Het grut ligt net in bed. We zitten aan de keukentafel die nog vol staat met borden, pannen en leeg gelepelde bakjes met resten van yoghurt met hagelslag. De vloer ligt vol met Playmobil. De kamer is net een schilderij van een historische veldslag, waar de strijdende partijen het slagveld net hebben verlaten. We hebben de kracht nog niet gehad om op te ruimen. In de stilte suizen mijn oren na van de prikkels van de dag.
“Hoe komt het toch dat ik na mijn dag met de kinderen altijd zo moe ben?”, zucht ik.