Deze maand: presentatrice Diana Matroos (52).
“ALS MEISJE ZAG IK EEN TV-RECLAME van een of andere uitvaartverzekering, waarin je de klepel van zo’n grote klok langzaam heen en weer zag zwaaien, tot-ie plotseling tot stilstand kwam. De boodschap was: let op, je kan zomaar doodgaan. Daar werd ik zó down van – stel je voor dat mijn moeder er op een dag niet meer zou zijn. Ze was een alleenstaande bijstandsmoeder met twee kleine kinderen; we waren eerder bezig met overleven dan met leven. Hoe zou ik verder moeten zonder haar? Mijn moeder was mijn grote voorbeeld, echt een aanpakker. Ze heeft me geleerd dat ik me beter kon bezighouden met het hier en nu en niet moest piekeren over wat er straks allemaal zou kunnen gebeuren. Rond haar vijftigste kreeg mijn moeder te horen dat ze ongeneeslijk ziek was, een mededeling die het voor haar nóg duidelijker maakte dat ze alles uit het leven moest halen. Dat heeft ze vijftien jaar lang volgehouden. Tijdens haar begrafenis droeg iedereen vrolijke kleuren. Ze wilde geen religieuze toestanden, geloofde ook niet in een hel of een hemel. Ook dat heb ik van haar overgenomen.
Er is wel meer dan wij kunnen waarnemen, ik voel haar aanwezigheid nog op een of andere manier.
Ik leerde René, mijn man, na mijn moeders dood kennen. Maar hij praat soms over haar alsof ze elkaar goed hebben gekend; zo sterk wordt de herinnering aan haar levend gehouden. Daarom denk ik, als we het over mijn uitvaart hebben, in eerste instantie aan mijn nabestaanden. Ik wil dat zij het op een manier doen die goed voor hen voelt, al hoop ik wel dat het een mooie mix wordt van mijn witte en mijn zwarte cultuur. Witte begrafenissen zijn meestal ingetogen, plechtig en stil, terwijl … ik moet nu denken aan de afscheidsdienst van mijn Surinaamse tante en hoe er met haar kist werd gedanst. En aan de rouwstoet van mijn oom, die onder begeleiding van een brassband door de straten van Amsterdam-Oost trok. Overal hingen mensen uit de ramen met zo’n blik van: wat is hier aan de hand? Het leven werd gevierd, en daarna brak een lange rouwperiode aan. Terwijl witte familieleden vrij snel na een begrafenis denken: hup, we moeten weer verder.
Ik denk dat de mix die ik nu in gedachten heb veel over mij zegt, ik ben altijd een verbinder geweest. Dat komt ook omdat ik in mijn jeugd lang heb geworsteld met de vraag: waar hoor ik bij? Het antwoord is: overal. Ik geloof in de mix. Ik geloof in het samenbrengen van mensen, zeker in deze tijd, nu tegenstellingen groter lijken dan ooit. En daar hoort dan mijn moeders boodschap bij: wacht niet te lang, probeer zo snel mogelijk uit te komen bij wat écht belangrijk is in het leven. Want voor je het weet – hee, daar heb je die klok uit mijn jeugd weer – hangt de klepel stil.”•
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar