In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Vandaag de beurt aan Linda (35), moeder van Merel (1).
In de rubriek ‘Zeg eens eerlijk‘ staan eerlijke verhalen over het moederschap centraal. Want ja, het is prachtig, maar soms ook gewoon verdomd hard werken.
Vandaag de beurt aan Linda (35), moeder van Merel (1).
“Toen ik 35 weken zwanger was, kreeg ik enorme pijn aan mijn ribben. Ik deed het af als zwangerschapskwaal, maar die nacht braken spontaan mijn vliezen. In het ziekenhuis bleek dat onze dochter in stuitligging lag. Het plan was bedrust, maar dat hield ik nog geen 24 uur vol: toen startten de weeën al. Na een pittige bevalling kwam Merel ter wereld, prematuur maar gelukkig wel gezond.
Ze moest helaas meteen mee voor onderzoek en op het moment dat ze terugkwam, werd ik zelf opgelapt. Dus toen ik haar voor het eerst écht zag, lag ze aan een infuus en aan allerlei snoertjes. Ze had pijn, waarschijnlijk omdat ze tijdens de bevalling klem had gezeten. Het was een gekke situatie waarin ik eigenlijk amper bij haar kon zijn. Elke drie uur een flesje, maar verder kon ik alleen maar haar handje vasthouden.
Het was een soort roes: je doorloopt alle medische stappen en probeert dat goed te doen, maar schuift je eigen behoeftes naar achter. Ik merkte in het ziekenhuis al dat het helemaal niet goed met me ging. Ik zat niet lekker in mijn vel, schoot continu in de stress en kon niet genieten van dingen die wél goed gingen, of van de geluidjes die ze maakte.”
“Na twee weken tijd mocht ze naar huis, niet veel later werd ik zelf ziek. Ik kreeg last van galblaasaanvallen, pijnlijker dan mijn weeën. Door de pijn kon ik niet goed voor haar zorgen en dat, in combinatie met mijn sombere gevoel, brak me op. Ik trok bij de huisarts aan de bel, die nam me gelukkig heel serieus. Niet veel later volgde de diagnose postnatale depressie. Confronterend, maar ja: het was nou eenmaal wat het was.
Merel bleef enorm sukkelen met haar gezondheid, van allergische reacties tot eczeem. Daardoor belandde mijn gezondheid alsnog op de tweede plaats. Ik kreeg een galblaasoperatie en kon de weken daarna niet tillen, wat mijn gevoel van onkunde alleen maar groter maakte. Ik kon niets, voelde me een slechte moeder. Ik heb zo vaak gedacht: waarom lukt dit anderen wel en mij niet?
Mijn man nam veel van de zorg over, voor ons allebei, maar die belandde uiteindelijk ook in een burn-out. Hij zat met een ziek kind en een depressieve vrouw, ontzettend zwaar natuurlijk. De opa’s en oma’s namen haar vaak een nachtje mee zodat wij even konden bijkomen. Ontzettend fijn, maar daar kreeg ik ook meteen een schuldgevoel bij: het mócht niet goed voelen als ze even weg was.”
“Ik heb gelukkig nooit gevoeld dat ik haar of mezelf iets wilde aandoen, maar heb me wel serieus afgevraagd waarom we hier ooit aan zijn begonnen. Merel is een absolute lieverd, maar het was zó zwaar met haar ziektes, niet willen slapen en het soms ontroostbare huilen. We konden niet met of zonder haar.
Pas toen Merels gezondheid stabiliseerde, was er wat ruimte om mijn postnatale depressie te behandelen, met behulp van een psycholoog en antidepressiva. Ik ben daar voorlopig nog niet van af, ik wil eerst wat beter in mijn vel zitten voordat ik ga afbouwen.
Ik prijs me gelukkig met de fijne mensen om ons heen en mijn lieve man, want tussen ons gaat het nog altijd heel goed. We slaan ons er wonderbaarlijk goed doorheen, samen krabbelen we langzaam op. Ik heb nooit het ‘roze wolk’-idee gehad, ik ging er al vanuit dat het pittig zou worden. Maar zó heftig had ik het gewoon niet verwacht. Het was een loodzwaar eerste jaar en het moederschap is voor mij vooral een zoektocht geweest.”
Heb jij ook een ervaring die je wilt delen en sta je open voor een kort (eventueel anoniem) telefonisch interview? Mail dan naar ellen.hensbergen@linda.nl met een korte samenvatting van jouw verhaal en je telefoonnummer.
Lisa (31) baalt van het moederschap: 'Ik voel me gevangen en meer oppas dan moeder'Lees ook