Column

‘Als iemand zegt dat ze niet goed heeft geslapen, geef haar een extra bak koffie en hou verder je mond’

Roos Moggré (43) is presentator en journalist, getrouwd en heeft twee kinderen.

Mensen die overal en altijd goed slapen zijn volgens mij extreem lui, extreem ongevoelig, extreem psychopatisch of al die dingen tegelijk. Sorry, het is niet anders. Goede slapers moeten wel enigszins een soort van gek zijn. Vooral mensen die overal – en dan bedoel ik ook echt overal en altijd – in slaap kunnen vallen.
Waarom ik deze voor mij persoonlijk nogal prangende kwestie juist nu wil bespreken? Omdat ik laatst een paar dagen weg was met een stel collega’s. En de eerste vraag die mensen ’s ochtends aan elkaar stellen is standaard: “Heb je goed geslapen?” Een van de meest irritante vragen ooit. Want als slechte slaper moet je die vraag vaak negatief beantwoorden. En goede slapers veranderen dan in een soort betweterige basisschooljuf. “O nee? Goh wat vreemd, ik heb heerlijk geslapen. Heb je gisteravond laat nog koffiegedronken ofzo?” Slecht slapen is meestal je eigen schuld. En ja, deze column is deels gebaseerd op jaloezie. Ik zou ook graag een goede slaper willen zijn, maar dat ben ik niet. En dat is slecht voor mijn gezondheid. Volgens de Amerikaanse professor Matthew Walker leven slechte slapers korter. In zijn boek Why we sleep legt hij uit hoe dat komt in korte en heldere zinnen zoals ‘Unhealthy sleep, unhealthy heart.’

Aangezien mijn zoontje van drie nog steeds regelmatig ­midden in de nacht naast mijn bed staat, is mijn slaaproutine al een tijdje van de leg. En daarbij: ik heb issues en eisen in bed. Zo wil ik een lange broek aan, anders heb ik koude benen. Als ik mijn pyjamabroek vergeet, slaap ik gegarandeerd slecht. Met blote benen voel ik mij net een pasgeboren baby zonder kleren. Verder moet mijn deken van aanzienlijk gewicht zijn, ook al is het hoogzomer. In hotels waar je alleen een laken krijgt bel ik standaard als eerste de afdeling housekeeping om een deken aan te ­vragen. Of misschien wel twee. En als ik ergens logeer en maar één deken krijg, ga ik aan de slag met handdoeken, jassen of extra kussens om de boel te verzwaren. Verder moet alles goed worden ingestopt. Geen losse eindjes en geen tenen uit het bed. Ik moet een lekker kussen hebben en de hele kamer moet pikdonker zijn. Ik moet voordat ik ga ­slapen nog een paar keer naar de wc, en – ook niet onbelangrijk – er mag vooral geen klok tikken. Een oplichtende telefoon vind ik ingewikkeld, dus die moet ondersteboven. Tja. Het is nogal wat, ik weet het. En ik kan alleen nog maar vrezen voor wat komen gaat. Hoe ouder je wordt, hoe slechter je gaat slapen. Schijnt. Nee dit is geen uitnodiging voor tips van goede ­slapers. Maar wel een vraag om begrip. Jullie hebben geen idee hoe makkelijk het is om overal zonder problemen knock-out te gaan. Dus volgende keer als iemand zegt dat hij of zij niet goed heeft geslapen, geef hem of haar een extra bak koffie en hou verder je mond. Namens alle slechte slapers: dank je wel.

Meer lezen van Roos? Ze staat iedere maand in LINDA.

TRENDING

Gerelateerd

NET BINNEN