Toen Epke Zonderland (36) zijn turncarrière beëindigde, was dat even wennen. maar het leverde ook veel op: zijn kinderen zien opgroeien, bijvoorbeeld.
Optimist “Dat ben ik van huis uit, maar moet je in topsport ook zijn. Anders kun je niet goed omgaan met de tegenslagen die je gegarandeerd krijgt. Blessures bijvoorbeeld, ongelukjes of overbelasting. Op mijn twaalfde liep ik al een halfjaar in een korset vanwege een scheurtje in mijn ruggenwervel. Doortrainen was te tricky, dus moest ik zes maanden volledig rust houden. Door de situatie te accepteren en te focussen op wat ik nog wél kon, kwam ik er goed doorheen.”
Oogkleppen “Als topsporter zet je vaak oogkleppen op om door pijn heen te trainen. Ik vond het nooit erg om mijn tanden op elkaar te zetten. Je zoekt de grens op van wat mogelijk is en dat gaat onvermijdelijk gepaard met risico’s. Door mijn studie geneeskunde was ik me bovengemiddeld bewust van mijn lichaam. Daardoor wist ik meestal wel bij welke pijn ik door kon gaan of juist gas moest terugnemen. Wanneer mensen mij vragen of topsport gezond is, zeg ik: niet echt. Tenminste, wat betreft de kans op blessures. Een ander verhaal is als je stilstaat bij wat het je brengt – leren incasseren, discipline, doorzettingsvermogen, zelfverzekerdheid én mooie momenten. Ik kijk met veel voldoening terug op mijn triple in 2012 op de Olympische Spelen in Londen en word er nog bijna dagelijks aan herinnerd.”
Liefde “Op Hemelvaartsdag 2010 leerde ik Linda kennen op een feest in Heerenveen. Een supermooie meid; ik viel meteen voor haar enthousiaste uitstraling. Ze studeerde sociologie en was net terug uit Tanzania, waar ze onderzoek had gedaan. Ze kende me van naam, maar veel meer ook niet: mijn topprestaties moesten nog komen. Linda heeft me alle ruimte gegeven om voor mijn sport te gaan. Naast mijn hoogtepunten maakte ze ook mijn dieptepunten mee. Zoals toen ik met een hersenschudding en bijholteontstekingen lusteloos op de bank lag en niets kon verdragen. Geen licht, geen tv, geen bezoek. Dat was afzien, maar ze was er voor me. Sowieso ben ik hartstikke blij met haar.”
Doping “Ik zei altijd: goed slapen is de beste doping. Als topsporter heb je zeker acht uur slaap nodig. Daar kom ik nu als vader van drie kinderen niet meer aan toe. Een topsportcarrière is eigenlijk niet te combineren met een gezin; voor topprestaties moet je jezelf op nummer één zetten. Dat voelde al een tijdje niet goed meer, omdat mijn kinderen op die eerste plek hoorden. Soms zag ik ze weken niet. Vandaar dat stoppen met topsport ook een bevrijding was. Als ik nu thuiskom van mijn werk, wacht me een stoeikwartier met mijn zoons en dochter. Daarnaast geniet ik heel erg van mijn wekelijkse papadag.”
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar