‘Ik moet het uitmaken’, zegt mijn vriendin uit het niets. Ik zeg niets terug en ik probeer enige verbazing te veinzen.
‘En ik vind het zo erg’, zegt ze erachteraan, ‘want ik weet dat ik zijn hart ga breken. Hij heeft het nu al over de vakantie die we volgende jaar gaan maken. Pfff, ik moet er niet aan denken. Ik moet niet eens aan volgende maand denken!’