Ton Hilhorst

Wat begon als een bijbaantje in de dierentuin, is inmiddels uitgegroeid tot een droombaan voor Ton. Elk jaar weer buigt hij zich over de diverse tuinen die Artis heeft. Zo is er de jaarlijks terugkerende ‘eetbare tuin’ met maar liefst 35.000 planten in 180 soorten. “Veel groeneters die in Artis leven, krijgen te eten van de planten in de tuin”, vertelt hij ons. Het park is volgens hem dan ook niet alleen maar een plek waar dieren leven, maar ook een plek vol met natuur.

Lees ook
Wout en Gerrie hebben een tuin vol kabouters: ‘Ze worden weleens gestolen’

De flamingovijver in ARTIS:

Fotobron: ARTIS, Ronald van Weeren

Tips voor tuinieren

En het creëren van zo’n tuin, dat gaat natuurlijk niet zomaar. Maar volgens de tuinman kan íedereen een plant onderhouden, zelfs als je nu een partij grijze tegels buiten hebt liggen. “Weg met die tegeltuinen”, vindt Ton. Hij geeft negen tips voor een beetje groen in en rond het huis. Ook voor mensen met een balkon.

1. Weet wat je wilt

“Het allerbelangrijkste is dat mensen erachter komen wat ze willen. Maak een moodboard met plaatjes die je mooi vindt. Wil je een levendige tuin, of juist iets rustigs? Zoek dat uit en begin dan pas met planten.” Zomaar lukraak een stel bollen in de grond stoppen, heeft volgens de tuinman weinig zin.

2. Een actieve of luie tuinier?

“Je moet ook nagaan hoe veel tijd je in planten en bloemen wil stoppen. Weet wat je plek is. Ben je een luie tuinier, neem dan planten die weinig water nodig hebben. Zoals een vetplant of yucca. Ook planten met grijze of harige bladeren hebben vaak minder water nodig.” Vind je het leuk om uren te wroeten in de aarde? “Dan kun je best wat moeilijker te verzorgen bloemen en planten in huis (of je tuin) halen.”

3. Ken je tuin

Een plant die veel zon nodig heeft in een schaduwrijke tuin zetten, heeft geen zin. “Je moet je tuin kennen en daar de planten en bloemen op aanpassen. Kijk op welke plekken je zon of juist schaduw hebt en zet daar dan de juiste planten. Zo is een begonia perfect voor in ’t zonnetje.”

4. Plant sowieso enkelbloemige soorten

“Op enkelbloemige soorten komen bijen af en die bestuiven dan de andere bloemetjes. Dat is weer goed voor de groei. Bestuivers, zoals bijen, hebben andersom bloemen nodig om aan hun eten te komen. ” Bang zijn dat er hele invasies bijen je tuin komen bezoeken, hoeft niet. “Ze steken echt niet allemaal en zonder die bestuivingen heb je bijvoorbeeld niet je aardbeien.”

5. Geef je planten voeding

Het lijkt een simpele tip, maar het is onmisbaar voor de groei. “Geef je planten ook af en toe voeding. Het liefst natuurlijk biologisch.”

6. Gebruik winter- en zomerplanten

Degenen die denken dat je in de winter niet hoeft om te kijken naar je tuin, hebben ’t mis. “Er zijn ook planten die er met koude temperaturen nog prachtig bij kunnen staan. Daarom is het handig om zowel winter- als zomerplanten in huis te halen. Ook wij hier in Artis hebben 365 dagen een mooie tuin en dat kan.”

7. Bewaar je kranten en gebruik ze in de winter

Denk vooral niet dat je in de winter niet naar je tuin hoeft om te kijken. “Tot en met mei ongeveer kan de temperatuur nog weleens onder nul komen. Daarom is het belangrijk je planten goed te beschermen tegen de kou. Leg er bijvoorbeeld wat kranten op, zodat je de ergste kou wegneemt.”

8. Een balkon op twaalf hoog? Neem dikbladige planten

Zelfs voor degenen die middenin de stad wonen en alleen maar van een tuin kunnen dromen, is er een tip. “Bij hoge balkons is wind vaak een probleem, want die zorgt ervoor dat planten extra snel uitdrogen. Om dat te voorkomen moet je dikbladige planten nemen, zoals een vingerplant of een camelia.”

9. Neem iets eetbaars in de tuin

Op de vraag waarom mensen iets eetbaars in hun tuin moeten planten, is Ton duidelijk: “Gewoon, omdat ik het leuk vind. Heb je een tuin met veel zon, neem dan rozemarijn of lavendel. Als je veel schaduw hebt, is juist een peterselie weer uitstekend.”

Ton Hilhorst:

Fotobron: ARTIS, Bas Losekoot