Uit het afstudeeronderzoek van Irina Tziamali blijkt dat masculiniteit onder cadetten de norm is op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Dat maakt het leven voor vrouwen – én mannen – niet altijd even gemakkelijk.
Vrouwelijke militairen over machocultuur KMA: 'Alles wat je als vrouw doet, wordt uitvergroot'
Hoe ziet deze ‘machocultuur’ eruit en op welke manier moet de academie verder? LINDA.nl gaat in gesprek met cadet-vaandrig Irina Tziamali en luitenant-kolonel Linda Lauret.
KMA
Het zaadje voor Tziamali’s scriptie – die maandag in het nieuws kwam door een publicatie in NRC – werd al geplant in 2018. Met de eerste volledig vrouwelijke groep ouderejaars cadetten voert ze volgens de traditie een act op tijdens de ontgroening. Ze doen een dansje, bewust in kleding die hun vrouwelijke vormen niet te veel benadrukt. “Je zou kunnen zeggen dat we onszelf daar al probeerden te beschermen. Een vorm van zelfcensuur”, zegt Tziamali.
Het optreden wordt met enthousiasme maar ook kritiek ontvangen. “Sommige mannen zeiden: ‘Jullie hoereren jezelf voor live-publiek'”, zegt Tziamali. Maar de pittigste reactie komt van vrouwen in de jaren boven hen. Ze vonden dat ze de reputatie van de vrouwelijke cadet hadden geschonden. “Ik schrok daar best wel van”, vertelt ze. “Pas nu begrijp ik waarom.”
Tziamali onderzocht waar die weerstand tegen het uiten van vrouwelijkheid vandaan komt. Dit deed ze door de mannelijke normen die onder cadetten gelden in kaart te brengen. In gesprekken met collega-cadetten merkte ze dat ze zeker niet de enige is die het vrouw-zijn op de KMA soms een uitdaging vindt. “Andere vrouwen leken er altijd beter mee om te gaan dan ik, maar toch bleken ze wel met die masculiene norm te worstelen. Mannen trouwens ook.”
Vrouwelijke militairen
Uit de gesprekken blijkt dat vrouwelijkheid op de KMA niet iets is wat je graag uitdraagt. Wanneer het over de ideale militair gaat, staan masculiene eigenschappen – zoals lichamelijke kracht, assertiviteit en zelfverzekerdheid – voorop. Iets waar je als vrouw niet in kunt excelleren – fysiek is het onmogelijk, en sociaal is het verstandiger om in de massa op te gaan.
Want een reputatie is snel beschadigd, leert Tziamali. Respondenten bevestigen dat je als vrouw moeilijk om seksualisering heen kan, en dat je ook sneller als zwak wordt bestempeld. Grensoverschrijdende opmerkingen over uiterlijk en gedrag zorgen voor sociaal onveillige situaties en maken je hyper-alert, weet Tziamali. “Je kunt het eigenlijk nooit echt goed doen.”
Toen ze zelf net op de academie zat, werd in een gesprek met een vrouwelijke ouderejaars en een vrouwelijke kapitein benadrukt dat ze in de minderheid waren. “Er werd gelijk duidelijk gemaakt dat alles wat je als vrouw doet, wordt uitvergroot. Ik denk dat ik zo wel bewuster werd van mijn eigen gedrag.”
Cadetten
Toen luitenant-kolonel Lauret de scriptie van Tziamali onder ogen kreeg, wist ze dat deze waardevol was. Ze is commandant van de cadetten-wing op de KMA. “Wanneer een medecadet de vragen stelt, krijg je toch andere antwoorden.”
Cadetten zoals Tziamali wonen en werken vier jaar lang op de academie in Breda. Volgens Lauret komen de eisen die cadetten aan elkaar stellen, niet overeen met de eisen van Defensie. “In zo’n internaat ontstaat al snel een groepsdynamiek, waarin eigen normen kunnen ontstaan. Ik herken zeker dat je samen in die beelden gevangen kunt zitten, omdat je wereld nog klein is.”
Lees ook
Alina (21): ‘Steeds meer ruimte voor jonge vrouwen in politieke mannenwereld‘
Tegelijkertijd geven vrouwelijke respondenten aan dat ook kaderleden – instructeurs – hen soms het gevoel geven zwakker te zijn. Maandverband of tampons staan niet op de paklijst. Ook het kader zou de masculiene norm zo versterken. “Man of vrouw, er zijn hier bepaalde zaken die hier van je verwacht worden”, zegt Lauret. “Wel wordt er in lessen inmiddels bijvoorbeeld bij stilgestaan dat door lengte en gewicht niet iedereen dezelfde fysieke belastbaarheid heeft. Ik denk dat het kader daar steeds meer oog voor heeft.”
Microrevoluties
Sinds 2018 werkt de KMA in samenwerking met cadetten aan een progressief plan voor sociale veiligheid. Vooral door meer gesprekken tussen cadetten te organiseren, zorg je voor meer wederzijds begrip en kun je de onderlinge norm veranderen, zeggen beide vrouwen. “Dat gaat in kleine stapjes, maar het effect is groot”, zegt Lauret. “Vrouwen en mannen hebben vaak een mening gevormd over elkaar, maar meestal is deze niet ‘gefactcheckt’ bij de ander”, vult Tziamali aan. “Door elkaars ervaringen aan te horen, kun je microrevoluties ontketenen.”
Haar scriptie heeft meerdere van die microrevoluties voortgebracht. Zo is er inmiddels een WhatsApp-groep voor alleen vrouwelijke cadetten, en merkt Tziamali dat er her en der gesprekken ontstaan. “Het zou mooi zijn als daar meer empathie en sensitiviteit uit voortkomt.” Vrouwelijke ouderejaars zouden de eerstejaars nog best wat meer mogen helpen, vindt ze. “Ik ben daar een groot voorstander van. Tegelijkertijd wil ik dat ook niet formeel opleggen. Je kunt mensen tenslotte niet verplichten om vriendinnen te worden.”
‘De KMA raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan’ is de titel van – en een stelling uit – Tziamali’s scriptie. Wat zou ze zelf doen? “Als ik zie hoeveel ik ben gegroeid de afgelopen vier jaar, zou ik het absoluut aanraden”, zegt ze. “Ik zie daarnaast dat de organisatie veel stappen gezet heeft. En ik ga er vanuit dat mijn toekomstige dochter op dit onderwerp net zo bevlogen is als ik, dus het is voor de organisatie ook alleen maar goed als zij naar de KMA zou gaan.”