In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Vandaag de beurt aan Marijke (42), moeder van een zoon (5).
In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Vandaag de beurt aan Marijke (42), moeder van een zoon (5).
“Zes jaar geleden woonden mijn man en ik in Afrika, vanwege zijn werk. Ik raakte zwanger en na vijf maanden keerden we terug naar Nederland. Hier zouden we blijven tot na de bevalling. Een paar weken voor mijn uitgerekende datum kreeg ik heftige koortsaanvallen: het bleek malaria te zijn. Ik mocht van de artsen absoluut niet bevallen: de ziekte had impact op mijn hoeveelheid bloedplaatjes. Bot gezegd: als ik op dat moment was bevallen, was ik doodgebloed.
Met medicatie wisten ze de malaria gelukkig dermate terug te dringen dat ik een paar weken later mijn zoon ter wereld kon brengen. Het plan was om dat thuis te doen, met een badbevalling. Helaas bleek dat zijn hartslag daalde en dat hij hiervoor te zwak was. Het werd een spoedkeizersnede in het ziekenhuis, waarna hij een aantal dagen in de couveuse moest blijven.
Dat vond ik ontzettend moeilijk. Als hij huilde kon ik niet naar hem toe en vasthouden mocht niet, alleen met mijn hand op de zijne. Ik ging er kapot van, maar voelde tegelijkertijd al weinig liefde voor hem. Waarschijnlijk omdat er zoveel tegelijk te verwerken was: malaria, spoedkeizersnede, een ziekenhuisverblijf. Het was nogal wat.”
“Toen we hem eindelijk mee naar huis mochten nemen, huilde hij almaar door. Soms urenlang achter elkaar, non-stop. Hij sliep amper en ik stond helemaal strak van de spanning. Ik was gewoon hartstikke instabiel. Mijn moeheid en angsten voedden elkaar, waardoor ik in een neerwaartse spiraal raakte.
Verborgen reflux bleek de oorzaak van zijn vele huilen, met de juiste medicatie werd het ineens een superblije baby. Toen het eindelijk goed met hem ging, leek het wel alsof mijn lijf het ineens toestond om in te storten. Alle energie leek verdwenen. Tests via de huisarts hadden geen resultaat, dus trok ons gezin tijdelijk in bij mijn moeder: zij kon ondersteunen als het nodig was.”
“In de weken daarna escaleerde de situatie. Ik voelde mezelf wegglijden in een soort van krankzinnigheid. Depressieve klachten, angstaanvallen en een randpsychose: ik raakte gewoon de weg kwijt. Ik had nog net door dat de waanbeelden die ik zag en hoorde niet klopten, maar ik ervoer het wél allemaal. Het leek alsof ik droomde.
Sommige momenten had ik zelfs de neiging om mijn moeder of kind iets aan te doen, ik moest mezelf echt inhouden. In mijn hoofd zou alles beter zijn als die baby zou verdwijnen. Op een dag vroeg ik een vriendin of je een kind na een aantal maanden nog kon opgeven voor adoptie. Zij moest lachen en dacht dat ik een grapje maakte, maar ik was bloedserieus.
Gelukkig had mijn moeder door wat er speelde, voordat er iets kon gebeuren. Zelf voelde ik ook dat dit geen normale situatie was: jarenlang wilde ik super graag een kind, en nu voelde ik dít? Ik wist dat mijn zoon een lieverd was, maar deze gevoelens waren simpelweg sterker.”
“Ik werd doorverwezen naar de crisisdienst van de GGZ, waar ik een sloot aan medicatie en antipsychotica aangeboden kreeg. Voor elke klacht een andere pil, ik denk dat ik wel zes potjes had staan. Maar heel langzaam ging het beter. De randpsychose verdween, de constante staat van paniek en angst bleven nog even. Maar door de jaren heen kon ik gestaag bijna al mijn medicatie afbouwen. Mijn lieve zoon deed het gelukkig ook supergoed en ik leerde van hem houden. Onze band is nu erg sterk, ik houd van niemand meer dan van hem.
Toch vind ik het belangrijk om ook deze donkere kant van ons verhaal te vertellen. Tijdens mijn depressie stuitte ik op veel onbegrip en soms zelfs verwijten – ‘Jij wilde toch zelf een kind? Geniet er dan van’ – van anderen. Dat zorgde bij mij alleen maar voor extra schaamte en schuldgevoel. Ik hoop dat er door verhalen als het mijne meer begrip komt voor dit soort situaties.
Spreek geen oordeel uit, maar luister gewoon. Dat is vaak al ontzettend fijn. En onthoud: een (postpartum) depressie of psychose kies je niet, het is een ziekte. Daar stap je niet zomaar uit, geloof me. Dan had ik dat wel gedaan.”
Heb jij ook een ervaring die je wilt delen en sta je open voor een kort (eventueel anoniem) telefonisch interview? Mail dan naar ellen.hensbergen@linda.nl met een korte samenvatting van jouw verhaal en je telefoonnummer.
Lieke (31) werd na 1.5 jaar ineens alleenstaande moeder: 'Weg warm nest'Lees ook