Johan Fretz: ‘Wij mannen voelen geen enkele druk’
tekstJohan Fretz
tekstJohan Fretz
Zonder te generaliseren, geloof ik dat er een ding is dat veel volwassen vriendschappen tussen twee mannen onderscheidt van veel volwassen vriendschappen tussen twee vrouwen. Uniek is het feit dat de mannenvriendschap kan bestaan uit extreem minimaal contact. En dan bedoel ik dus: niet eens een appje sturen bij verjaardagen of die van de kinderen (een week later mag ook, het vergeten is eveneens toegestaan, of in elk geval geen halszaak die nog in talloze herstelsessies hoeft te worden uitgepraat).
Let op: dat er in de mannenvriendschap niet veel contact hoeft te zijn, betekent niet dat dit contact er nooit is geweest. Integendeel, in de regel gaat het hier om heel hechte en langdurige vriendschappen die al zijn ontstaan in de vroege of late jeugd, op school of anders in de studententijd. Maar met de komst van relaties, drukke banen en bovenal kinderen, is de tijd schaars geworden en anders dan veel vrouwen voelen mannen geen enkele druk om ondanks hun constante staat van diepe vermoeidheid voortdurend met elkaar in contact te staan.
Waar het bij zo’n vriendschap kennelijk om draait: je weet dat je er, als het er echt toe doet, voor elkaar bent. Toen mijn vader dood was, stond die ene vriend binnen een halfuur voor de deur om me met de auto naar mijn moeder te brengen. En toen ik begin dit jaar even tot stilstand kwam nadat ik de rouw om mijn vader maanden had weggeduwd door me met blinde geestdrift op mijn werk te storten, stond die andere vriend op de stoep. Ook al had hij net een baby, ook al had hij niet geslapen. Ook al was ik niet bepaald attent geweest met verjaardagen en kraamcadeaus. Hij stond er meteen: Marcel Harteveld. We zaten samen op de Toneelschool en Kleinkunstacademie en iedereen zei dat we de nieuwe Acda en de Munnik zouden worden. Dat vonden wij zelf ook, al waren we vastberaden die jeugdhelden snel te ontstijgen. Uren, dagen, nachten zaten we samen in de kroeg, in de klas, in het repetitiehok. We tourden daarna vijf jaar lang door stad en land, van Delfzijl tot aan Maastricht. Omdat ik geen rijbewijs had, betekende dat dat Marcel uren achter het stuur zat, ook midden in de nacht vanuit Oosterwolde. En omdat mijn ADHD toen weliswaar nog niet was vastgesteld, spreekt het voor zich dat alle planning en organisatie volledig op zijn schouders rustte.
Pas veel later, toen ik in de relatie met mijn vriendin en bij de invulling van het ouderschap ontdekte hoe ingewikkeld de chaos in mijn brein soms kan zijn, realiseerde ik me met terugwerkende kracht wat Marcel allemaal had moeten dragen. Toch zat hij hier gewoon weer binnen een uur, domweg omdat het niet goed ging met zijn vriend. Maar ik voelde nu heel sterk dat de tijd voorbij was deze gouden vriendschap voor lief te nemen.
En dus stond ik twee maanden later bij hém op de stoep, om te helpen met verhuizen. Dat hoefde helemaal niet, ze hadden verhuizers ingehuurd, maar daar ging het niet om. Zoals dat gaat bij een vriendschap tussen twee mannen. Marcel trok een blije smoel: “Fijn dat je er bent.” •