We investeren in allerhande hulp om onszelf te ontplooien en nóg gelukkiger te worden, dus waarom niet in ons liefdesleven? “Zie het als inspiratie, een boost. Een soort apk voor je relatie.”
Neerploffen bij een psycholoog als je ‘ff in de knoop zit’, daar kijkt geen mens meer van op. zelfs prinses Amalia doet het. ‘ik vind het geen taboe’, schrijft ze in haar biografie over haar bezoeken aan de psycholoog. ‘Soms wordt het me allemaal te veel, de universiteit, vrienden, en dan praat ik met iemand. Als ik er behoefte aan heb, maak ik een afspraak. Even m’n hart luchten, en dan ben ik weer voor een maand klaar.’ De prinses is niet de enige: een groeiende groep Nederlanders (tien procent, zo meldt het cbs) gaat minstens één keer per jaar naar een psycholoog. Niet alleen voor mentale sores zoals depressie en burn-out, ook voor alomvattende levensvragen, een beer op de weg, wie ben ik?, wat wil ik? Je kent het wel.
Het aantal lifestyle-coaches dat zich heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel is de afgelopen vijf jaar ruim verviervoudigd. In Londen opende onlangs ’s werelds eerste mental health-winkel: Self Space – Everyday mental maintenance. Met de slogan ‘We’re all a bit messy’ kun je er binnenwippen voor een consult. Je krijgt er een preventieve check-up, zoiets als je halfjaarlijkse tandartsbezoek om gaatjes te voorkomen.
We vinden het doodnormaal om aandacht, energie en (bakken met) geld uit te geven aan persoonlijke ontwikkeling, cursussen en hulp voor persoonlijke groei. Opvallend: relatietherapie en -coaching blijft achter. Zodra je zegt dat je met je partner in therapie zit, word je met argusogen aangekeken. Want therapie met je liefje betekent: crisis, bonje, er is vast buiten de pot gepiest. Relatietherapie doe je pas als het écht niet meer gaat.
“Mede door internalisering in films en media hebben we een beeld gecreëerd van hoe de liefde zou moeten zijn”, aldus Veronne van der Meijs, relatiecoach en co-founder van Bureau Liefhebbers.
“Vrijwel elke Hollywood-film stopt op de piek van verliefdheid. Ze kussen en leven nog lang en gelukkig. Neem The Notebook: het ene moment staan ze te zoenen in de regen, het andere moment liggen ze oud en verschrompeld in bed. De jaren ertussen, met alle ups en downs, strubbelingen, ruzies, zien we niet.” We krijgen meestal alleen maar de leuke kanten mee bij stellen, ook om ons heen, aldus Van der Meijs. “Ouders hangen niet graag de vuile was buiten waar de kinderen bij zijn. Ze krijgen op die manier niet mee dat papa en mama ook weleens ruzie hebben (en dat ze die daarna weer bijleggen).”
We hebben nergens geleerd dat het oké is als het niet oké is in een relatie. We denken, al dan niet onbewust, dat de liefde vanzelf gaat. Ja, natuurlijk kennen we de basisprincipes van een gelukkige relatie: wanneer de verliefdheid bekoeld is en je niet meer elke dag als konijnen tekeer gaat, is een relatie hard werken.
“Maar,” vervolgt Van der Meijs, “we zeggen wel dat we weten dat we aan onze relaties moeten werken, maar als je hier echt eens even bij stilstaat: als je aan je relatie werkt, wat doe je dan precies? Kun je iets opnoemen?
Niemand leert ons communicatieregels, hoe gezapig dat misschien ook klinkt. Ruziemaken is soms noodzakelijk. Dat lucht op. Brengt je dichter bij elkaar. Mits je de ruzie ook repareert, en dat is iets anders dan goedmaken. Het goedmaken van een relatie is: we hebben het er niet meer over, kus. Het repareren van een relatie is dat je gaat snappen wat er tijdens de ruzie gebeurde. Wat je ervan kunt leren.
Omdat we het hier zelden over hebben, denken we dat onze relatie onze eigen verantwoordelijkheid is. Stellen gaan vaak pas in therapie na jaren problemen of in een te laat stadium. Als de koek al op is.”
Even de CBS-cijfers erbij. Veertig procent van alle huwelijken eindigt in een scheiding. Terwijl dit percentage in de jaren zeventig nog op vijftien lag. Ook ongehuwden tussen de 24 en 35 die samenwonen, gaan vaker dan vroeger uit elkaar: 23 procent neemt binnen vijf jaar afscheid. Tien jaar geleden was dat nog achttien procent.
Vroeger, toen broodjes gezond nog gezond waren en het gouden huwelijk nog bestond, trouwden mensen en bleven ze samen tot de dood hen scheidde. Nu is dat eerder tot de liefde doodbloedt. We gooien makkelijker de handdoek in de ring. Waarom? Omdat het kan. Vrouwen zijn minder vaak financieel afhankelijk van hun partner. Onze levensverwachting neemt toe, waardoor ook een stijgende groep vijftigplussers kiest voor een krabbel onder de scheidingspapieren. Gaan mensen te snel uit elkaar?
Iemand die uit voorzorg in relatietherapie zit, is Elise Milou (33). Op haar Instagram (vijftigduizend volgers) is ze open over de sessies met haar man. “We zijn dertien jaar samen en hebben sinds een paar maanden therapie. Niet omdat het slecht gaat tussen ons: we zijn gelukkig en maken zelden ruzie. Er is alleen een patroon waar we continu tegenaan lopen: als ik het druk heb, bijvoorbeeld met werk, trek ik me terug. Mijn man kan dan moeilijk contact met me maken. Daar hebben we het dan over. Ik probeer vervolgens geforceerd de verbinding op te zoeken, maar dat voelt natuurlijk niet oprecht en kost energie. Uiteindelijk zorgt het alleen maar voor meer irritatie. Op korte termijn weten we hoe we ermee moeten omgaan, maar elk jaar steekt het patroon weer de kop op en elk jaar zorgt het voor meer frustratie.”
Dit jaar stelde Elise haar man voor om hulp in te schakelen bij een therapeut. “Het leek me een goed idee om iemand te laten meekijken. Wat gaat er schuil achter dit patroon? Hoe kunnen we het probleem structureel oplossen, zodat het in de toekomst niet tot iets onoplosbaars leidt?”
Volgens de Belgisch-Amerikaanse psychotherapeute Esther Perel, de Godmother der relatietherapie, zijn voor een gelukkig samenzijn twee componenten nodig: autonomie en verbinding. Je wilt, onafhankelijk van elkaar, groeien en leren. Dat maakt dat je elkaar aantrekkelijk blijft vinden.
Exclusief voor
LINDA.abonnees
- Lees LINDA.magazine online
- Aangevuld met exclusieve interviews en verhalen
- Toegang tot exclusieve kortingen en winacties
- Maandelijks opzegbaar