De waargebeurde belevenissen van een high-class escortdame.
“GA EVEN ZITTEN.” Mijn amour du jour, de man met wie ik nu zo’n twee jaar gelukkig ben, kijkt me aan. Zijn irissen zijn groot en donker. Zijn gezicht staat emotieloos. Of zie ik een flard strengheid? Het liefst loop ik nu de woonkamer uit, weg van de zachte bank en de plek waar ik me altijd zo veilig voel. “Kopje thee erbij?” Ik probeer tijd te rekken, maar hij schudt nee en gaat tegenover me zitten op de salontafel. “Ik trek dit niet meer.” Ik weet exact wat hij bedoelt. Dit gaat om Amber.
Vriend één en twee konden er ook niet meer tegen: Ik gepenetreerd door een andere man. Hun tong in mijn mond. De geur van vreemde aftershave en zweet als ik thuiskwam. Dit was het dan. Ik kan het eind van het verhaal wel voor hem invullen. “Ik wil dat je stopt, want ik mis je zo.” Ik wil die thee. Nu. Warm in mijn keel, misschien een chocolaatje erbij als troost. Tranen schieten in mijn ogen. Deze man is zo leuk. Ik zal hem missen, de pijn brandt al in mijn maag. Maar ik ben wie ik ben. Ik hou van mijn werk. Ik pak zijn hand. Hij huilt. “De avonden dat je weg bent. Dat ik in mijn eentje series kijk om de tijd te vullen terwijl mijn hart slagen mist bij elke auto die de straat inrijdt en ik koplampen zie. Het gemis dat je niet naast me zit, je voeten op mijn schoot, chocomel drinken, je hand door mijn haar, samen lachen om een grap.” Ik knijp steeds harder in zijn vingers om mijn eigen pijn te verdrijven, maar het lukt niet. Ook bij mij komen de tranen. “Ik mis je zo als je er niet bent. Dat je tijd doorbrengt met anderen en ik op je wacht, elke avond weer een vinkje op onze levenskalender, wéér een avond minder samen tot het niet meer kan. ”Ik schud mijn hoofd. Hij weet wat ik ga zeggen. In gedachten zie ik hoe hij zijn koffer pakt. Het snoer van zijn laptop oprolt en de huissleutel op tafel legt. Ik ruik zijn kleren in de wasmand die ik nog een laatste keer zal wassen voordat hij ze ophaalt. Op afspraak. Misschien met wat geijkte social talk. Verdriet zoemt dagen door me heen, als een zwerm hoornaars. Steken in mijn maag. Ik ben Amber de robot. Drie dagen later – hij is er nog – klopt hij op de bank. Ik vermoed dat hij me wil vertellen wanneer exact hij zal vertrekken. Ik bal mijn vuisten. Hij klemt zijn grote handen eromheen. “Ik heb nog eens nagedacht.” De hoornaars houden even stil, klaar voor hun genadeloze aanval. “Als ik moet kiezen tussen eenzame avonden of een leven zonder jou …” Oogcontact. Ik zie pure liefde. Ik weet wat hij gaat zeggen en kus hem. De hoornaars zijn weer weg. Hij blijft. •
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar