Eef (49) houdt jarenlang geheim dat ze bij stress haar eigen haren uittrekt en een haarstuk draagt om de kale plekken te verbergen.
Peter en ik waren een paar maanden aan het daten en ik vond hem echt leuk. Tijdens een lunch met een goede vriendin die hem ook kent, zei ze: ‘Als je met hem verder wilt, moet je eerlijk zijn.’ Ik wist dat ze gelijk had. Als ik íéts had geleerd van mijn vorige relatie, dan was het hoe slopend het is om met een geheim rond te lopen. Elf jaar was ik bij mijn ex geweest en hij had al die tijd van niks geweten. Ik dacht: als ik zeg dat ik trichotillomanie heb – een vervelende aandoening waardoor ik mijn eigen haren uittrek – en een haarstuk draag om de kale plekken te verstoppen, verlaat hij me. En wie wil me dan nog? Al die jaren verstopte ik me in de badkamer als ik mijn haarwerk moest wassen. Als we op vakantie gingen, stopte ik stiekem extra plakstrips en schoonmaakmiddel voor mijn haarstuk in de koffer.
Heel vermoeiend en vervelend, het voelde alsof ik hem bedroog. Achteraf denk ik dat hij wel iets vermoedde, maar hij liet het nooit merken. Ik was er kapot van toen hij het uitmaakte. En nu had ik eindelijk een leuke, nieuwe vent gevonden – stond wéér dat geheim tussen ons in. Hoe eng ik het ook vond, dit keer wilde ik het anders aanpakken. ‘Ga zitten, ik moet je iets ergs vertellen. Als je me daarna niet meer wilt, dan snap ik dat’, zei ik tegen Peter, terwijl ik gespannen naast hem op de bank ging zitten. In mijn hoofd had ik dit moment eindeloos gerepeteerd. ‘Is er een ander?’, vroeg hij. ‘Nee’, zei ik, ‘dat is het niet. Ik moet je vertellen dat ik gedeeltelijk kaal ben. Dat komt omdat ik sinds mijn twaalfde de nare gewoonte heb om mijn haren uit te trekken als ik gestrest ben. Ik wil er heel graag vanaf, maar het lukt me niet om ermee te stoppen. Daarom draag ik een haarstuk.’ Zo. Het was eruit. Peter reageerde beter dan ik had durven hopen. ‘Is dat alles? Je dacht toch niet dat ik daarom bij je weg zou gaan?’, zei hij. ‘Het gaat mij om jou, Eef. Ik hou van jou en ik vind je prachtig. Het maakt mij totaal niet uit of je echt of nephaar hebt.’ Man, wat was ik opgelucht. Ik was 43 en voor het eerst in mijn leven had ik een man de waarheid over mezelf verteld. Ik was compleet ingestort toen mijn vorige relatie stopte.
Al mijn verdriet, onzekerheid, angst en woede – alles wat ik bijna dertig jaar had opgekropt – kwam eruit toen hij me verliet. Bij de psycholoog die ik via mijn werk kreeg aangeboden, gooide ik alles er voor het eerst uit. Ik vertelde over mijn jeugd en dat ik veel gepest was op de basisschool. Ik was een jonge leerling, te verlegen om van me af te bijten, een gemakkelijke prooi. Al op mijn elfde ging ik naar de middelbare school en daar ging het pesten gewoon door. Ik kreeg veel last van jeugdpuistjes, volgens mijn vriendinnen was ik de lelijkste van ons groepje. Ik voelde me zó alleen en verdrietig in die tijd. Mijn ouders wisten wel dat ik doodongelukkig was op school en er waren ook wel gesprekken met leraren, maar er veranderde niets. En ineens, uit het niets, ontdekte ik iets dat me kalmeerde. Ik was twaalf en zat bij mijn moeder op een krukje in de keuken. Met mijn vingers ging ik door mijn haren, langzaam draaide ik er eentje om mijn vinger en toen trok ik eraan. Er ging een pijnscheutje door mijn schedel, ik weet nog goed hoe lekker dat voelde.
Ik zocht nog een haar op datzelfde plekje en trok die er ook uit; en toen nog een, en nog een. Na die eerste keer in de keuken kon ik er niet meer mee stoppen. Haren trekken maakte me rustig.
Mijn moeder kreeg pas in de gaten wat ik deed, toen er een kaal plekje ter grootte van een euro op mijn kruin ontstond. ‘Wat doe jíj nou?’, vroeg ze boos. Ze nam me meteen mee naar de kapper, maar die kon het natuurlijk ook niet oplossen. Ik schaamde me dood, terwijl ik in die kappersstoel zat en zij geschrokken op me neerkeken. Thuis reageerde ook mijn vader kwaad: hoe haalde ik het in mijn hoofd om mezelf zo te beschadigen? Achteraf begrijp ik de reactie van mijn ouders wel, het was gewoon onbegrip en machteloosheid. Maar ik denk dat het me meer had geholpen als ze gewoon met me gepraat hadden over hoe ik me voelde. Ik wist ook niet waarom ik het deed, ik wist alleen dat het me kalmeerde. Bij elke haar die ik uittrok, kreeg ik even een fijn gevoel. Meestal was ik een paar minuten bezig, dan zakte het. En soms begon ik dan na een kwartier gewoon weer opnieuw.
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar