Ooit werd ze door hem aanbeden, maar sinds de zoon van Suus Ruis in de puberteit zit, schaamt hij zich rot voor haar. Terwijl ze zo’n tantoe hippe moeder is.
Het is dinsdagmiddag en ik haal mijn zoon van dertien met de auto van school. Als curlingouder kon ik mijn bloedje natuurlijk niet door de motregen laten fietsen. Nadat ik de laatste keer dat ik dat had gedaan klachten had gekregen over te dichtbij parkeren – “dan ziet iedereen je” – sta ik dit keer op de hoek. Als mijn tweedeklasser instapt en me maant nú te gaan rijden, voel ik me een soort bankovervaller in de getaway car. Mijn passagier kan er, met alleen zijn neus, een stukje kin en een pluk haar die onder zijn hoodie uit piepen, in ieder geval zeker voor doorgaan. Wanneer we bij het stoplicht staan, zakt hij na een korte blik naar rechts zo diep onderuit als zijn lange benen toelaten. Ik vermoed dat een en ander verband houdt met de twee pubermeisjes die naast onze auto met hun fiets tussen hun benen staan te wachten tot het groen wordt. Mijn eerste instinct is het raam naar beneden te doen en te gillen: “Joehoe! Meiden, halloooo! Kijk eens wie hier is!” Pubertje-jennen is altijd grappig. Maar dat doe ik natuurlijk niet. Ik liet me vroeger namelijk ook op de hoek afzetten en ophalen en kan me nog levendig voor de geest halen hoe ik ineenkromp toen mijn vader in groep 8 mijn vergeten broodtrommel kwam nabrengen terwijl de hele klas doodstil sommen aan het maken was, en hij heel enthousiast en joviaal mijn klasgenoten ging groeten. De horror. Ouders zijn werkelijk om je kapot voor te schamen.
Al is dat in mijn geval behoorlijk onlogisch en onbegrijpelijk. Ik kleed me superhip, maar niet té jong. Ik ken alle TikTok-dansjes en -hypes , misschien net vijf minuten later dan de rest van de wereld, en mijn Snapchat-filmpjes zijn om te gieren. Mijn sneakers en jeans zijn on fleek en ik kan zo een lijstje van de influencers en rappers du jour op ratelen. Kortom: niets om voor naar beneden te zakken in de passagiersstoel van de auto. Je zou iedere puber zo’n moeder gunnen. Toch? Nou, niet volgens mijn zoon. Die rolt vooral met zijn ogen, noemt me ‘fossiel’ en ‘zeurhoofd’, krijst ‘laat het ophouden!’ als ik een hip liedje meezing en heeft gedreigd met weglopen als ik ooit mijn Snapchatcreaties openbaar maak. Het laatste drama: ik likete een foto van hem op Instagram. Hoe haalde ik dat in godsnaam in mijn hoofd – ‘tantoe awkward!’ – en waarom volgde ik hem überhaupt? Ik verlang innig terug naar de tijd dat ik zijn klas binnenstapte en hij verliefd tegen zijn buurman verzuchtte: “Dat is mijn moeder.”
Het feit dat je op een gegeven moment verandert van objet d’amour in risee van het dorp/‘tantoe awkward’ is allesbehalve tof. Toch heb ik vrij recentelijk ontdekt dat je het ook voor je kunt laten werken. Ik help af en toe als vrijwilliger in de mediatheek van de school van mijn kind (dat mocht zolang ik beloofde geen woord te wisselen met kinderen uit zijn klas, behalve als het strikt noodzakelijk was omdat ze bijvoorbeeld een boek te laat hadden ingeleverd) en de laatste keer dat ik daar zat, moest hij een briefje bij mij ophalen voor een docent. Ik was bang dat hij het zou vergeten – 13-jarigen onthouden niks – en zei ’s ochtends dat ik dan de klas in zou komen om het te brengen. Dat vooruitzicht deed de mist in zijn puberbrein ogenblikkelijk oplossen.
Pubermoeder Ester heeft deze truc ook ontdekt. “Onlangs had ik een oudergesprek op de middelbare school van mijn zoon. Hij vroeg me of ik als-je-blieft een andere ingang kon nemen zodat het niet gênant zou zijn. ‘Tuurlijk’, zei ik. ‘Maar als je ooit spijbelt, kom ik weer. In de pauze, dwars door de aula, in mijn avondjurk.’”
Mijn kennis Hester heeft twee pubers en vindt het heerlijk om ze soms expres te pesten. “Dat doen wij vooral door lekker jong te doen, dat is natuurlijk verboden”, vertelt zij. “Een beetje straattaal gebruiken in een appje bijvoorbeeld, en dan bij voorkeur nét verkeerd of in ieder geval als onderdeel van je eigen vocabulaire. ‘Lieverd, hoe laat denk jij in de ozzo te zijn? Challas! Mama.’ Daar gaan ze enorm van cringen – nog zo’n lekker woord trouwens. Ik noem dingen ook vaak ‘epic’ of ‘intens’, dat trekken ze totaal niet.”
Toen ikzelf onlangs het woord ‘cringen’ gebruikte in een gesprek met mijn kind, wat mij eerlijk gezegd het gevoel gaf dat ik nog prima op de hoogte ben van wat er speelt op de wereld, gaf hij aan dat hij ging cringen van het feit dat zijn prehistorische moeder dat woord gebruikte. Of ik even normaal kon praten in het vervolg. Af en toe je kind zieken is natuurlijk hoogst vermakelijk, maar soms probeer je gewoon aardig te zijn en wordt dat totaal niet op prijs gesteld. Journalist en pubermoeder Saskia Smith, een van de oprichters van het online magazine Tishiergeenhotel, weet inmiddels tot in detail wat ze wel en niet mag doen, maar dat heeft even geduurd. “Het luistert nauw”, zegt ze. “Bij mijn dochter kan ik soms nog wel iets maken. Ik postte op Instagram een foto van hoe ik in de trein met een mondkapje iets probeerde te eten, en zij reageerde daarop met: ‘Oh, grappig’. Maar toen ik daaronder schreef: ‘Leuk hè, poepie?’ ging dat te ver. Ik noem haar altijd zo, maar dat mag niet in het openbaar.
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar