“MIJN ZOON KAN GOED ORGANISEREN, dus als ik tegen hem zeg: ‘Maak er maar een leuk feestje van’, dan komt het helemaal goed. Hij weet precies waar ik van houd. Het hoeft van mij geen officiële toestand te worden, met speeches waarin wordt gezegd hoe geweldig het was om mij gekend te hebben enzo. Niemand is perfect, we hebben allemaal onze makkes en als je dan tóch een veer in m’n reet wil steken, doe dat dan als ik er nog ben. Een afscheidsdienst moet passen bij het leven dat je hebt geleefd. Ik houd van gezelligheid, van delen, elkaar dingen gunnen, maar vooral heel erg van dansen. Wat dat betreft zou een uitvaart zoals die van mijn moeder misschien wel het best bij me passen.
Ze is op haar 94ste overleden tijdens de corona-epidemie. We mochten eigenlijk niet bij elkaar komen, maar dat hebben we toch gedaan, in de tuin van mijn broer. Alle kleinkinderen en achterkleinkinderen waren erbij. Er hingen papieren vlinders in de bomen, ze was zó gek op vlinders dat ze er op haar 86ste nog een op haar arm heeft laten tatoeëren. Shame, shame, shame / Shame on you / If you can’t dance too van Shirley & Company schalde uit de boxen. Na nog een paar passende fado’s van haar overbuurvrouw hebben we moeder in een busje geschoven en werd ze, begeleid door twee familieleden, naar het crematorium gereden.
Haar as hebben we later, weer met dat hele gezelschap, in de rivier de Niers verstrooid in Limburg, haar geboorteplek. Dat wil zeggen: we begonnen heel lief, met kleine beetjes die we in papieren bootjes strooiden, maar er bleek zó veel as te zijn dat we op het laatst die pot maar gewoon hebben omgekieperd.
Ik wil ook gecremeerd worden. Mijn dochter heeft ooit een mooie keramieken vaas gemaakt, misschien kan ze dat tegen die tijd nog eens doen? Zo’n kleurrijke urn die wisselend een tijdje bij mijn zoon en bij mijn dochter komt te staan en als ze me zat zijn kan mijn as alsnog verstrooid worden. In mijn geval zou dat dan in de Waal bij Nijmegen moeten zijn. Daar is ook de as van mijn vader in verdwenen.
Hij werd 83, zijn lichaam was op. Ik heb mooie herinneringen aan zijn laatste dagen. Hoe tevreden hij was, hoe geliefd en beschermd hij zich had gevoeld. En ook dat we, toen hij was ingeslapen, een fles wijn opentrokken om zijn leven te vieren. Mijn vader was een totaal ander type dan mijn moeder: gesloten, heel rustig, op zichzelf, terwijl mijn moeder gedichten voordroeg, zich graag verkleedde en op de tafels danste. En toch: ze pasten zó goed bij elkaar, het was echt een symbiose. Een druk bestaan, acht kinderen grootgebracht. Ik heb ze nooit, niet één keer, ruzie horen maken. Mijn ouders hebben ons voorgedaan hoe we moesten leven en – heel gek, dat realiseer ik me nu pas – ook hoe je er op een mooie manier afscheid van kunt nemen.” •
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar