Achtergrond

Gek van je propvolle agenda? Maak je niet zo druk, druk, druk

tekst Els Quaegebeur

Een uitdagende baan, een warm gezin, een glad gezicht en een instawaardig interieur: ons ambitieniveau kent geen grenzen. Met propvolle agenda’s maken we onszelf gekker dan gek.

BARBARA – EEN VROUW VAN 44 MET DRIE KINDEREN OP DE BASISSCHOOL, EEN BAAN OP DE ICT-AFDELING VAN EEN VOEDSEL-CONCERN en een man die in de horeca werkt – heeft een reformer aangeschaft. Cadeautje voor zichzelf. Een reformer is een pilateswerktuig waarop je allerlei oefeningen kunt doen die in theorie kunnen leiden naar een sixpack. Met het smaakvolle houten onderstel, zwarte matras en verzameling touwen, buizen en ringen zou het apparaat ook prima door kunnen gaan voor een Zweedse soft sm-uitrusting. Barbara wil dat sixpack best graag en ze zou haar leuke horecaman ook wel een keer in z’n niksie in die ringen willen hijsen. maar ja, ze heeft nooit tijd. Ze werkt keihard, maakt vaak overuren en als ze thuiskomt van de buitenschoolse opvang met haar driekoppige, hongerige, modderige en jengelende jonge wolvenroedel moet ze nog even een staaltje micro­management op ceo-niveau uit haar tenen halen. De reformer is dus meestal in gebruik als wasrek, als wasrek en soms als wasrek. Hij is ook handig als tafel voor mee naar huis gezeulde kantoordossiers, of om de schooltraktaties van de kinderen instageniek op uit te stallen, want het licht valt precies daar zo mooi door de vorig jaar geïnstalleerde lichtstraat, een gruwelijke verbouwing waar Barbara liever niet meer over praat. Zeker niet als ze om elf uur ’s avonds 31 identieke glutenvrije popcornschaapjes militair staat op te lijnen. ’s Morgens om kwart over zeven nog even de landschapsmat met veldbloemmotief rechttrekken, en smile for the camera, schaapjes.

Druk, druk, druk. Het klinkt als een cliché uit 1995, toen mensen dat zo’n beetje begonnen te zeggen als iemand vroeg hoe het met ze ging. Druk, druk, druk: ze bedoelden dan werken van negen tot vijf, langs de supermarkt gaan voor twee dozen perenijsjes die kind 1 wilde uitdelen op school, met kind 2 na voetbaltraining naar de tandarts op woensdagmiddag, een afscheidsborrel voor collega Dinges van hr, een etentje thuis met vrienden en op zondag nog even een halfbakken rondje langs de apparaten in de sportschool, gewoon in je eentje in een ouwe gymbroek van onder uit de wasmand.

Sorry hoor, maar dit is dus helemaal niet druk. Dit is chill, chill, chill.

Druk, druk, druk is tegenwoordig: DRUK, DRUK, DRUK. Met heel veel uitroeptekens. En de cijfers to show for it. De succesagenda barst uit zijn ringband. Zesendertig procent van de Nederlanders voelt zich daardoor ten minste één dag per week opgejaagd. Ruim de helft vindt hun leven geregeld te vol en zo’n veertig procent voelt zich thuis of op het werk weleens tekortschieten, zo blijkt uit recent gepubliceerde cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Belangrijk hierbij is het onderscheid tussen objectieve tijdsdruk (wat heeft iemand zoal aan verplichte nummers af te vinken in zo’n niet rekbaar etmaal – dat kun je meten) en subjectieve tijdsdruk: hoe ervaart iemand tijdsdruk (het ‘voelen en vinden’ uit het SCP-rapport). Wat hebben de Reformer en de popcornschapen hiermee te maken? Alles. In die zin: de lat ligt torenhoog, op elk denkbaar vlak en de hele godganse dag door. Van rise and shine tot we eindelijk in slaap kukelen, gestrest door de terreur van ‘je moet wel die acht uur schoonheidsslaap pakken’, want anders breekt de hel los. Laten we nog íéts lekker op zijn beloop? Misschien alleen de manier waarop we het vuilnis aan de straat zetten. Want dáár zie ik verrassend weinig Insta-posts over.

Of het nu gaat om vakanties, ons uiterlijk, sporten, werk, de opvoeding, het gezinsleven en de inrichting van huis en tuin: ons ambitie­niveau draait constant op volle toeren, zegt ook psychotherapeut Regina Horvath. Zij ontvangt in haar praktijk de ene door topdrukte bevangen pineut na de andere, een ontwikkeling die ze eind jaren negentig zag beginnen en sindsdien versnellen. “Gechargeerd uit­gedrukt had je vroeger workaholics, flierefluiters en mensen die er altijd waanzinnig goed uitzagen. Workaholics werkten alleen maar en lieten de rest versloffen. Flierefluiters hielden zich vooral bezig met leuke dingen en deden verder net genoeg hun best op de arbeidsmarkt om zich dat te kunnen veroorloven. De laatste groep bewoog zich grotendeels tussen de sportschool, een winkelgebied en de kapper plus nagelsalon en was daar dik tevreden mee. Ze waren allemaal behoorlijk druk in de weer, maar het was te overzien.

Het veld ziet er nu zo anders uit. Mensen willen hoge ogen gooien op elke centimeter van hun bestaan – ik heb het dan natuurlijk over de welvarende gevallen. Een alleenstaande ouder van drie kinderen met een dubbele baan om uit de kosten te komen zal het objectief een stuk drukker hebben dan jonge, net afgestudeerde singles met een vierdaagse werkweek in marketing. Dat wil niet zeggen dat hun agenda minder volgebouwd is. Integendeel. In die groep zie ik bijvoorbeeld een enorm opgeschroefde frequentie in sociaal contact die veel stress geeft.”

Zo iemand is onze oude oppas Zoë. Jaren paste ze twee middagen in de week op mijn dochter Kate. “Mijn zenmiddag”, noemde Zoë dat. Ik snapte daar geen snars van. In welk universum is vijf uur aan een stuk zandtaartjes bakken, haar invlechten, een stoffen muizenfamilie minuscule badpakjes aanfrutten (en weer uitfrutten omdat het gala is begonnen en de baljurk van drie centimeter doorsnee beter bij de dress­code past) en broccoli vermommen als appelmoes een zen­middag? “Kate kan ook gewoon een uur sprookjesfiguren inkleuren terwijl jij op je telefoon zit, hè”, zei ik weleens, maar dat vond Zoë stom.

Kate is nu twaalf en heeft geen oppas meer nodig. Omdat ze het leuk vindt Zoë nog een keer te zien, proberen we al een tijdje iets met haar af te spreken. Voor de gezelligheid, met thee en echte zanddeegtaartjes. Lukt niet. Zoë is altijd druk, druk, druk met hoofdletters en uitroeptekens. Ze werkt vier dagen als quality manager bij een hip koffiemerk. Op haar vrije dag doet ze een cursus en vrijwilligerswerk. Elke avond heeft ze plannen. Uit eten, yoga, sporten, drankje hier, drankje daar. Ze loopt concerten af van zowel experimentele bands die niemand kent als van wereldsterren, meestal maanden, zo niet jaren, van tevoren geboekt. Dat moet ook, want anders kom je er bij Beyoncé niet tussen. Beyoncé ook niet bij Zoë trouwens.

TRENDING

Gerelateerd

NET BINNEN