Entertainmentjournalist Eric de Munck checkt voor LINDA.nl wekelijks in bij een BN’er. Soms gaat het om goede vrienden, dan weer collega’s… of hebben ze elkaar juist nog nooit ontmoet.
Deze week: regisseur Tim Oliehoek (44).
Entertainmentjournalist Eric de Munck checkt voor LINDA.nl wekelijks in bij een BN’er. Soms gaat het om goede vrienden, dan weer collega’s… of hebben ze elkaar juist nog nooit ontmoet.
Deze week: regisseur Tim Oliehoek (44).
De nieuwe televisieserie van Oliehoek, Arcadia is vanaf dit weekend iedere zondag te zien om 20.20 uur bij KRO-NCRV op NPO 3. Daarnaast werd afgelopen week bekend dat hij de regie van de eerste Nederlandse speelfilm voor Disney+ op zich gaat nemen.
Tim, ik heb je social media er even op nageslagen en je deelt allemaal positieve en jubelende recensies voor je nieuwe serie. Wat doet dit met je als die leest?
“Dat blijft toch altijd een vorm van bevestiging. Je bent iets aan het maken en kent het materiaal zo goed, dan zit je er zo diep in dat je je afvraagt of je het nog wel objectief kunt zien. En dat je dan iets hebt gemaakt wat andere mensen gaan beoordelen, en dat moet loslaten, dat blijft spannend. Als men dan begrijpt wat je hebt gedaan en ervan geniet; dan blijft het een cadeau als het gelukt is.”
“Dat is iets wat heel veel mensen in het vak denk ik hebben, of je nu acteur bent of toneel maakt. Dat is echt een moment. Er zijn ook heel veel makers die zeggen dat recensies niet belangrijk zijn omdat het publiek die niet leest. Dat is misschien wel zo, maar als ze zeggen dat het ze niets doet, dan liegen ze.”
NRC vergelijkt Arcadia met grote series als Black Mirror en The Handmaid’s Tale, hoe kijk jij daarnaar?
“Dat vind ik eerder eng dan dat ik het als compliment zie, want Arcadia is echt een ander soort serie. Hoewel ik de vergelijking wel snap hoor, want in Black Mirror zit ook een aflevering over scores, maar die is qua vorm dan weer heel anders. Wij vertellen echt het verhaal van een familie en het schild dat waakt over Arcadia. Maar het is beangstigend, zo’n vergelijking, omdat ons budget echt wel kleiner is dan dat van die series. We hadden een miljoen in plaats van tien miljoen, haha.”
“De verwachtingen worden dan zo hooggespannen dat ik me afvraag of ik het nog wel waar kan maken voor het publiek dat er straks naar gaat kijken. Het is ook meer dat het er misschien op lijkt. En we hebben zo’n serie nog niet echt gemaakt in Nederland, dus dan stop je het in een soort hokje. Maar misschien moet ik het juist gewoon omarmen en als compliment zien, ik weet het niet, haha.”
De serie is gemaakt samen met België en ook andere landen waren bij de productie betrokken, merkte jij daar als regisseur iets van?
“Op het moment dat je zo’n project aangaat en weet dat er zo veel partijen en belangen zijn, dan denk ik vooral: dat wil ik aangaan, want dat heb ik nog nooit gedaan. Bijna een Amerikaanse manier van produceren. Dat is eigenlijk enorm goed gegaan moet ik zeggen, maar vooral omdat je met elkaar hebt besproken hoe de wereld er precies uit gaat zien. We maken moodboards en kledingontwerpen en dat neem je dan weer met al die partijen door.”
“Ook in het nemen van beslissingen qua acteurs werkte dat goed. Ik kende de Nederlandse acteurs natuurlijk wel, maar de Vlaamse helemaal niet. Dan duik je daarin en ga je casten. Daar heeft iedereen een eigen belang bij. Ik denk alleen maar: welke acteur vertelt ons verhaal het beste? Het maakt me dan niet enorm veel uit hoe bekend ze zijn in België. Dat werkt bij het eindresultaat natuurlijk wel, maar mensen moeten vooral retegoed zijn. Ik heb wel het idee dat we het beste van acterend Nederland en Vlaanderen hebben verzameld in deze serie.”
Vlamingen moeten soms nogal wennen aan de directheid van ons Hollanders. Hoe was dat bij jou op de set?
“Dat is natuurlijk het spannendste: dat je een Vlaams-Nederlandse crew hebt, met meer Vlaams dan Nederlands. Dat je dan echt even moet snuffelen en ontdekken hoe iemand in elkaar zit. De directheid van de Nederlanders is voor de Vlamingen soms echt heel pittig. Wij zijn meer van: zo is het, en daarmee basta – en zij zijn daar toch minder direct in. Maar uiteindelijk vervalt dat gevoel wel. In het begin ben je juist enorm bezig met de verschillen tussen de landen, maar uiteindelijk begrijp je elkaar en is het de cast en crew van Arcadia en vergeet je de rest gelukkig.”
“Ik moet zeggen: de vakkundigheid vanuit Vlaanderen is echt wel waanzinnig. Hoe ze planningen maken en de voorbereidingen doen, ik heb daar enorm veel van geleerd. Niet dat wij Nederlanders dat niet kunnen, maar we laten het er vaak meer op aankomen. De planning verschuift hier bijvoorbeeld echt de hele tijd tijdens een productie, terwijl zij juist heel strikt zijn. Je wordt daardoor gedwongen om alles al heel vroeg vast te zetten, zodat alle obstakels en de keuzes in de pre-productie al behandeld zijn. Dan kom je er dus meteen achter dat bepaalde dingen niet kunnen. In Nederlandse producties kom je er soms tijdens het draaien pas achter dat een gedroomde scène helemaal niet haalbaar is.”
De première van Arcadia was in België een tijdje geleden, hoe ga jij zo’n avond in?
“Het was dus in België inderdaad, dus daar draaide het sowieso niet echt om mij, want ze weten niet wie ik ben, haha. Het was de slotavond van een groot festival in Oostende, dus toen liep ik wel echt met klamme handjes rond omdat ik benieuwd was wat mensen ervan vonden. We hebben de eerste twee afleveringen vertoond en de reacties waren enorm positief, maar het was tegelijkertijd ook weer zo’n première waarbij je aan het einde van de avond met een plastic bekertje Spa Rood onder een tl-lamp staat. Weinig glitter en glamour.”
Je bent al ruim twintig jaar aan het werk, hebt al zo enorm veel gedaan. Toch blijft die spanning steeds bij elke productie. Hoe verklaar je dat?
“Nou ja, ik heb toch een aantal jaren al mijn ziel en zaligheid erin gestopt en daarnaast is het voor mij nooit werk, het wordt persoonlijk en echt van mij. Als mensen daar dan iets van vinden, dan raakt me dat oprecht, positief of negatief. Als het echt werk zou worden en het me niet meer zou kunnen schelen wat andere mensen ervan denken, dan moet ik misschien stoppen.”
“Daarnaast doe ik dit al lang, maar heb ik ook alle kanten al meegemaakt. Ik ben beloond, maar heb ook zeker weleens de strontkar over me heen gehad. En je weet hoe dat voelt, dus dat wil je dan echt niet nog een keer meemaken. Maar kritiek is ook het beste wat me is overkomen, want je relativeert het ook wel weer. En ik merk ook heel erg nu ik veertigplusser ben – kan het zelf nog niet geloven, maar het is wel zo – dat ik dingen daarom juist makkelijker weg kan zetten. Het belangrijkste is uiteindelijk toch om met je lief en de hond op de bank te zitten en dat je het heel goed hebt. En natuurlijk moet je kunnen dromen en is je carrière belangrijk, maar de balans is wel echt anders dan toen ik 25 was.”
Over die bank met manlief gesproken, gaat daar zondag de eerste aflevering bekeken worden of is er een grootse party gepland?
“Ja, Sander wil het natuurlijk enorm graag zien. Hij heeft een eerste versie gezien, maar wilde niet mee naar de première en het liever samen op de bank kijken. Dus ik hoop dat-ie zich daaraan houdt, haha. Aan de andere kant vind ik het ook altijd zo gek om de televisie aan te zetten en dan te kijken naar je eigen werk en afwachten wat de reacties van kijkers zijn. Maar ik laat het maar gebeuren.”
Er was nog meer aan de hand deze week, want er werd bekend dat jij de eerste Nederlandse film voor Disney+ gaat regisseren. Hoe te gek is dat?
“Nou, het is echt een enorm lange weg geweest. Het script van De ballonvaarder die uit de lucht kwam vallen werd in 2017 geschreven door Benny Lindelauf, toen waren we er dus al mee bezig. Een heel lief, klein en integer verhaal over Gaby die met haar moeder en haar zesjarige zoon op een boerderij woont. Dan valt er een luchtballon uit de lucht die het leven van Gaby op z’n kop gaat zetten. Het is op een prachtige manier opgeschreven en dit was dus weer iets wat ik nog nooit gedaan heb, dus wilde ik het graag maken.”
“Toen zijn we gaan kijken hoe we het konden financieren en toen zijn we uiteindelijk bij Disney terechtgekomen. Dat is gekomen door de belangrijkste vrouw uit mijn carrière op dit moment: Mascha van Erven. Zij zat bij Omroep MAX en met haar heb ik toen De Zaak Menten en Hendrik Groen gemaakt. Toen vertrok ze naar KRO-NCRV, waar we Stanley H. en Arcadia gedaan hebben. Daarna ging ze naar Disney+ en zij heeft dit project altijd onder haar arm meegenomen. Ze heeft de gok genomen om het Nederlandse script te laten vertalen en bij Disney te laten lezen. Die werden daar zo enthousiast over dat ze het wilden maken. Dat verzin je toch niet? Dat is echt een godsgeschenk, ik kan het echt niet anders zeggen.”
Het is Disney. Disney!
“Ja, weet je, ik geloof het natuurlijk pas echt als we deze zomer op de set staan. En uiteindelijk moet je dan eerst nog een stapje terug doen voor jezelf. En denken: Disney is het label, maar we moeten het doen zoals we het altijd doen. Maar het is wel spannend om met Disney te gaan werken hoor, ik weet niet wat zij vinden en wat ik vind. Dat is sowieso altijd een uitdaging als je met een nieuwe partij werkt.”
“Het is wel enorm dankbaar dat wat we straks maken via Disney+ meteen in enorm veel landen te zien is. De wereld verandert ook heel erg qua content. Het hoeft niet meer allemaal Engelstalig te zijn. Een te gekke ontwikkeling, zeker nu voor ons.”
Wat heb jij nu nog op je verlanglijstje staan qua werk?
“Toen ik echt nog jong was, wilde ik graag naar Amerika en daar een Hollywoodfilm maken. Dat is wel wat minder geworden, maar ik zou wel een niet-Nederlandse film willen maken. Dat hoeft dan niet meteen heel groots te zijn, maar gewoon een lief en integer verhaal. Ik denk ook dat dat wel iets is wat nog haalbaar is ook.”
“Ik vind het overigens ook echt wel fijn om Nederlandse content te maken hoor. Juist nu, er wordt zo veel geïnvesteerd in goede en grootse series, de cinema is meer op televisie te zien. Ik vind dat de series enorm snel gaan, de bioscoopfilms blijven toch achter in Nederland. Dat zijn vaak de films die in achttien dagen gedraaid moeten worden, de romantische komedies, daar mag wel wat meer balans in.”
Richard Groenendijk: ‘Een goede voorstelling maken is eigenlijk hetzelfde als een mooi huis bouwen: solide fundering en materialen’Lees ook