Afscheid

Arie Boomsma: ‘Ik ­verbaas me er altijd over hoeveel mensen al uitgewerkte plannen hebben voor hun begrafenis'

Deze maand tv-presentator en ondernemer Arie Boomsma (51).

“EEN TIJD TERUG DEED IK EEN MEDITATIE DIE begon met: ‘dit is een goede dag om te sterven’.
Het is een noodzakelijke reminder, memento mori, want ik sta zo volop in het leven dat ik nauwelijks de tijd vind om na te denken over de dood. Laat staan over mijn uitvaart. Pas de laatste jaren begin ik daar, door gesprekken met mijn ouders, gedachten over te vormen. Na het eerste ongemak – want waarom praten over afscheid als iemand er nog is? – ontdekte ik dat het juist prettig is om te horen wat hun praktische wensen zijn, maar ook: hoe ze zich een leven na de dood voorstellen. Zo zegt mijn vader ernaar uit te kijken zíjn vader terug te zien die tijdens de tweede wereldoorlog werd doodgeschoten. En hij zou ook graag met zijn moeder praten, die in haar eentje verder moest, haar verdriet nooit toonde, maar ’s nachts wel stilletjes lag te huilen in bed. Ik denk dat deze hiernamaalsfantasieën ook iets ­zeggen over hoe we hier en nu in het leven staan. Daarom zijn die gesprekken met mijn vader en moeder ook zo goed, ik zal straks niet het idee hebben dat ik ben vergeten iets te vragen.

Het is waar: je weet nooit hoe oud je wordt en misschien zou ik zelf óók concrete dingen vast moeten leggen, maar nee … Ik ­verbaas me er altijd over hoeveel mensen al hele playlists hebben klaarliggen voor hun begrafenis. Of uitgewerkte plannen voor een enorm begrafenisfeest. Daar heb ik niets mee. Dan begrijp ik de wensen van mijn ouders – een kerkdienst die volgens een eeuwenoude liturgie verloopt – beter.

Dat is toch net iets minder megalomaan. Het hoeft niet over mij te gaan. Ik heb er sowieso altijd moeite mee gehad anderen te dwingen mee te gaan in wat voor mij van waarde is. Zolang de mensen van wie ik houd het maar fijn vinden om bij elkaar te komen.
Laatst wist ik ineens wel wáár ik begraven zou willen worden: op het erf van onze boerderij. Dit is de plek waarvan we, vanaf de allereerste dag, wisten: hier horen wij thuis, en hopelijk de generaties die na ons komen ook. Ik stond een diepe kuil te graven voor een overleden schaap. De kinderen waren erbij, om op een mooie manier kennis te maken met de eindigheid en te ervaren dat zoiets niet eng hoeft te zijn.
Wat nou, dacht ik, als hier straks voor mij óók zo’n graf gedolven wordt? Dat lijkt me echt prachtig. Ik kan haast de aarde al horen ploffen op de deksel van mijn kist. De overheid staat het niet toe, maar ik zou heel wat mooie plekjes op ons erf kunnen aanwijzen. Naast het schaap misschien. Of tussen de kip en de kat. Geen steen, geen tekst. Met al die memes die je nu op social media ziet, valt er toch haast geen originele tekst meer te bedenken. Ik zou het wel mooi vinden als mijn nabestaanden straks kunnen zeggen: ‘Daar ligt Arie, in de schaduw van die grote boom.’”

TRENDING