De vader zag lijkbleek
doorRoos Moggré
doorRoos Moggré
“WIL JE MAMA? JA, DAT SNAP IK JONGEN. Kom, we gaan haar bellen.” Ik kon het bijna niet geloven. De schreeuwerige vader met z’n ballerige tongval ging zijn vrouw bellen om hulp. Hij had het zweet op zijn bovenlip staan en was duidelijk in paniek. Hij oogde als het type dat op feestjes trots vertelt dat hij beter is in bier bestellen dan luiers verwisselen. Zijn zoon schreeuwde de hele ziekenhuiskamer bij elkaar, wat niet per se onlogisch was aangezien zijn amandelen er net uitgehaald waren. Net als bij mijn zoontje trouwens, maar die schreeuwde aanzienlijk minder hard. Lucky me. De vader pakte zijn mobiel om te videobellen met zijn vrouw. “Teun wil jou”, zei hij. “Maar ik ben er niet”, antwoordde de moeder, nogal treffend. “Kun je niet alsnog komen?” vroeg de vader. “Nee ik kan niet komen, jij bent er nu en jij moet hem geruststellen.” Daarna verbrak ze de verbinding.
De vader had geen keus en begon krampachtig zijn zoon te sussen en ondertussen paniekerig rond te graaien in de luiertas, overduidelijk op zoek naar iets om het bloed van zijn zoon mee op te vangen. Een van de andere moeders in de ruimte had medelijden met hem en vroeg of hij een hydrofiel van haar wilde. Maar dat wilde hij zeker niet. Deze man had geen hulp nodig, behalve dan van z’n vrouw. Toen de kno-arts haar ronde kwam doen, zei hij: “Kijk Teun, daar is een van de zustertjes, die gaat ons vertellen hoe het met je gaat.” Zustertjes. Hij zei het echt. De arts was snel klaar met dit duo en maakte zich uit de voeten.
Omdat Teun nog steeds moest huilen, beloofde de vader hem chocolademelk. Dat pikte de echte zuster dan weer niet. Die kon het overduidelijk niet meer aanzien en greep in. “Zo”, zei ze. “We gaan hier even heel duidelijk zijn.” En roetsss daar ging het gordijn dicht, zodat alle anderen ouders inclusief ikzelf niet meer mee konden kijken. Gelukkig konden we nog wel steeds alles horen. “Uw zoon mag geen chocolademelk, hij moet koud water drinken of ijs eten. En nee, ook geen ontbijtkoek. Eerst drinken.” De vader pruttelde nog wat tegen, over dat Teun het echt graag wilde en ook dat het zo’n gevoelig ventje was. Het maakte weinig indruk bij de kordate professional. “En dan gaan we nu zijn infuus eruit halen. Dat gaat hij niet leuk vinden, maar u blijft stil en ik ga dat doen.” De hele kamer zette zich schrap, maar een oorverdovend gegil bleef uit. Teun bleek baat te hebben bij duidelijkheid en was zowaar stil. Toen het gordijn weer open ging zagen we een zoet ventje dat water zat te drinken en stilletjes naar z’n handje zonder infuus keek. De vader was lijkbleek. Doodsbang voor de verpleegkundige, gok ik, maar vast ook onder de indruk. Ik kon me voorstellen hoe hij straks naar huis zou gaan, en zijn kind alsnog aan zijn vrouw zou overdragen om daarna bier te gaan drinken in de kroeg. Al zou het ook zomaar chocolademelk kunnen zijn. •
Exclusief voor
LINDA.abonnees