‘Vanaf dag één voelde ik dat ik de grip op de kinderen kwijt was’
doorKluun
doorKluun
Kluun (60) is schrijver en puberexpert. Hij is getrouwd en heeft samen met zijn vrouw vijf kinderen.
TOEN MIJN KINDEREN NOG ECHT KINDEREN waren, was het schoolplein de Marktplaats van de kindervriendschappen. Ik beheerste het ambacht van schoolpleinouder tot in de puntjes, gleed mijn kinderen zonder noemenswaardige wrijving de ene na de andere nieuwe vriendschap in. Als een van mijn dochters een schoolpleinkind leuk vond, ging ik direct aan de slag. Een doordacht chitchatje met de vader van Annabel of de moeder van Daantje en hopla, mijn dochters hadden er weer een vriendin bij. Ik selecteerde op Ons Soort Gezinnen en daar barstte het van, op dat schoolplein midden in het Amsterdamse luxereservaat.
En toen kwam de middelbare school. Vanaf dag één voelde ik dat ik de grip kwijt was. De enige keren dat ik collega-ouders trof, was op de twee ouderavonden. En daar werd me door mijn kinderen uitdrukkelijk te kennen gegeven mijn bek te houden, geen vragen te stellen of iets anders te doen dat cringe of awkward was. Ik stond buitenspel.
Fast forward. Mijn vrouw en ik hebben in ons samengestelde gezin in totaal vijf kinderen. Op eentje na zijn ze nu allemaal van de middelbare school af. Ze zijn er op wonderbaarlijke wijze, zonder enige hulp van mij of mijn vrouw, allemaal in geslaagd om op eigen houtje vriendschappen te sluiten en onderhouden.
Zo tegen het eindexamenjaar merkten mijn vrouw en ik dat onze mening er ineens weer toe begon te doen. De keuze van studie en stad werd gespreksonderwerp. Alsof ze toch huiverig waren voor de opstap naar volwassenheid, alsof de keuzes die ze nu gingen maken voor het echie waren en bepalend voor de rest van hun leven.
We kregen, net als in hun kinderjaren, weer de rol van expert en ervaringsdeskundige toebedeeld. Mijn vrouw en ik hebben zowat elke denkbare hbo en universiteit in een straal van tweehonderd kilometer vanbinnen gezien.
We zijn niet de enigen. Uit onderzoek blijkt dat ouders bij de keuze van de vervolgopleiding als adviesorgaan nummer één worden gezien. De doorslaggevende factor is dus vaak niet de decaan, niet de vrienden, maar de ouders.
Nu is de grens tussen enerzijds advies en goede raad, en anderzijds manipulatie en propaganda, best dun. Ik ben Brabander, maar woon sinds mijn 25ste in Amsterdam. Mijn dochters hebben van mij de liefde voor Mokum met de paplepel ingegoten gekregen. Ze hebben beiden voor een studie in Amsterdam gekozen. Lekker dicht bij mij. Ik kan niet ontkennen dat ik de nadelen van studeren in andere steden sterk heb benadrukt.
Mijn vrouw heeft in Groningen psychologie gestudeerd, begin jaren negentig. Er gaat niets boven Groningen, volgens haar. Ook zij kan behoorlijk overtuigend zijn in haar mening. Mijn stiefzoon gaat in januari zijn numerus fixus toelatingstoets doen. Voor psychologie. In Groningen.•