal, zag hem en vroeg me af wat me bezielde. Wat moest ik zeggen? Toen ik de rij boxen passeerde, sprak hij met een vadsige vijftiger waarvan ik vermoedde dat het de eigenaar was. Hij stak zijn hand naar me op. Ik groette terug en nam thuis een koude douche.
Weer een week later raakten we aan de praat op het grasveld onder mijn flat; hij reed er testrondjes op zijn brommer. Ik wees hem mijn balkon, hij vertelde dat hij in het centrum woonde. Alleen. Hij benadrukte dat woord. Ik schaamde me.
Die nacht droomde ik over Griekenland. Hij hield mijn hand vast toen ik een duizelingwekkend stijle trap omlaag nam. Op een terras dronken we ouzo en onze voeten vreeën onder tafel.
Over twee uur is hij hier. Eigenlijk is hij te jong voor me en misschien ook een tikkie te brutaal. Ergens voel ik dat het nooit iets zal worden tussen ons. Maar die ogen. Die felblauwe, stralende irissen met dansende lichtpuntjes erin. Zijn donkere krullen. Mikis heet-ie.
Ik knip de kerstboomlampjes aan en loop door naar de badkamer. Ik draai de douchekraan open. Alle kleding die ik draag, verdwijnt in de wasmand. Zodra de cabine gevuld is met stoom, stap ik erin. Ik scheer mijn benen. Mijn oksels. De binnenkant van mijn dijen. Ik scrub mijn gezicht. Was mijn haren met fruitshampoo. Ik droog me langzaam af met een dikke, rulle handdoek. Smeer me heel precies in met mijn favoriete bodymilk. Ik kneed mijn dijen. Smeer de emulsie op de rug van mijn hand zodat ik ook de holte tussen mijn schouderbladen bereik. Pas als het olielaagje helemaal in mijn huid is getrokken, kies ik mijn lingerie. Het rode setje lijkt me too much. Het witte kreeg ik van mijn ex. Dan maar de zwarte kanten boxer met de semitransparante beha. Dit voelt goed. Ik streel mijn huid. Zacht. Perfect. Klaar voor gebruik.
Ik trek een spijkerbroek aan, een krakend witte blouse erboven. Het maakt me wat jonger. Dan hoor ik een piepje. ‘Over twintig minuten ben ik er’, appt hij. ‘Zet je deur op een kier. Ik wil je ruiken.’ Mijn hart slaat een paar slagen over. Ik druk mijn vuist tussen mijn benen, duw hem daarna omhoog tot het aangename gevoel me laat tintelen. Dit is wat je noemt voorpret.
In de koelkast staat sinds vanmorgen een fles chardonnay. Zou hij daarvan houden? Of drinkt hij bier? Ik voel me onzeker als ik de voordeur op een kier zet en een deurstopper erachter schuif. In de keuken klem ik mijn hand om de koele wijnfles. De wijn bewaar ik voor erna, besluit ik.
Mikis. Zijn naam uitspreken doet me huiveren. Ik visualiseer zijn handen: lange vingers, soms vol smeerolie. De klank van zijn stem. Zijn lach. Confetti in mijn maag. Ik duw mijn vuist weer terug, ditmaal hoger in mijn kruis, tegen mijn vulva. De druk voelt prettig. Met mijn knokkels spreid ik mijn vulvalippen. Een kleine schok. Fijn kant tegen mijn huid.
Mijn bed verschoonde ik vanmorgen al. Een flanellen hoeslaken, zacht, met een schoon overtrek om het donzen dekbed. Op het nachtkastje een flesje Evian. In de bovenste lade een nieuw pakje Durex. De trilring ligt een la daaronder, verpakt nog, misschien voor een volgende keer. Ik trek de gordijnen dicht, voel in gedachten zijn lippen op de mijne. Hij ruikt naar benzine. Gras. Ik lik mijn lippen af.
Een nieuwe piep. ‘Ga het toch niet redden. Druklager koppeling moet gelast! Sorry, ander keertje. X’ Een drukkend gevoel op mijn borst. Ik voel me leeg, mis zijn blauwe ogen. Ik zal zijn vingers niet op me voelen. In me voelen. Een golf van teleurstelling door het besef dat ik niet zal weten hoe zijn naakte lichaam eruitziet. Hoe hij zou smaken. Hoe stijf hij zou zijn.
Dan die witte wijn maar. In de keuken maak ik de fles open. Houd hem tussen mijn borsten tot de kou door de stof van mijn bovenkleding trekt. Mijn tepels kriebelen tegen het kant. Een wijnglas hoef ik niet, ik schenk een limonadeglas vol en drink om mijn deceptie te verdoven. Een dubbele kater.
Als het glas leeg is, wandel ik met de fles in mijn hand naar mijn slaapkamer. De glazen deur van de woonkamer weerspiegelt mijn gestalte. Rode lipstick. Geföhnd haar. Doffe ogen.
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar