Deze week zien we eindelijk eens de échte zachte kant van Thijz. Dat deze ouwe mopperaar zo kan ontroeren. Als een klein jongetje zit hij glunderend naar Yvonne te koekeloeren. Hij voelt iets kriebelen in zijn buik – zijn dat vlinders?
Ik moet verschrikkelijk lachen als hij het over ‘rammelende skeletten’ heeft die zoenen. Als Yvonne een prachtig gedicht aan hem voorleest, zie je hem wegsmelten. Het klinkt lief als hij zegt dat hij hoopt dat zij nog heel vaak zijn wilde haren zal gaan gladstrijken, omdat dat voor hem als de ultieme zorg voelt. Thijz wil niet dat dit liefdesavontuur stopt.