Ik stond op een borrel. Ik sprak met een jongen, inmiddels man, die ik nog van vroeger kende. We hadden elkaar jaren niet gezien. Hij vroeg me naar mijn werk. Ik vertelde dat ik een boek aan het schrijven ben. Hij wilde weten waar het over ging. Ik probeerde in te schatten hoe volledig ik moest zijn in mijn antwoord.
“Mijn boek gaat over man- vrouwverhoudingen, in de samenleving en vooral in het ouderschap,” zei ik. Lekker kort en bondig.