We hadden een beetje mot. Nou ja, een discussie. Nou ja, een prikkelend gesprek van mens tot mens. Hij had ‘s avonds de achterdeur weer eens niet op slot gedraaid. En de voordeur trouwens ook niet.
Dat betekende dus dat iedere inbreker of anderszins kwaadwillende figuur gewoon ongehinderd bij ons over de drempel kon stappen, terwijl wij boven nietsvermoedend lagen te slapen, en onze bloedjes (bloedjes!) van kinderen trouwens ook.