Van tevoren had ik me voorgesteld dat ik als een soort Julie Andrews met een hele sliert kinderen achter me aan van school naar de locatie van Luuks partijtje – hij werd negen – zou fietsen. Moeiteloos, lachend, misschien zou ik wel Climb every mountain zingen.
De realiteit is, uiteraard, anders. Om te beginnen zijn er striemende slagregens om rekening mee te houden, tonnen gladde gevallen beukennootjes en tien gastjes zonder regenjas. Wat ik kennelijk sinds vorig jaar ook ben vergeten, is dat zodra het label ‘feestje’ ergens op wordt geplakt, kinderen veranderen in ongeleide projectielen met het volume van een hardhouse party.