![](https://www.linda.nl/lindanl-assets/uploads/2025/01/02201128/241219_LINDA_Romijn2951cRdPuy-828x1130-1738523587.jpg)
Acteur Romijn Conen (57) werd in 2015 getroffen door een herseninfarct. Tien jaar later is hij weer te zien op podia en televisie, maar de impact van wat hij zijn ‘ongeluk’ noemt, is groot. “Ik ben veranderd, zo simpel is het.”
“IK WEET ALLES NOG. Het was 3 september 2015 en ik speelde samen met mijn vrouw Nanna de laatste try-out van onze nieuwste voorstelling Feest. In een theater in Hengelo was dat. De setting was prachtig en intiem, met een publiek van maximaal zestig man. Ik maakte tijdens die voorstellingen een kleine sprong op een trampoline, waarna ik op de grond landde en weer doorspeelde. Omdat het de laatste try-out was, wilde ik die sprong met iets meer zwier maken. Dat ging mis: ik kwam hard in de coulissen terecht en bezeerde daarbij mijn nek. Het deed flink pijn, maar na een paar seconden herpakte ik me. Het ging wel weer, dacht ik. Ik maakte de voorstelling af, heb nog wat nagepraat met het publiek, waarna Nanna, de regisseur van het stuk en ik met een busje van de schouwburg naar ons logeeradres reden. Een paar minuten voor we daar aankwamen, zei ik iets vreemds. Nanna vroeg wat ik bedoelde, keek me bezorgd aan en zag dat mijn gezicht scheef hing. Mijn rechterbeen en -arm deden ook raar. Op de een of andere manier heb ik het busje nog achteruit ingeparkeerd en ben ik uitgestapt. Toen ging het licht uit.”
LICHAAM
“Mijn gevoel was uitgeschakeld, dat was het eerste dat opviel toen ik na drie dagen weer wakker werd. Ik ervoer geen emoties meer. Praten ging ook niet, bewegen evenmin. Ik keek verwonderd rond, dat was het wel zo’n beetje. En ik was moe, op het apathische af – ik viel telkens in slaap. Ik kon alleen communiceren met mijn ogen, maar ook dat ging moeizaam: mijn brein was vertraagd, zo voelde het. Ik wilde wel, maar het lukte niet, er heerste chaos in mijn hoofd. Ik kon de consequenties van wat me was overkomen niet bevatten. Zou ik ooit nog kunnen praten? Zou ik ooit nog kunnen bewegen? Ik wist het niet, het was te veel. Uiteindelijk kwamen beetje bij beetje de dingen terug. Ik leerde weer praten, langzaam maar zeker. Mijn rechterarm kan ik niet meer bewegen, maar ik leerde wel weer lopen: eerst met zo’n stok met drie pootjes, later zelfstandig – zij het met een slepend rechterbeen.”
GELD
“Ik was zzp’er en had geen arbeidsongeschiktheidsverzekering, dus er was geen geld. Mijn broer heeft geld ingezameld via crowdfunding: die donateurs hebben ons de eerste drie jaar in leven gehouden. Vervolgens heeft Nanna een monoloog geschreven, Breeknacht, over wat haar was overkomen na mijn ongeluk – hoe zij het had beleefd, wat het voor háár betekende. Zij vertelde het verhaal, ik was bij de voorstelling aanwezig en roerde in een pan met soep, waar mensen na afloop een kommetje van konden krijgen. Ik beantwoordde dan ook nog vragen van het publiek – zo goed en kwaad als dat ging. Die voorstelling hebben we veertig, vijftig keer gedaan: zo kwamen we aan geld. Zonder Nanna was het misgegaan, zij heeft me gered door bij me te blijven.”
FAMILIE
“Mijn spraak wordt nog elke dag beter, maar ik kan nog steeds niet goed bij mijn gevoel. Niet dat ik voor het ongeluk zo’n jankerd was, maar ik heb nog steeds niet gehuild om wat me is overkomen. Ik doe wat ik kan, daar zet ik alles voor in, maar er zijn gewoon dingen stukgegaan die niet meer beter zullen worden. Ik ben veranderd, zo simpel is het. Dat heeft relaties gekost. De band met mijn vader – hij overleed vier jaar geleden – was goed en werd zelfs beter na het ongeluk, maar mijn broer zie ik amper en voor mijn moeder geldt hetzelfde. Ik denk dat dat komt omdat we op een andere manier met de nieuwe realiteit omgaan. Mijn moeder woont in Frankrijk, dat helpt natuurlijk ook niet mee. Zij en haar nieuwe man namen na mijn ongeluk de touwtjes strak in handen. Vast ook een beetje om Nanna en mij uit de brand te helpen, maar toch vooral omdat zij dachten dat zij precies wisten wat ik zou willen, wat ik nodig had. Zonder gepeild te hebben wat Nanna dacht dat het beste was. Dat gold ook voor mijn broer: hij wilde het beste doen voor zijn gemankeerde broer, maar dan wel op zíjn manier. Hoewel we elkaar nog steeds weinig zien, is er inmiddels weer wat meer toenadering. We appen af en toe, soms schrijft mijn moeder een brief. Ik heb haar uitgelegd dat ik weer werk, nieuwe dingen maak. En zij vertelt me dat ze van haar vrienden heeft gehoord hoe mooi dat allemaal uitpakt. We zijn weer aan het ontdooien, zou je kunnen zeggen.”
VADERSCHAP
“Nanna en ik zijn nu negentien jaar samen, daarvoor was ik negentien jaar met een andere vrouw. Met haar heb ik twee dochters. Toen ik mijn ongeluk kreeg, moest ik opnieuw beginnen. Ik stond op nul, was eigenlijk alleen maar met mezelf bezig. Dat is lastig geweest voor de twee oudste meiden, die destijds tieners waren. Sowieso was ik voor hen een andere vader dan ik voor mijn jongste kinderen kan zijn: ik was vooral bezig met mijn carrière, de rest was bijzaak.
Mijn oudste dochters en ik: we hebben summier contact, maar ik zou ze graag vaker zien. Met Nanna kreeg ik na het ongeluk nog drie kinderen – de jongste is bijna twee jaar oud. Nanna wilde het heel graag. Ik ook, maar er waren wel twijfels: zou ik nu wél de vader kunnen zijn die ik wilde zijn? Daar twijfel ik nog steeds aan, zeker nu ze ouder worden vraag ik me af of ik ze op alle fronten kan blijven geven wat ze nodig hebben. Ik heb soms het gevoel dat Nanna en de kinderen in een trein zitten en ik erachteraan probeer te hollen, uit alle macht proberend iets toe te voegen. Of ik écht een andere vader ben dan voorheen, durf ik niet te zeggen. Ik weet alleen dat ik veel meer thuis ben, dat ik er echt voor ze kan zijn.”
PROBEER DE
EERSTE MAAND GRATIS
- Exclusief voor LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar